Bosbranden - al dan niet aangestoken - worden in de hand gewerkt door de grote hitte en/of droogte in bepaalde gebieden.
AFP or licensors

Alarmerend nieuw VN-rapport: "Klimaatopwarming gaat sneller dan verwacht, is wijdverspreid en wordt intenser"

De opwarming van onze planeet gaat sneller dan verwacht en aan een opwarming met anderhalve graad kunnen we niet meer ontsnappen - mogelijk gebeurt dat zelfs al over 10 jaar. Dat blijkt uit het nieuwste grote klimaatrapport van het VN-klimaatpanel IPCC. VN-baas Antonio Guterres noemt het jongste rapport "een code rood voor de mensheid". En dus moeten we snel handelen, klinkt het. "Elk tiende van een graad maakt een verschil", zeggen twee Belgische mede-auteurs van het rapport. 

Het IPCC schetst in het rapport de toekomst van ons klimaat: waar staan we met de klimaatopwarming, en hoe gaat alles de komende jaren evolueren? 

Wat zullen de gevolgen zijn op weervlak, en wat zal de impact zijn op de mens en op de wereldwijde ecosystemen? Het volledige rapport telt 4.000 bladzijden, de samenvatting zowat 150. 

Wij hebben het voor jou gebundeld aan de hand van enkele vragen en spraken met twee Belgische mede-auteurs van het rapport, klimaatwetenschappers Joeri Rogelj en Philippe Huybrechts.

Waarom is dit rapport zo belangrijk?

In het AR6-rapport bundelt het IPCC alle beschikbare internationale klimaatwetenschap, en geeft het dus een duidelijk algemeen beeld. Bovendien komt het rapport enkele maanden voor de grote klimaatconferentie in Glasgow in november - de ondertitel van de samenvatting luidt niet voor niets 'summary for policymakers' (samenvatting voor beleidsmakers). 

Klimaatwetenschapper Joeri Rogelj, hoofdauteur en verbonden aan het Imperial College in Londen, legt uit wat het IPCC doet: "195 landen hebben samen gekeken wat de beste wetenschappelijke kennis is over klimaatverandering. De samenvatting van dit rapport is goedgekeurd door die 195 landen, wat het IPCC-rapport ongelooflijk krachtig maakt en sterk om beleid te beïnvloeden."

Videospeler inladen...

In Glasgow zullen wereldleiders knopen moeten doorhakken over welke maatregelen ze zullen nemen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, in het kader van het klimaatakkoord van Parijs van 2015 (de opwarming beperkt houden tot "ruim onder de 2 graden", en liefst anderhalve, red.). Dit rapport zal dan ongetwijfeld in hun tas zitten. Het IPCC zelf stelt geen beleidsmaatregelen voor, het schetst enkel waar we nu staan en waar we eventueel naartoe kunnen onder welk (uitstoot)scenario. Het vorige algemeen rapport van deze omvang (AR5) is al van 8 jaar geleden

Het IPCC heeft zijn werk grondig gedaan, zegt ook klimaatexpert en glacioloog Philippe Huybrechts. Hij is professor aan de VUB en schreef mee aan het rapport. 

"Er is vier jaar aan gewerkt, er hebben 234 auteurs aan geschreven en die hebben samen 14.000 artikels gelezen en geëvalueerd. Hier haalt het IPCC zijn geloofwaardigheid uit. Het is eigenlijk de goudstandaard in de klimaatwetenschap", zegt Huybrechts.

Videospeler inladen...

Verschillende spelers zoals de EU, de VS, Japan en Zuid-Korea hebben beloofd om tegen 2050 klimaatneutraal te willen worden (voor China is dat 2060), maar het jongste rapport toont opnieuw aan dat er ook op de korte termijn nog heel veel moet gebeuren. 

Sommigen zeggen zelfs dat de extra inspanningen van Europa in het kader van de Green Deal (-55 procent uitstoot tegen 2030 in plaats van -40, het zogenoemde 'Fit for 55'-project) nog onvoldoende zijn, ook al is Europa een van de grote voortrekkers wereldwijd qua klimaatinspanningen. 

Het zal in november blijken of dit nieuwe rapport de wereldleiders tot (nog) meer actie kan aanzetten, terwijl de klimaatverandering intussen steeds tastbaarder wordt. Het rapport waarschuwt ons alvast voor wat er de komende decennia allemaal nog komen kan, afhankelijk van hoe snel we onze fossiele brandstoffen kunnen opgeven. 

