Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Ruime meerderheid hoogleraren belastingrecht heeft een commerciële (bij)baan

Een ruime meerderheid van alle Nederlandse belastinghoogleraren heeft nog altijd banden met accountants- en advocatenkantoren. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant

De skyline van de Zuidas in Amsterdam.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

De laatste jaren is de kritiek op ‘dubbele petten’ in wetenschap en bedrijfsleven toegenomen. Commerciële nevenfuncties zouden de onafhankelijkheid aantasten, waardoor gevoelige thema’s onvoldoende zouden worden onderzocht.

Van de 61 belastinghoogleraren die een aanstelling hebben aan een Nederlandse universiteit, zijn er achttien verbonden aan de vier grote accountantskantoren: PricewaterhouseCoopers (PwC), Deloitte, EY en KPMG Meijburg & Co. Deze bedrijven gelden als belangrijke architecten van de routes voor belastingontwijking door multinationals. De discussie daarover laaide onlangs weer op door de publicatie van de Pandora Papers. Die legden bloot dat wereldwijd nog steeds sprake is van grootschalige belastingontwijking.

Daarnaast werken er 22 hoogleraren bij advocatenkantoren of andere bedrijven die belastingadvies geven. Bij elkaar heeft ruim 65 procent van de hoogleraren belastingrecht en fiscale economie een commerciële (bij)baan. Minstens twee hoogleraren hebben een leerstoel die wordt betaald door hun andere werkgever: PwC en Aegon Adfis. De Universiteit van Amsterdam telt de meeste dubbelfuncties. Tien van de twaalf hoogleraren hebben daar een betrekking bij een belastingadvieskantoor. Aan de Erasmus Universiteit zijn dat er acht van de tien.

Naast bijbanen in de zakenwereld werken er ook vijf hoogleraren voor instanties als de Belastingdienst, de gemeente Amsterdam, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) en het Centraal Planbureau. Zestien hoogleraren hebben een nevenfunctie in de rechtspraak, als rechter-plaatsvervanger of raadsheer-plaatsvervanger, van wie er twaalf ook verbonden zijn aan een commercieel belastingadvieskantoor. Drie hoogleraren hebben naast hun universitaire aanstelling een volledige baan in de rechtspraak.

Ruime meerderheid hoogleraren belastingrecht heeft een commerciële (bij)baan

De Grote Vier

Vijf jaar geleden deed de Volkskrant ook onderzoek naar de nevenwerkzaamheden van belastinghoogleraren. Toen had nog bijna driekwart een betrekking bij een commercieel kantoor. Ruim een derde van alle belastingprofessoren was destijds verbonden aan de ‘Grote Vier’.

De afgelopen jaren is de politieke kijk op commerciële dubbelfuncties verschoven. In antwoord op Kamervragen zei toenmalig staatssecretaris Eric Wiebes vijf jaar geleden nog: ‘Vanuit het oogpunt van kenniscirculatie is het wenselijk dat hoogleraren nevenfuncties hebben bij advocaten- of accountantskantoren.’ Waarbij hij wel erkende dat ‘het risico op belangenverstrengeling’ nooit helemaal valt uit te sluiten.

Zijn opvolger Hans Vijlbrief liet eind vorig jaar juist weten dat fiscalisten die als hoogleraar én belastingadviseur werken voorlopig niet meer welkom zijn in adviescommissies van de regering over belastingontwijking en andere fiscale zaken. De staatssecretaris gaf te kennen ‘de vermenging van sommige beroepen’ met enige verbazing aan te zien. Hij wil voortaan commissies vormen waarin mensen zitten die ‘niet gekleurd zijn door hun achtergrond’. Direct belang noemde Vijlbrief ‘niet gewenst’. Al zei hij later ook hoogleraren met een dubbelfunctie niet voor altijd uit te willen sluiten: ‘Dan snijd je je voor de toekomst van al die deskundigheid af.’

Zwieper

Een paar dagen eerder, op 3 november 2020, gaf de Leidse hoogleraar belastingrecht Jan Vleggeert de discussie nog een flinke zwieper. ‘Zijn fiscale wetenschappers die tegelijkertijd werkzaam zijn bij een commercieel kantoor nog wel onafhankelijk?’, vroeg de hoogleraar zonder nevenfuncties zich tijdens zijn oratie af. Zijn conclusie: nee.

Sommige onderwerpen komen in de academische wereld nauwelijks aan bod, hield Vleggeert zijn toehoorders voor: ‘Vermoedelijk omdat het vanuit commercieel perspectief handiger is om deze onderwerpen te laten rusten.’ Vleggeert ziet een combinatie van verschillende petten als een probleem. ‘De fiscale hoogleraar van de toekomst heeft aan één pet, zijn of haar universitaire pet, meer dan genoeg.’

In juni sloeg een van de Amsterdamse ‘dubbele-petters’, Stef van Weeghel (Universiteit van Amsterdam en PwC), stevig terug tijdens een debat van de Vereniging voor Belastingwetenschap. ‘De oratie van Vleggeert bevat geen begin van bewijs dat onderzoek en onderwijs structureel het belang van een achterban dienen’, tekende het Het Financieele Dagblad op uit zijn mond. Er zijn geen aanwijzingen voor afhankelijkheid van dubbele petten, aldus Van Weeghel.