Direct naar artikelinhoud
Gebrek aan motivatie

Universiteiten: 1 op 7 van onze studenten hoort op het hbo

Eerstejaarsstudenten nemen deel aan de introductieweek in Groningen, augustus 2022.Beeld ANP / ANP

Hbo’s krijgen steeds minder studenten, universiteiten zijn juist razendpopulair. En dat terwijl een deel van de studenten daar helemaal niet op zijn plaats is, vinden de universiteiten zelf.

Een significant deel van de huidige universitaire studenten komt beter tot zijn recht op de hogeschool. Dat schrijft een commissie van universiteitsbestuurders in een onlangs gepubliceerde toekomstvisie die door alle universiteiten wordt onderschreven.

De commissieleden schatten dat 15 procent van de studenten eigenlijk niet thuishoort op de universiteit. Dat is omgerekend grofweg een op de zeven studenten. Mede door de komst van deze studentengroep groeien de universiteiten sneller dan wenselijk, stellen de bestuurders.

Gebrek aan ‘intrinsieke motivatie’ voor de wetenschap

“Een flink deel van de studenten is hun studie gaan zien als een beroepsopleiding”, zegt Elmer Sterken, voorzitter van de commissie en voormalig rector van de Rijksuniversiteit Groningen. “Zij willen snel afstuderen en daarna vooral de arbeidsmarkt op.”

Dat staat volgens hem haaks op het academische gedachtegoed. “Uiteindelijk is een universitaire studie vooral bedoeld voor degenen die in hun wezen geïnteresseerd zijn in de wetenschap. Studenten moeten de intrinsieke motivatie en de mogelijkheden hebben om onderzoek te doen. We merken echter dat lang niet alle huidige studenten dat hebben.”

Het percentage van vijftien procent is wel ‘over de duim gemeten’, zegt Sterken. Er is aanvullend onderzoek nodig om nauwkeuriger in beeld te krijgen om welke studenten het precies gaat. “Puur op basis van intuïtie zou ik zeggen dat de bètastudenten wat meer in de wetenschap zijn geïnteresseerd. In mijn eigen vakgebied – de economie – denken studenten bijvoorbeeld wat beroepsgerichter.”

Scheve verdeling tussen universiteiten en hogescholen

De Nederlandse universiteiten maakten de afgelopen decennia een onstuimige groei door. Hadden de instellingen in 2010 nog iets meer dan 240.000 studenten, inmiddels zijn dat er bijna 350.000. En de groei is er nog niet uit. Ondertussen maken veel hogescholen zich juist op voor een voorspelde krimp.

Die verdeling moet eerlijker, zeggen de universiteiten nu. Daarom moet het afgelopen zijn met de academic drift, de neiging van aankomend studenten (en hun ouders) om alsmaar te kiezen voor de ‘hoogst’ mogelijke opleiding. Universiteiten op hun beurt moeten het academische karakter weer omarmen, bijvoorbeeld door veel vaker tweejarige masters aan te bieden. Op die manier zouden toekomstige studenten wél op de juiste plek terechtkomen.

(Tekst gaat door onder afbeelding)

Terwijl het aantal studenten op de universiteiten doorgroeit, gaan de hogescholen waarschijnlijk inkrimpen.Beeld Fadi Nadrous

Ander financieringssysteem nodig

Daarvoor is wel een ander financieringssysteem nodig, menen de universiteiten. Nu wordt de hoogte van de overheidsbijdrage voor een groot deel bepaald door het aantal studenten en geslaagden dat een universiteit telt, waardoor er een perverse prikkel ontstaat om alsmaar meer studenten aan te nemen.

“Een capaciteitsbekostiging zou beter zijn”, zegt Sterken. “Dat betekent dat je eerst bekijkt welke opleidingen een universiteit in de nabije toekomst wil aanbieden, en de bekostiging vervolgens daarop afstemt.”

De toekomstvisie is bedoeld als schot voor de boeg richting het ministerie van onderwijs. Begin september presenteert demissionair minister Robbert Dijkgraaf (onderwijs) zijn Toekomstverkenning, een visie op het Nederlandse onderwijsstelsel in 2040. Of de capaciteitsbekostiging daarmee dichterbij komt, is overigens maar de vraag: Dijkgraaf zal grote beleidsveranderingen overlaten aan een volgend kabinet.

Ook de hogescholen lieten eind vorige week van zich horen. In een ‘verkiezingsmanifest’ stelde de Vereniging Hogescholen dat er structureel 405 miljoen euro extra nodig is. Dat geld moet onder meer voorkomen dat hogescholen in krimpregio’s moeten snoeien in hun opleidingsaanbod. Ook willen de hogescholen meer inzetten op praktijkgericht onderzoek.

Lees ook:

In dit Emmense laboratorium komen alle onderwijsniveaus samen

Mbo’s, hogescholen en universiteiten moeten veel meer samenwerken, vindt onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Maar hoe doe je dat? In Emmen laten ze het zien.

Dossier: hoger en hoger

Studenten in Nederland leren verder door dan ooit. Waarom doen ze dat? En wat is het effect op henzelf en de maatschappij?