Wat is het goede en wat het slechte nieuws?

“We zien al tientallen jaren dat het klimaat opwarmt. Wat we nu zien, is dat het snel gaat, dat het wijdverspreid is, dat het zich intensifieert, en vooral ook dat de klimaatverandering zoals we die nu kennen, zonder voorgaande is in de laatste duizenden jaren", vertelt Huybrechts. "Het gaat snel, en het gaat ook sneller dan gedacht tot tien jaar geleden. De laatste jaren zijn er enkele heel warme jaren geweest, de snelheid van toename stijgt. Dat is met de temperatuur zo, en ook voor het zeeniveau." 

Het IPCC schrijft ook dat we sowieso naar anderhalve graad opwarming gaan. Tijdens dat proces wordt de hele wereld geraakt door de klimaatopwarming. Dat is het slechte nieuws. Het goede nieuws is dat we voor een groot deel nog in handen hebben wat daarna gebeurt. Want het rapport zegt ook met zoveel woorden dat de mens verantwoordelijk is voor de klimaatopwarming, door de massale uitstoot van broeikasgassen. En de  toekomstige uitstoot hebben we zelf in de hand. 

Bekijk hier hoe professor Huybrechts het rapport samenvat: "Het gaat snel, en ook sneller dan gedacht tot 10 jaar geleden."

Videospeler inladen...

Momenteel zit de wereldwijde opwarming aan ongeveer 1,1 graden Celsius vergeleken met de periode tussen 1850 en 1900. De verwachting is dat de opwarming zich verder zal doorzetten, in een tempo van 0,2 graden per decennium.  

Maar wat we nog mogen uitstoten aan CO₂ om te mikken op  een bepaalde maximale opwarming, het zogenoemde koolstofbudget, wordt almaar kleiner, waarschuwt het IPCC. Volgens het rapport gaan we in de loop van de komende 20 jaar naar anderhalve graad opwarming. Dat kan 2040 zijn, maar ook een stuk vroeger. Veel zal afhangen van hoeveel we op de korte termijn uitstoten.  

Reken zelf maar eens mee: voor anderhalve graad was ons koolstofbudget begin 2020 400 gigaton CO₂ (voor een zekerheid van 67 procent om eronder te blijven). In het jaar 2019, net voor de coronacrisis, zaten we wereldwijd aan een uitstoot van 40 gigaton. In het coronajaar 2020 was dat een zevental procent minder door uitzonderlijke omstandigheden, maar de economieën trekken intussen weer  volop aan. 

Alles kan dus nog, maar evengoed zitten we over 10 jaar aan anderhalve graad. Om onder de 2 graden opwarming te blijven (opnieuw met een zekerheid van 67 procent), hebben we 1.150 gigaton koolstofbudget over, schetst het IPCC nog. Daar is de uitstootmarge dus nog iets groter, maar twee graden is dan ook een nog gevaarlijker drempel. Om met een grotere zekerheid dan 2 op de 3 onder die drempels te blijven, zijn de koolstofbudgetten telkens overigens nog kleiner. 

We weten nu heel goed waar we aan toe zijn

Joeri Rogelj, klimaatwetenschapper verbonden aan het Imperial College in Londen

Positief is dat de wetenschap nu kan rekenen op nog betere meettechnieken en analysemethodes. We weten nu heel goed waar we aan toe zijn, schetst Rogelj. "Als we erin slagen om onze emissies tot nul te herleiden, zal er weinig bijkomende opwarming plaatsvinden. We kunnen dus de klimaatopwarming een halt toeroepen."

"We hebben de toekomst in onze eigen handen", vertelt Rogelj. "Onze uitstoot in de volgende 10 à 20 jaar zal bepalen of we de opwarming tot veilige, aanvaardbare niveaus kunnen beperken, dan wel of we een opwarming van 2,5 graden, of 3 à 4 graden zullen zien op het einde van de eeuw."

Videospeler inladen...

Wat moeten we nu doen?

Wat we ook doen, we gaan over die symbolische (potentieel gevaarlijke) drempel van anderhalve graad opwarming, met 1,6 graden erbij rond 2050. "De temperatuur zal zeker tot het midden van de eeuw blijven stijgen, onder elk scenario", waarschuwt het rapport. Dat mag geen reden zijn om niet in te grijpen, integendeel. Nu het snel gaat met de opwarming, is net meer actie nodig. 

