Direct naar artikelinhoud
OpinieEls De Bodt en Koen Haagdorens

Gun kinderen en jongeren het recht op kunst en cultuur

Kijkplezier tijdens een schoolvoorstelling.Beeld Karolina Maruszak

Els De Bodt is algemeen directeur van hetpaleis, het Antwerpse podiumkunstenhuis voor een jong publiek. Koen Haagdorens is dramaturg in hetpaleis.

en

Goed nieuws. Vrijdag beslisten de onderwijsminister en het onderwijsveld om het volledige onderwijs te laten heropstarten. Met grote waakzaamheid welteverstaan, maar toch: goed nieuws. Voor ouders, voor leerkrachten, voor schooldirecties en vooral voor alle kinderen en jongeren die al te zeer lijden onder deze crisis en snakken naar zuurstof. Eindelijk. Opnieuw een bewegings-, leef- en denkruimte die verder reikt dan die van de huiskamer, de bubbel, het scherm en het eigen hoofd. 

Het onderwijs kan vanaf 1 september weer die ruimte bieden. 

Kunst, helaas, niet.

Het nieuws over de heropstart van het onderwijs wordt immers gebracht met enkele kanttekeningen. Eén daarvan is dat er wordt gedacht vanuit het pandemiescenario code geel. Dat is, zo lezen we op onderwijs.vlaanderen.be, ‘laag risico’. Wanneer dat risico toeneemt en een ‘matig risico’ wordt, dan wordt geel oranje en worden de regels weer strenger. Hopelijk komt het niet zo ver.

Code geel betekent ook dat extra-muros activiteiten tijdelijk worden (lees: blijven) opgeschort. Dat wil zeggen dat kinderen en jongeren nog steeds niet naar het museum kunnen, niet naar het theater. Omgekeerd wordt ook de aanwezigheid van ‘niet-essentiële derden’ op de scholen beperkt. Iets zegt ons dat kunstenaars en kunsteducatieve medewerkers onder ‘niet-essentiële derden’ vallen.

Bij code geel – laag risico – wordt de band tussen het onderwijs en de kunstensector dus volledig doorgesneden. Terwijl van overheidswege al jaren wordt gepleit om die band net te verstevigen.

Er zijn verschillende manieren om op dit nieuws te reageren.

Zo kunnen we het belang van kunst- en cultuurbeleving bepleiten. Argumenteren dat kinderen en jongeren via deze weg in aanraking komen met nieuwe en andere denkbeelden, dat ze via verbeelding worden geprikkeld om na te denken over zichzelf, over hun medemens en over de samenleving.  Dat ze leren dat verbeelding een uitweg kan bieden uit een omgeving of een tijd die al te verstikkend aanvoelt. Dat verbeelding hoop, troost, vreugde, afleiding kan bieden en dat het in tijden van isolement sensationeel kan voelen om die emoties collectief te beleven, zodat erover kan worden gepraat. 

We kunnen ook argumenteren dat een bezoek aan een museum, het bijwonen van een voorstelling of het organiseren van een kunsteducatieve workshop op school niet alleen onderdeel is van het vak muzische vorming maar ook afgestemd is op en gestroomlijnd met vakoverschrijdende leerdoelen en dus tot het curriculum van élke opleiding behoort. 

En we kunnen opnieuw de rekening maken en de financiële impact becijferen van code geel op onze theaterhuizen en cultuurcentra. In hetpaleis alleen al komt 58 procent van de bezoekers in klasverband. Deze bezoekersstroom valt onder de huidige maatregelen volledig stil, wat ronduit alarmerend is voor een sector die al maandenlang bloedt.

Maar al deze argumenten zijn gekend.

En wij hebben ons huiswerk al lang af.

Alle podiumorganistaties hebben een nauwgezet coronaproof pandemiescenario uitgetekend in overeenstemming met de richtlijnen van de Sectorgids Professionele Kunsten. Voor elke voorstelling wordt een protocol opgesteld voor acteurs en medewerkers. 

Bij ons ziet dat er bijvoorbeeld zo uit: een klas wordt als bubbel buiten op het plein ontvangen. Een medewerker begeleidt de bubbel naar de zaal. Pas als deze bubbel zijn plaats heeft gekregen, kan de volgende bubbel naar binnen. Door een circulatiecircuit komen de bubbels niet met elkaar in contact. Er is een scenario voor coronaproof toiletbezoek, er zijn handgels en aanwezigheidslijsten. De klassen zitten in de zaal van elkaar gescheiden door een lege rij stoelen en op een veilige afstand van de scène. Zaalmedewerkers met mondmasker of plexi shield sluiten de deuren, ze voegen zich bij de bubbels. 

En dan voltrekt zich een wonder.

De lichten doven.

Het wordt stil. 

Er verschijnen mensen op de scène.

Ze zijn niet gemaskerd. 

Ze lachen, huilen, praten, discussiëren.

Ze hebben het niet over corona, maar over andere dingen. 

Ze pakken elkaar zelfs vast. 

Ze zien er vrij uit.

“We kiezen maximaal voor onze kinderen”, zei minister Weyts (N-VA) afgelopen vrijdag bij de bekendmaking van zijn beslissing om op 1 september het onderwijs volledig te laten heropstarten. We vragen hem om dat ook daadwerkelijk te doen en kinderen en jongeren het (voor)recht om te participeren aan kunst en cultuur niet te ontnemen.

Wij vragen nadrukkelijk dat de bevoegde ministers voor onderwijs en cultuur met elkaar in gesprek gaan en met de vertegenwoordigers van die sectoren. Het schooljaar start over twee weken.