Direct naar artikelinhoud
Nieuws

De zalen zijn weer open, de QR-codes afgeschaft, maar waar blijft het publiek?

Onzekerheid over of voorstellingen door zouden gaan, spelen gezelschappen parten. 

Een uitverkochte zaal en een staande ovatie bij Parkstad Limburg Theaters in Heerlen.Beeld Parkstad Limburg Theaters

Een simpele optelsom wekte een paar weken geleden feestelijke verwachtingen bij Nederlandse theaters en concertzalen. Bevrijding van de coronamaatregelen plus een naar cultuur hunkerend publiek betekent een volle bak. Het liep anders. Net voor het afschaffen van QR-codes en andere coronamaatregelen op 23 maart wilde de kaartverkoop al niet aantrekken. Zelfs nu het maatschappelijk leven weer vaart krijgt, lopen de bezoekersaantallen pijnlijk achter bij die van 2019, het laatste ‘normale’ culturele jaar.

Juichende recensies, extra publiciteit: het lijkt weinig te helpen. Musici, dansers en acteurs die volle zalen gewend zijn, kijken vanaf het podium geregeld naar grote open plekken in de stoelenrijen. Voor cabaret,  popmuziek en geheide toppers zoals het Concertgebouworkest geldt dit minder. Maar podiumbreed gezien vallen de geluiden over de zaalbezetting in het spectrum ‘zeer matig’ tot ‘rampzalig’.

‘Als je de kaartverkoop vóór de pandemie op 100 procent stelt, is het nu gemiddeld 60 procent’, zegt Siebe Weide van Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Bas Schoonderwoerd, die als directeur van Parkstad Limburg Theaters zes zalen bestiert in Heerlen en Kerkrade, zag dat de kaarten voor het internationale dansfestival Schrittmacher – dat nog loopt tot eind deze week – nog niet voor de helft waren verkocht. Andere jaren zat het ‘ramvol’, vanaf dag één.

Postcorona-zaalvrees

Van een culturele inhaalslag lijkt vooralsnog dus geen sprake. Lijdt het Nederlandse publiek aan postcorona-zaalvrees? Het is een combinatie van factoren, meent Schoonderwoerd. Wat meespeelt, is dat de pr-machine pas laat kon worden aangezwengeld. De zogenoemde customer journey, het proces vanaf de oriëntatie op een voorstelling tot de koop van een kaartje, ontbrak dit seizoen.

‘Normaal begin je maanden tevoren met je publiciteit, na verloop van tijd landt zo’n voorstelling dan bij potentiële bezoekers’, aldus Schoonderwoerd. Nu wisten we drie weken van tevoren nog niet hoe het zou lopen met de coronarestricties – of en hoe de voorstellingen zouden doorgaan. In een normaal jaar wordt 40 procent van de kaarten aan het begin van het seizoen verkocht. Die verkooppiek was er dit keer niet, en dat halen we ook niet meer in.’

Vergeet daarbij niet dat de pandemie weliswaar van de voorpagina’s verdween, maar zeker niet voorbij is, zegt hij. ‘Er is best een grote groep kwetsbare mensen die het nog niet aandurft in een volle theater- of concertzaal te zitten, met het oog op mogelijke besmetting.’ Bij schoolvoorstellingen valt geregeld een klas uit omdat een docent of de hele klas in quarantaine zit.

Halve cast thuis

Ook gezelschappen worden getroffen door covidbesmettingen, zegt Siebe Weide. Zit ineens de halve cast thuis en moet de voorstelling worden geannuleerd. Aan de andere kant zijn er inhaalvoorstellingen. Die stonden op het programma voordat de laatste lockdown inging. Nu moeten die optredens opeens in de ‘normale’ programmering worden geschoven, waardoor er in een week tijd opeens wel drie concerten kunnen zijn in dezelfde zaal in plaats van één. ‘We zitten in de opstartfase, een lastige tijd.’

Of zou het publiek andere activiteiten – ongelimiteerd horecabezoek, vrienden, familie – voorrang geven? Marlies Oele van de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) haalt een onderzoek aan dat onlangs is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Theaterfonds. Elfhonderd personen werd gevraagd naar hun theater- en concertbezoek. 65 procent bleek geregeld een voorstelling te bezoeken in normale tijden. ‘Van die groep liet de helft weten in deze periode minder vaak te gaan.’

De redenen hiervoor verschillen per leeftijdsgroep. Jongeren van 18 tot 34 jaar blijken het programma niet altijd even aantrekkelijk te vinden. ‘Dat is de groep die toch al vaak last minute boekt. Ze zeggen nu wél dat ze zeker van plan zijn vaker te gaan. Die groep zegt ook aan meer behoefte te hebben aan gezelligheid’, zegt Marlies Oele. ‘Daarop kunnen wij inspelen, bijvoorbeeld met campagnes en activiteiten als afterparties.’

Lastig inplannen

De middengroep (35 tot 55 jaar) zegt dat theater- en concertbezoek moeilijker is in te passen in de drukke agenda. ‘Het bleef lang onzeker of een voorstelling of concert wel doorging’, zegt Oele, ‘dan is het lastig plannen.’ De oudste groep voert vooral het argument aan dat er nog gezondheidsrisico’s kleven aan het met zijn allen in een zaal zitten.

Toch denkt niemand dat met de pandemie de cultuurhonger verdwijnt. Schoonderwoerd ziet een inhaalbeweging ontstaan. ‘In week 12 van dit jaar verkochten we 3.500 kaarten tegenover 2.500 in dezelfde periode in 2019. Die lege plekken komen vooral doordat de voorverkoop is weggevallen.’ 

‘Dit is tijdelijk’, beaamt Siebe Weide van de VSCD. ‘Het kan wel even duren voordat het publiek helemaal terug is. Hierbij spelen ook andere factoren mee, bijvoorbeeld hoe de inflatie zich ontwikkelt. Mensen zijn soms wat voorzichtiger met hun uitgaven. Maar wat de langere termijn betreft, lijkt er niets ernstig aan de hand. Het is voor iedereen nog even zoeken.’

En de musea?

Voor de coronacrisis verwelkomden de 450 Nederlandse musea 33 miljoen bezoekers per jaar, waarvan 10 miljoen buitenlandse toeristen. Die laatste groep is nog niet teruggekeerd en ook veel binnenlands publiek blijft nog uit voorzichtigheid thuis, aldus de Museumvereniging. Tot en met zondag loopt de Museumweek, een campagne van de museumbranche om het publiek met speciale activiteiten te verleiden tot museumbezoek.