Nu wordt het meer dan ooit belangrijk om snel te handelen en snel onze fossiele uitstoot af te bouwen. We moeten dus zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie of gas. In plaats daarvan moeten we overschakelen naar een duurzamere maatschappij waar hernieuwbare energie centraal staat. Dat is een taak van de overheden, maar ook wij als burgers kunnen veel doen door de keuzes die we maken, onderstrepen experts. Het is allemaal al vaker gezegd, maar de situatie blijkt nog hoogdringender te zijn dan eerst gedacht

Snel handelen blijft nuttig, want na die anderhalve graad kunnen we de situatie op een bepaald niveau laten stabiliseren en niet verder uit de hand laten lopen. En elk tiende van een graad maakt wel degelijk een groot verschil. “1,7 graden is nog altijd veel beter dan 1,8 graden, en 1,6 graden veel beter dan 1,7”, stipt Huybrechts aan. 

Elk tiende van een graad minder opwarming maakt een groot verschil

Wat zijn de mogelijke klimaatscenario's?

Het IPCC schetst vijf verschillende scenario's op basis van hoe goed we erin slagen los te komen van fossiele brandstoffen zoals kolen, gas of olie. Wij nemen er drie uit: het allerbeste, het middelste (ook wel middle-of-the-road genoemd) en het slechtste, worst-case scenario, ook wel fossil fuel intensive scenario genoemd. 

Volgens het allerbeste scenario gaan we, na eerst naar anderhalve graad te zijn gestegen, tegen het midden van deze eeuw naar 1,6 graden extra om dan tegen het einde van de eeuw naar 1,4 te gaan. 

Volgens het middelste komen we rond 2050 uit op 2,0 graden extra, en tegen het einde van de eeuw op 2,7 graden extra. Het slechtste parcours brengt ons naar 2,4 graden extra rond 2050, en 4,4 graden extra tegen het einde van de eeuw. Wat het ook wordt, om de opwarming te laten stabiliseren moeten we naar een netto-nuluitstoot van broeikasgassen. Hoe sneller dat kan, hoe beter. 

Op welk scenario gaan we landen?

Het zou wel eens kunnen dat we op de middenweg belanden, of misschien een stuk(je) daaronder, denken experts, rekening houdend met hoe traag een maatschappij vaak evolueert.  

Het laagste uitstootscenario wordt sowieso moeilijk, weet Huybrechts: "Hierbij zouden we op de lange termijn 15 gigaton CO₂ uit de atmosfeer moeten halen. Je moet weten dat we vandaag nog altijd aan 40 gigaton uitstoot per jaar zitten. We moeten dus eerst klimaatneutraal worden (dat kan volgens de huidige doelen dus in 2050), en dan naar 15 gigaton negatief moeten gaan. Dat lijkt me een beetje sciencefiction.” 

Want dan zouden we op bijzonder grote schaal CO₂ uit de lucht moeten halen. Nu bestaan er wel veel technieken, maar de vraag blijft op welke schaal ze kunnen worden toegepast, en sommige zijn ook heel energie-intensief. Er zijn eigenlijk twee problemen, zegt Huybrechts: “Je kan niet alle emissies vermijden. En je kan niet alles met elektriciteit doen.” 

Het slechtste scenario kunnen we in principe ook wel vermijden, zodat we mogelijk naar een middelste route gaan, misschien iets daaronder. 

Komen we uit op het middelste scenario? 

Kunnen we op grote schaal CO₂ actief uit de atmosfeer halen?

Van wat we jaarlijks de lucht injagen aan CO₂, het voornaamste broeikasgas, wordt 56 procent opgenomen op land (bomen en gesteenten bijvoorbeeld) en door de zee, terwijl ruim 40 procent in de atmosfeer blijft.

Die CO₂ blijft daar dan decennia of zelfs honderden jaren hangen, wat het broeikaseffect laat voortduren - we zitten nu aan het hoogste peil CO₂ in zowat 2 miljoen jaar. Naast het terugbrengen van de uitstoot, zouden we dus ook best actief CO₂ uit de lucht plukken. 

