In het kort
- Houd uw hand na de operatie 2 dagen hoog.
- Doe na de operatie een paar keer per dag oefeningen.
- Bel uw arts bij 1 of meer van deze klachten na de operatie:
- Uw wond doet pijn en wordt rood
- U krijgt koorts van 38 graden of hoger.
- Uw vingers veranderen van kleur (bijvoorbeeld wit of blauw).
- Uw vingers worden koud.
Adviezen na een operatie bij de ziekte van Dupuytren
Naar huis
U kunt na een operatie niet zelf autorijden of fietsen. Vraag daarom vooraf of iemand u naar huis wil brengen. Reist u met het openbaar vervoer of wilt u gaan lopen? Vraag dan of iemand met u mee kan gaan.
Hulp na de operatie
Met uw art bespreekt u of u hulp nodig heeft bij bijvoorbeeld wassen, aankleden, koken. Vraag uw familie of vrienden om u te helpen.
Wond
Er zijn 2 soorten operaties. Bij de 1 krijgt u een wond en hechtingen, bij de ander niet:
- Bij wegsnijden van dikke draden of knobbels krijgt u hechtingen en een verband om uw hand. U bespreekt met uw arts wanneer u schoon verband om doet, en wanneer de hechtingen eruit mogen. En wanneer u kunt douchen.
- Bij draden losmaken met een naald krijgt u geen wond en geen hechtingen.
Hand hoog houden
Houd uw hand de eerste 2 dagen hoog in een doek om uw nek (mitella) of op een kussen. Dan is de kans kleiner dat uw hand dik wordt.
Pijn
Na de operatie kunt u pijn gaan voelen als de verdoving is uitgewerkt. Deze pijn is meestal niet heel erg. U kunt hiervoor een pijnstiller zoals paracetamol nemen.
Werken
Wanneer u weer kunt werken, hangt af van het werk dat u doet. En of uw wond goed geneest. Uw arts bespreekt dit met u.
Oefenen na een operatie bij de ziekte van Dupuytren
Oefenen na het losmaken van dikke draden met een naald
Na 1 of 2 dagen mag het verband eraf. Dan kunt u beginnen met oefeningen doen. Buig en strek de vingers bijvoorbeeld rustig 3 tot 6 keer per dag. Bespreek met uw arts of u daarvoor naar de handtherapeut gaat. En of u een spalk nodig heeft. Een spalk is een plastic beugel waarmee uw vinger recht blijft.
Oefenen na het wegsnijden van dikke draden of knobbels
3 tot 5 dagen na de operatie kunt u naar de handtherapeut. De handtherapeut kijkt of uw wond goed geneest. En of u een spalk nodig heeft. Een spalk is een plastic beugel waarmee uw vinger recht blijft.
Ook leert u weer dingen te doen met uw hand. Zoals aankleden, koken, fietsen, autorijden. Daarom krijgt u oefeningen voor uw vingers. U doet de oefeningen elke dag 3 tot 6 keer, 3 tot 12 weken lang.
Wanneer bellen na een operatie bij de ziekte van Dupuytren?
Bel het ziekenhuis als u na de operatie 1 of meer van deze klachten krijgt:
- Uw wond doet pijn en wordt rood.
- Er komt geel vocht uit uw wond (pus).
- U heeft koorts van 38 graden of hoger.
- Uw vingers veranderen van kleur (bijvoorbeeld wit of blauw).
- Uw vingers worden koud.
- Uw wond gaat opeens weer bloeden.
Hoe gaat het verder na een operatie bij de ziekte van Dupuytren?
Na losmaken van draden met een naald geneest de wond meestal goed.
Uw vingers trekken vaak eerder weer krom dan bij wegsnijden.
Na wegsnijden van draden of knobbels is het risico dat uw wond niet goed geneest groter.
Uw vingers trekken vaak later weer krom dan bij losmaken.
Meer informatie over de ziekte van Dupuytren
- Contact met mensen die ook de ziekte van Dupuytren hebben: Stichting Dupuytren Nederland
- Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: ZorgkaartNederland
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor specialisten over de ziekte van Dupuytren.