Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wateroverlast en overstroming van gebouwen en kwetsbare instellingen Milieu en natuur

Wateroverlast en overstroming van gebouwen en kwetsbare instellingen

Gepubliceerd op 22 oktober 2021 • Volgende update: oktober 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In het huidige klimaat is 4,5% van de gebouwen in het Vlaamse Gewest mogelijk onderhevig aan wateroverlast. Bij wateroverlast is de bron van het teveel aan water pluviaal, door korte maar erg hevige regenval.

De top 5 van gemeenten met het hoogste aandeel gebouwen met mogelijke wateroverlast zijn Drogenbos (28,7%), Voeren (19,7%), Oostende (19,6%), Blankenberge (18,5%) en Hoegaarden (17,3%).

Tegen 2050 7,8% van gebouwen onderhevig aan mogelijke wateroverlast

Wanneer de klimaatverandering zich de komende decennia doorzet, kunnen bijvoorbeeld door meer extreme neerslag (in de zomer) of bij langer aanhoudende neerslag (in de winter) extra gebouwen bedreigd worden door wateroverlast.

Uitgaande van het hoog-impact scenario kan het aandeel gebouwen geconfronteerd met wateroverlast gemiddeld over het Vlaamse Gewest bijna verdubbelen van de huidige 4,5% naar 7,8% in 2050. Lokaal kan de impact veel hoger worden, met 20 tot 30% gebouwen met mogelijke wateroverlast in bepaalde steden en gemeenten.

In het huidige klimaat is gemiddeld 6,5% van de kwetsbare instellingen in het Vlaamse Gewest mogelijk onderhevig aan wateroverlast. Kwetsbare instellingen zijn instellingen voor kinderopvang, scholen, ziekenhuizen en verplegingsinstellingen.

De top 5 van gemeenten met het hoogste aandeel kwetsbare instellingen met mogelijke wateroverlast zijn Hoegaarden (36,4%), Linkebeek (33,3%), Voeren (28,6%), Ronse (25,0%) en Zwalm (25,0%).

Tegen 2050 11,4% van kwetsbare instellingen onderhevig aan mogelijke wateroverlast

Ook het aandeel kwetsbare instellingen met mogelijke wateroverlast kan gemiddeld over het Vlaamse Gewest bijna verdubbelen van de huidige 6,5% naar 11,4% in 2050, uitgaande van het hoog-impact klimaatscenario.

Lokaal kan de impact veel hoger worden met in bepaalde steden en gemeenten tot 30% en meer van de kwetsbare instellingen die impact kunnen ondervinden van wateroverlast.

In het huidige klimaat is gemiddeld 0,7% van de gebouwen in het Vlaamse Gewest overstroombaar. Bij overstromingen is de bron van het teveel aan water fluviaal, vanuit waterlopen die buiten hun oevers treden. In tegenstelling tot wateroverlast wat in nagenoeg alle gemeenten in het Vlaamse Gewest voor kan komen, is overstroming een meer lokaal gegeven bepaald door de ligging van waterlopen.

De top 5 van gemeenten met het hoogste aandeel overstroombare gebouwen zijn Sint-Martens-Latem (13,3%), Damme (11,4%), Rotselaar (7,2%), Lo-Reninge (6,0%) en Temse (5,8%).

Tegen 2050 1,3% van gebouwen overstroombaar

Uitgaande van het hoog-impact scenario kan het aandeel gebouwen geconfronteerd met overstroming door waterlopen verdubbelen van de huidige 0,7% naar 1,3% in 2050 (in gemeenten waarvoor modelresultaten beschikbaar zijn). Lokaal kan de impact veel hoger worden, met 5 tot 10% overstroombare gebouwen in bepaalde steden en gemeenten.

In het huidige klimaat is gemiddeld 1,0% van de kwetsbare instellingen in het Vlaamse Gewest overstroombaar vanuit waterlopen. De top 5 van gemeenten met het hoogste aandeel overstroombare kwetsbare instellingen zijn Duffel (13,9%), Ternat (12,5%), Zoutleeuw (12,5%), Lo-Reninge (7,7%) en Damme (7,4%).

Tegen 2050 2,2% van kwetsbare instellingen overstroombaar

Ook het aandeel van de kwetsbare instellingen met mogelijk overstromingsgevaar kan verdubbelen van de huidige 1,0% naar 2,2% in 2050 (in gemeenten waarvoor modelresultaten beschikbaar zijn), uitgaande van het hoog-impact klimaatscenario.

Lokaal kan de impact veel hoger worden met in bepaalde steden en gemeenten tot 10% en meer van de kwetsbare instellingen die impact kunnen ondervinden van overstromingen.