De zogenoemde natuurlijke koolstofputten of sinks moeten actiever worden gemaakt (zo wordt onderzocht of het gesteente olivijn op grote schaal kan worden ingezet). 

Anderzijds moeten we uitkijken met de efficiëntie van natuurlijke opnamemechanismen. Zo zal op termijn de capaciteit van de oceanen om CO₂ te blijven opnemen, verder dalen. En bij bosbranden komt koolstof die de natuur uit de lucht had gehaald, in één keer weer vrij. 

Net de huidige klimaatopwarming werkt bosbranden in de hand. "Extreme temperaturen en droogtes zullen net als het ontdooien van de permafrost (permanent bevroren ondergrond rond de poolcirkel, red.) de opname van CO₂ in bepaalde gebieden negatief beïnvloeden", schrijft het rapport. 

Reusachtige ventilatoren of olivijn: op welke schaal kan het helpen? 

Natuurlijke CO₂-opname is één ding, de mens zoekt ook manieren om zelf CO₂ uit de lucht te plukken en op te slaan. Denk aan de reusachtige ventilatoren van Climeworks die de lucht filteren, er de CO₂ uit halen en die opslaan. Maar die machines slorpen veel energie op, en net als met andere technieken zouden ze op bijzonder grote schaal nodig zijn. 

Er zijn nog veel andere technieken voor het vangen en opslaan van CO₂ (CCS of carbon capture and storage, de ene al realistischer of met meer of minder zijdelingse risico's dan de andere, maar zelfs bij de beste technieken blijft de vraag op welke schaal ze zullen kunnen worden gebruikt).  

"Projecten voor het op grote schaal verwijderen van CO₂ zijn ofwel nog in de onderzoeksfase, ofwel blijkt dat ze niet op grote schaal kunnen worden toegepast, of toch niet groot genoeg om tot een vermindering van de hoeveelheid CO₂ in de atmosfeer te komen", schrijft het rapport hierover.

De conclusie is en blijft eenvoudig: beter voorkomen dan genezen, benadrukken experts. Het is veel beter om uitstoot te vermijden, dan om achteraf via dure ingrepen de dingen opnieuw te moeten rechtzetten. Maar de nieuwe technieken zullen hoe dan ook welkom zijn in de strijd tegen de klimaatopwarming. 

Wat betekent dit nu voor onze toekomst?

We zullen nog meer te maken krijgen met weerextremen zoals droogtes, intense regenval of hittegolven. Zo zou een hittegolf die vroeger 1 keer om de 50 jaar voorkwam in de toekomst veel vaker voorkomen. Bij een opwarming met 2 graden zouden we zoiets om de 10 jaar meemaken, en bij 4 graden extra zelfs elke vijf jaar. Iets wat voor onze overgrootouders een extreme hittegolf was die ze 1 of 2 keer in hun leven meemaakten, wordt dus veel frequenter. 

Idem voor de zware regenval: iets wat vroeger (nog steeds volgens de referentieperiode 1850-1900) maar 1 keer om de 10 jaar gebeurde, zou bij een opwarming met 1,5 graden al om de 7 jaar voorkomen en het extreme event zou 10 procent intenser zijn. 

Overigens zitten we er nu al middenin: het IPCC geeft mee dat we bij een opwarming van 1 graad, waar we nu al licht boven zitten, de berekeningspercentages al gevoelig gestegen zijn, wat we al konden ervaren met de hete zomers van enkele jaren geleden en de wateroverlast van juli in het oosten van het land.  

De extremen worden extremer bij een verdere opwarming

Professor Philippe Huybrechts

“Die extreme weersfenomenen zijn nu al bezig. We zitten er nu al in. Dit is geen verre toekomst meer”, weet Huybrechts. "De extremen worden extremer. En hoe warmer het klimaat wordt, hoe meer uitgesproken dat zal zijn." 

Voor ons deel van Europa gaan we naar warmere en nattere extremen. Dus meer hittegolven en meer extreme neerslag, en meer bosbranden in Centraal-Europa. Die worden immers fel in de hand gewerkt door periodes van extreme droogte en/of hitte. Het Middellandse Zeegebied, dat momenteel al met bosbranden kampt(e) op Sardinië, Sicilië, in Griekenland en Turkije wordt nog warmer en droger. 

