Foto: Daniel Geeraerts

Auteur:

Gepubliceerd op: 10-02-2022

Er is al enige tijd consensus over welke onbebouwde gronden in waterrijke gebieden (signaalgebieden) het best bouwvrij gemaakt worden omdat ze vanuit wateroogpunt zo slecht gelegen zijn. Vlaanderen kan deze beslissing nemen door die gebieden aan te duiden als watergevoelig openruimtegebied en zal dan de grondeigenaars vergoeden via de planschaderegeling. Deze maatregel biedt veel meer rechtszekerheid dan aan het einde van een volledige vergunningsprocedure in beroep te gaan. Het vermijdt ook frustraties bij iedereen die een volledige procedure heeft doorlopen. Het uitblijven van keuzes over de planschaderegeling belet dat Vlaanderen deze stap zet. Ook in dat opzicht is het goed dat over die planschaderegeling nu verder wordt nagedacht. 

In de signaalgebieden zijn er ook percelen waar er wel nog kan gebouwd worden maar met specifieke voorwaarden gezien de watergevoeligheid van het gebied. Ook die percelen zijn reeds opgelijst tussen de 235 signaalgebieden. In afwachting van de uitvoering van een beslissing van de Vlaamse Regering over het vervolgtraject van een signaalgebied, vraagt Vlaanderen aan de adviesverlenende, vergunningverlenende en planmakende overheden om extra waakzaam te zijn in die signaalgebieden. In die gebieden vragen gemeenten heldere adviezen van de waterbeheerders waarmee ze hun beslissing kunnen onderbouwen. Misschien kan is in bepaalde cases ook een betere onderlinge afstemming nodig. Vlaanderen die in beroep moet gaan tegen vergunningsbesluiten (soms ondanks of tegen advies van de eigen instanties) is een end-of-pipemaatregel en moeten we op die manier zoveel mogelijk vermijden. Ook valt nog altijd af te wachten wat het resultaat van de beroepsprocedure zal zijn. 

Ondertussen laat de website waterinfo toe om overstromingspeilen te bevragen. Dit zal een belangrijk hulpmiddel zijn om de overstromingsrisico’s te verlagen en de bebouwde ruimte via de watertoets overstromingsrobuust in te richten. De gemeenten en initiatiefnemers kunnen daar nu al mee aan de slag. Hou er hierbij altijd rekening mee dat het om modelleringen gaat en dat een waterbeheerder ook altijd terreinervaring zal laten meetellen of opgemeten waterhoogtes bij vastgestelde overstromingen. Het is dus steeds verstandig om bij projecten in overstromingsgebied tijdig contact op te nemen met de bevoegde oppervlaktewaterbeheerder. We verwachten ook dat de waterbeheerders deze informatie op een begrijpelijke manier verwerken in hun adviezen. Ook de verschillende overstromingskaarten/afstroomkaarten vormen bruikbare informatie waarvan best goed wordt afgesproken wat hun status is in het kader van de vergunningverlening. Of waarvan de informatie door de gespecialiseerde adviesinstanties wordt verwerkt in heldere adviezen. Het juridisch kader voor de nieuwe kaarten is in opmaak.

Christophe Claeys