Geweld tegen homoseksuelen

(2006). M. van San en J. de Boom (RISBO Contractresearch, Erasmus Universiteit, Rotterdam). Verkenningen 18

 

(2006).
M. van San, en J. de Boom (RISBO Contractresearch, Erasmus Universiteit Rotterdam). P&W-Verkenningen 18

Samenvatting
Belangrijkste onderdeel van de verkenning is een internet-enquête onder homoseksuelen, die via het COC zijn benaderd. Uiteindelijk hebben 776 respondenten meegewerkt. Verder zijn mondelinge interviews gehouden met een vijftiental homoseksuelen, mannen en vrouwen, en is gekeken in hoeverre de politieregistraties van aangiftes van anti-homo geweld een betrouwbaar beeld geven van de werkelijke aard en omvang.

Uit de internetenquête onder 776 Nederlandse homoseksuelen blijkt dat het grootste deel van de ondervraagden zich zelden of nooit onveilig voelt. Desondanks voelt zeventien procent zich soms en twee procent zich vaak onveilig als gevolg van hun homoseksuele geaardheid. Ongeveer veertig procent is zich de laatste jaren (enigszins) onveiliger gaan voelen vanwege zijn/haar homoseksualiteit.
Een groot deel (76 %) wijt de toegenomen onveiligheidsgevoelens (onder andere) aan hun gevoel dat bepaalde groepen hun homovijandigheid nadrukkelijker uiten. Daarnaast geeft 67 procent aan zich onveiliger te voelen (mede) door berichten in de media over vervelende incidenten die homoseksuelen zijn overkomen. Bijna eenderde is zich de laatste jaren onveiliger gaan voelen als gevolg van vervelende incidenten die hij/zij zelf (33%) of vrienden en bekenden (31%) hebben meegemaakt. Bijna eenderde is zich, om incidenten te voorkomen, anders gaan gedragen.

Pesterijen en treiterijen vinden veelal plaats op het werk of op school, waarbij (leraren op) scholen een bijzondere kwetsbare positie innemen Bij pesterijen op het werk gaat het in nagenoeg alle gevallen om (autochtone) Nederlandse daders. Uitschelden en bedreigingen en mishandelingen zijn meer verbonden met het publieke domein. Incidenten die vallen onder de noemer uitlachen/uitschelden zijn niet gerelateerd aan een specifiek tijdstip. Dergelijke incidenten komen vaak voor in het centrum van de stad en de daders zijn relatief vaak van buitenlandse afkomst. Bedreigingen zijn vaak gerelateerd aan het uitgaansleven en vinden relatief vaak 's avonds plaats. Mishandelingen vinden relatief vaak 's nachts in het centrum van de stad plaats. Bij beide relatief zware incidenten hebben de daders relatief vaak een buitenlands uiterlijk.
Wat dit betreft valt op dat naar de indruk van veel ondervraagden, het (uitgaans)klimaat voor homo's in de grote steden meer verslechterd lijkt, harder is geworden, vergeleken met kleinere gemeenten.

Hoewel geweld tegen homo's een wezenlijk probleem vormt in deze tijd wordt er door de slachtoffers slechts sporadisch aangifte gedaan. Redenen voor niet aangifte zijn onder meer gevoelens van schuld of schaamte en twijfel of de politie er veel aan kan doen. Alleen indien er sprake is van mishandeling doet een meerderheid van de respondenten (60%) aangifte. Voor zover aangifte wordt gedaan is men in het algemeen wel tevreden over de manier waarop deze door de politie wordt opgenomen; wel zou men graag beter geïnformeerd willen worden over de follow-up van de aangifte.

De auteurs pleiten voor nader onderzoek naar de houding en tolerantie van vooral jonge allochtonen jegens homoseksualiteit en daarnaast voor een betere, meer eenduidige registratie van - aangiftes en meldingen van - anti-homogeweld zodat de ontwikkeling ervan beter kan worden gevolgd en in kaart gebracht. 

Bestanden downloaden

geweld_tegen_homosexuelen.pdf
VK18.Kerngegevens.pdf
Terug