Wat België betreft, zouden we – zoals we eerder al berichtten – nattere winters krijgen en drogere zomers, maar alles samen genomen zou dat elkaar in balans houden en over het hele jaar zou de neerslag ongeveer hetzelfde blijven.

Het IPCC heeft een interactieve atlas gemaakt waar je de opwarming, regenval en andere factoren kan simuleren. 

(c) Copyright 2019, dpa (www.dpa.de). Alle Rechte vorbehalten

De wereldwijde gevolgen voor de mens?

Net zoals voor Europa, zal ook wereldwijd een opwarming met 2 graden in de plaats van anderhalve graad een groot verschil maken. 

Wat de concrete gevolgen voor de mens zullen zijn, komt nog aan bod in een later IPCC-rapport volgend jaar. Enkele dingen staan evenwel al vast: hoe meer het klimaat opwarmt, hoe meer klimaatvluchtelingen er zullen zijn, in de armste landen en de eilandstaten het eerst. Er is een grotere kans op mislukte oogsten en drinkwatertekorten. Ook de visvangst komt verder onder druk. 

Bepaalde eilanden, laaggelegen gebieden, rivierdelta's en  kuststeden komen in de frontlinie van de klimaatverandering te liggen, zeker als ook de zeespiegel verder zal doorstijgen. 

Niet enkel de armste gebieden komen daarbij in gevaar: ook moderne grootsteden zoals pakweg New York of Mumbai in India. Nog een ander risico is dat bepaalde steekmuggen die ziektes kunnen overbrengen, door de klimaatopwarming kunnen opschuiven naar nieuwe gebieden. 

Wat zijn de gevolgen voor de natuur?

Niet enkel de mens is slachtoffer: ook ecosystemen en de biodiversiteit lopen een steeds groter gevaar. Tot 54 procent van alle dier- en plantensoorten zou kunnen uitsterven tegen het einde van de eeuw bij een opwarming tussen 2 en 3 graden Celsius, lekte het Franse persbureau AFP op basis van dat IPCC-rapport in voorbereiding. 

Natuurgebieden kunnen verdwijnen of definitief een ander gezicht krijgen: zo zou de Amazone, een van de longen van de aarde, een omslagpunt kunnen bereiken en op termijn één grote savanne kunnen worden, waarschuwt het rapport. Van de koraalriffen, die nu al hard in de brokken delen, zou bij anderhalve graad extra 70 tot 90 procent acuut gevaar lopen. 

Wat we nu al zien gebeuren, kan zich verder doorzetten: het afsmelten van de permafrost en grote bosbranden, die in de hand worden gewerkt door de klimaatverandering. Bosbranden kunnen de opwarming nog meer in de hand werken, want ze doen veel CO₂ vrijkomen terwijl in de permafrost nog veel CO₂ en methaan gevangen zitten, een nog krachtiger broeikasgas dan CO₂. 

Hoeveel gaat de zeespiegel stijgen?

Anderzijds gaat het smelten van de ijskappen verder, wat een verdere stijging van de zeespiegel veroorzaakt. Tegen het einde van de eeuw zou het zeeniveau 30 centimeter tot 1 meter stijgen, en op de langere termijn nog meer. En daar zit nog een extra addertje onder het gras, waarschuwt Huybrechts.

"Er zijn ook effecten die op heel lange termijn spelen. Die zouden ons misschien nog het meest zorgen moet baren. Het gaat om het smelten van de ijskappen, het uitzetten van het oceaanwater ... Dat zijn systemen die heel traag reageren op de opwarming. Daar zal alles nog duizenden jaren nawerken. Maar ook hier is het heel belangrijk om de opwarming zo laag mogelijk te houden."

Het nieuwe klimaatrapport heeft de prognoses weer wat naar boven bijgesteld. Volgens het IPCC zal "het zeeniveau nog doorstijgen gedurende honderden tot duizenden jaren door de opwarming van de oceanen en het smelten van de ijskappen. Tijdens de volgende 2.000 jaar zal de zeespiegel 2 tot 6 meter stijgen bij een opwarming van 2 graden Celsius". Nog een reden om extra snel te handelen en de klimaatgevolgen te beperken voor de volgende generatie(s).  

"We zijn bezig met effecten in gang te steken die zeer lang zullen nawerken en die zeer verstrekkende gevolgen zullen hebben", zegt Philippe Huybrechts.

Videospeler inladen...

Meest gelezen