Direct naar artikelinhoud
Column Artikel Roze
Marcel Levi

Veiligheid wordt zo een betekenisloos buzzword voor alle situaties waarin je niet helemaal je zin krijgt

Er zijn weinig woorden die de laatste tijd zo vaak en zo serieus worden misbruikt als het woord ‘veiligheid’. Iedereen die maar even zijn zin niet krijgt begint binnen de kortste keren te roepen dat hij zich ‘niet veilig voelt’, en daarmee wordt de discussie dan volledig afgeleid van waar het eigenlijk om ging.

Bij een beoordelingsgesprek waarin je rustig en weloverwogen kritiek op je functioneren krijgt, kun je desondanks onmiddellijk bij een vertrouwenspersoon melden dat je leidinggevende jou een onveilig gevoel geeft en wellicht zelfs klagen over grensoverschrijdend gedrag. Dat de grens die werd overschreden vooral jouw intolerantie is voor serieuze feedback, doet er dan kennelijk niet toe.

Een irritante collega of lastige leidinggevende is plotseling synoniem aan een sociaal onveilig werkklimaat. Of een pittige beoordeling bij je opleiding is zomaar hetzelfde als een onveilige leeromgeving. En als je een keertje wat harder moet werken omdat het druk is, kun je direct claimen dat je je niet veilig voelt in je werksituatie. Door te pas en te onpas alles wat je niet bevalt onveilig te noemen dreigt de term veiligheid te verworden tot een platte dooddoener zonder enige betekenis.

Je kunt veiligheid ook prima gebruiken om je zin te krijgen. Of je nu meer pauze wil tijdens je werk, een betere parkeerplek, een nieuwe bureaustoel of een snellere computer; als je maar roept dat het anders niet veilig is, zal je zien dat binnen no-time al je wensen worden vervuld.

Of je gebruikt veiligheid om een ander in de problemen te brengen. Als Tweede Kamervoorzitter heeft Khadija Arib wellicht de lat wel eens hoog gelegd voor haar medewerkers en misschien is ze zelfs wel eens vinnig uit de hoek gekomen als iemand zijn werk niet goed deed. Dat leidt dan tot (anonieme) meldingen bij een van de zes vertrouwenspersonen van de Tweede Kamer.

Misschien ook goed om eventjes een moment te laten doordringen dat op een personeelsbestand van zeshonderd medewerkers van de Tweede Kamer er dus zes vertrouwenspersonen zijn. Is dat op zichzelf al niet een tikje merkwaardig? En vervolgens resulteert dat in een zwaar beschadigend en belabberd aangestuurd publiek circus waarbij vooral het parlement zelf zijn waardigheid te grabbel gooit.

Veiligheid wordt zo een modieus en betekenisloos buzzword voor werkelijk alle situaties waarin je niet helemaal je zin krijgt. En dat is op zichzelf levensgevaarlijk. Want de term veiligheid devalueert op deze manier van een zwaarwegend alarmbegrip voor situaties met een serieus en concreet risico, dan wel ernstige aantasting van je persoonlijke omgeving, tot een platgeslagen dooddoener en raakt daarmee zijn lading volledig kwijt. En als het dan eens een keer echt onveilig is, reageert niemand meer. Misbruik van het woord ‘veiligheid’ is dus pas echt onveilig.

Marcel Levi is voorzitter van de raad van bestuur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Daarvoor was hij ceo van University College London Hospitals en bestuursvoorzitter van het AMC. Lees al zijn columns hier terug.

Reageren? m.levi@parool.nl.