Direct naar artikelinhoud

Nieuw Kamerlid Ingrid van Engelshoven: 'Ik zeg heel vaak 'uh''

Ingrid van Engelshoven: 'Ik ga niet op training om het 'uh' af te leren'.

Nieuwe Kamerleden zoeken hun plek op het Binnenhof. Op wie moeten wij de komende jaren extra letten? Vandaag: Ingrid van Engelshoven van D66 was al belangrijk achter de schermen, nu ook ervoor.

Nog maar net Kamerlid, en nu al lid van het formatieteam van D66 dat Alexander Pechtold van advies dient over de onderhandelingen met VVD, CDA en GroenLinks? Het klinkt als een bliksemcarrière, maar dat is het niet. Ingrid van Engelshoven (50) mag bij het grote publiek misschien niet zo bekend zijn, ze is van de vrouwen in de Nederlandse politiek misschien wel degene met de langste staat van dienst.

Achter de schermen bij haar partij is Van Engelshoven, oud-partijvoorzitter, al jaren een belangrijke factor. Ze bouwde de partij samen met Alexander Pechtold D66 weer op nadat die op sterven na dood was geweest. "Hij deed de buitenboel, en ik de binnenboel, de organisatie."

Alexander Pechtold deed de buitenboel, en ik de binnenboel, de organisatie
Ingrid van Engelshoven

Ze was zeven jaar wethouder in Den Haag, waar D66 bij de vorige verkiezingen de PVV versloeg. Daar stelde ze een college samen van vijf zeer verschillende partijen - precies zoals er nu op het Binnenhof ook schier onmogelijke combinaties moeten worden gesmeed. Ze schreef mee aan het verkiezingsprogramma.

Niet voor niets haalde Alexander Pechtold haar naar het Binnenhof; D66 wil gaan regeren en heeft oude rotten als Ingrid van Engelshoven nodig om te zorgen dat niets een succes in de weg staat. Het nieuwe Kamerlid is een van zijn belangrijkste vertrouwelingen. "Ik ga toch ook al langer mee in de partij dan Pechtold", grapt ze.

Blik van een buitenstaander

Dat begon al toen ze als twintigjarige de afdeling Nijmegen van D66 ging leiden, midden jaren tachtig. Ingrid van Engelshoven woonde net in Nederland, na een jeugd in België, waar haar Nederlandse vader bij een raffinaderij werkte.

"Ik heb heel lang met de blik van een buitenstaander naar Nederland gekeken. Vlak voor ik hier ging wonen, liep ik in België nog in schooluniform. In Nijmegen zat ik naast studenten met hanenkam. Het was een tijd van hevige politieke polarisatie tussen links en rechts. Sowieso verbaasde ik me over de neiging van Nederlanders om mensen in hokjes te duwen."

Als student bestuurskunde hoorde ze D66-leider Hans van Mierlo spreken bij zijn historische lezing 'Reden van bestaan', waarin hij pleitte voor politieke vernieuwing. Ze werd meteen actief lid. "D66 paste wél bij me. Van Mierlo wilde de polarisatie en de hokjes juist doorbreken."

Erbij horen

Zelfs nu nog speelt die jeugd in België soms door in haar politieke opvattingen. "Wij waren de eerste 'buitenlanders' in het dorp. Ik heb op de kleuterschool in België een keer een ander kind geslagen, omdat zij het andere Hollandse meisje plaagden dat na mij op school was gekomen. Ik kan me nog steeds inleven in wat integratie in de praktijk betekent. De hardnekkigheid van het stempel dat je anders bent, wat je ook doet. En vooral: de diepe wil om erbij te willen horen."

Ze trekt dat door naar het huidige integratiedebat: "Je mág erbij horen. Daar begint het mee. Dat moet de politieke boodschap zijn."

Geldt dat ook voor sommige nieuwkomers die er zelf heel andere ideeën op nahouden over Nederlandse vrijheden? "Ja, ik geloof dat ook zij er op hun manier bij willen horen. Dat is wel wederkerig, hoor. Je mag erbij horen, maar moet zelf ook meedoen."

Instant oneliners

Als voormalig wethouder van onderwijs gelooft ze in 'gelijke kansen', de nieuwe slogan waarmee D66 de verkiezingen inging. "Gelijke kansen beginnen in het onderwijs. Daar moet het anders. We moeten vooral investeren in het beroepsonderwijs. En voor nieuwkomers in snelle en betere inburgering."

In de Tweede Kamer gaat ze zich bezighouden met binnenlandse zaken en politie, waarbij ze vooral wil letten of plannen ook praktisch uitvoerbaar zijn. Opvallend was de belofte waarmee ze haar maidenspeech opende. Ze kondigde meteen aan dat er van haar geen 'instant oneliners' gaan komen. Ze is er te bedachtzaam voor. "Het is gewoon zo: ik ben niet de vlotste prater. Ik zeg heel vaak 'uh'; dan ben ik mijn woorden nog aan het wegen."

Het was ook voor haarzelf een punt van twijfel. Is ze met die bedachtzaamheid wel geschikt voor de Kamer? "Tot ik op een wandeltocht in Ierland de knoop doorhakte. Ik ben vijftig. Kom op. Ik ga niet meer op training om het 'uh' af te leren. Dat bedachtzame is wie ik ben".

En na een korte pauze: "Het zou mooi zijn als in de Tweede Kamer meerdere stijlen 'goed' zijn. Kiezers zijn ook niet allemaal hetzelfde."

Vraag en antwoord

Favoriete politieke boek?  "'Mevrouw de Minister' van Madeleine Albright, prachtige autobiografie van een moedige vrouw."

Beste premier ooit? "Els Borst, als beste premier die we nooit hebben gehad. Vakbekwaam en zorgvuldig."

Eigen politiek dieptepunt?  "Campagneleider bij de Statenverkiezingen van 1995. Het begin van een neergang van vijftien jaar voor D66, na regeren in Paars."

Politieke hoogtepunt?  "De aanblik van zo'n grote fractie, op 17 maart, na de een-na-beste uitslag ooit voor D66."

Eerste politieke herinnering: "Als student, komend uit een a-politiek nest, luisteren naar een lezing van Hans van Mierlo."

Eerste keer gestemd: "D66."

Hobby buiten de politiek: "Wandelen. Helemaal alleen een paar dagen door de natuur, zonder man en kind."