Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 21 juni 2023, nr. WJZ/ 26817634, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met wijziging van de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op artikelen 2, eerste lid, 4, onderdelen a, b, d en h, 19, tweede lid, 25, 34, eerste lid, 44, tweede lid en 50, vierde lid van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidie wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt aan artikel 4.5.9, tweede lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. het een aanvraag van een ondernemer betreft voor een lucht-waterwarmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, en het totale netto energieverbruik via de aansluiting waarop de installatie wordt aangesloten, zoals dat blijkt uit de meest recente jaarafrekening van de energieleverancier, 50.000 KWh of 25.000 m3 aardgasequivalent of hoger bedraagt en de locatie waarin de lucht-waterwarmtepomp is geïnstalleerd, is aangesloten op het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 3°, door een puntkomma wordt aan artikel 4.5.12, derde lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. indien het een investering van een ondernemer in een lucht-waterwarmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, betreft, en de aansluiting waarop de lucht-waterwarmtepomp is aangesloten een lager netto energieverbruik heeft dan 50.000 KWh en 25.000 m3 aardgasequivalent, vergezeld van de meest recente jaarafrekening van de energieleverancier.

C

In artikel 4.5.13, tweede lid, wordt, onder verlettering van de onderdelen c en d tot d en e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. indien het een investering van een ondernemer in een lucht-waterwarmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, betreft en de aansluiting waarop de lucht-waterwarmtepomp is aangesloten een netto energieverbruik heeft van 50.000 KWh of 25.000 m3 aardgasequivalent of hoger en de in artikel 4.5.12, derde lid, onderdeel c, bedoelde meest recente jaarafrekening niet bij de aanvraag tot subsidieverlening verstrekt is, een document waaruit blijkt dat de locatie waarin de lucht-waterwarmtepomp wordt geïnstalleerd niet is aangesloten op het gastransportnet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 juni 2023

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

Doel en aanleiding

Bedrijven en instellingen met locaties waarin 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgasequivalent of meer wordt gebruikt, vallen onder de plicht ter verduurzaming van het energiegebruik (hierna: energiebesparingsplicht). Aan deze plicht kan invulling gegeven worden door alle maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren, of door alle toepasselijke maatregelen van de Erkende maatregelenlijst energiebesparing (EML) uit te voeren. Vanaf 1 juli 2023 staat de hybride lucht-water warmtepomp op de EML.

Het verstrekken van subsidie aan ondernemers die onder de energiebesparingsplicht vallen voor maatregelen die zij verplicht zijn te nemen, voldoet niet aan de in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening gestelde eisen. Om oneigenlijke staatssteun te voorkomen wordt de ISDE met deze wijzigingsregeling per 1 juli 2023 zo aangepast dat ondernemers die onder de energiebesparingsplicht vallen geen subsidie meer kunnen krijgen voor de hybride lucht-water warmtepomp. Zakelijke gebruikers die geen ondernemer zijn en eigenaar-bewoners kunnen ook na deze wijziging subsidie ontvangen voor een investering in een hybride lucht-water warmtepomp.

Regeldruk

Verschil in administratieve lasten voor zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners

De aanpassing heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor subsidieaanvragen van eigenaar-bewoners, maar wel voor de administratieve lasten van subsidieaanvragen van een deel van de zakelijke gebruikers. Aan bedrijven die een aanvraag doen voor een lucht-water warmtepomp zal gevraagd worden of ze een energieverbruik hebben dat lager is dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m3 aardgasequivalent. Als ze aangeven dat dit het geval is, wordt ze gevraagd dit aan te tonen door middel van de meeste recente jaarafrekening van de energieleverancier.

Als ze aangeven hier boven te zitten, wordt ze niet gevraagd dit aan te tonen. De aanvrager heeft er namelijk geen voordeel bij hierover niet de waarheid te vertellen. In deze gevallen wordt er vanuit gegaan dat het bedrijf onder de energiebesparingsplicht valt en dus niet in aanmerking komt voor een hybride lucht-water warmtepomp. Om te bewijzen dat de lucht-water warmtepomp niet in een hybride opstelling gebruikt wordt, zal gevraagd worden om bij vaststelling een bewijs te overhandigen dat de locatie waarin de lucht-waterwarmtepomp wordt geïnstalleerd niet is aangesloten op het gastransportnet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet.

Berekening totale administratieve lasten

De administratieve lasten van subsidieaanvragen door eigenaar-bewoners blijven ongewijzigd en komen neer op € 6.270.000. Hierbij is uitgegaan van 190.000 aanvragen, 120 minuten per aanvraag, een uurtarief van € 15, en een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen.

De administratieve lasten van subsidieaanvragen door zakelijke gebruikers waren € 1.972.080. Hierbij is uitgegaan van 8.300 aanvragen, 240 minuten per aanvraag, een uurtarief van € 54 en een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen.

Zowel het aanleveren van de meest recente jaarafrekening van de energieleverancier (voor bedrijven die onder een energieverbruik zitten van 50.000 kWh en 25.000 m3 aardgasequivalenten) als het aanleveren van een bewijs dat de locatie waar de warmtepomp is geïnstalleerd niet is aangesloten op het gastransportnet (voor bedrijven met een energieverbruik op of boven 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgasequivalenten) kost beide 30 minuten.

Voor de periode 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 worden 1820 aanvragen verwacht voor lucht-water warmtepompen door bedrijven. Ervan uitgaande dat door deze aanpassing de helft van de bedrijven niet meer in aanmerking komt voor een lucht-water warmtepomp, neemt het aantal aanvragen af met 910. De ruimte die hierdoor ontstaat binnen het subsidieplafond zal naar verwachting worden opgevuld door andere aanvragen. Daarmee blijft het aantal aanvragen gelijk.

Voor de aanvragen voor een lucht-water warmtepomp die nog wel in aanmerking komen voor subsidie stijgen de administratieve lasten met € 27.027. Hierbij is uitgegaan van 910 aanvragen, 30 minuten per aanvraag, een uurtarief van € 54 en een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen.

De totale administratieve lasten voor de ISDE worden daarmee geschat op € 8.269.107. Dit is 2,18% van het totaal beschikbare subsidiebedrag in 2023 van € 380 miljoen.

Adviescollege toetsing regeldruk

De ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd omdat de hybride lucht-water warmtepomp vanaf 1 juli 2023 op de EML staat en het niet aanpassen van de regeling zou kunnen leiden tot ongeoorloofde staatsteun.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven