Het onderzoeksbudget van universiteiten is de afgelopen jaren afgeknepen. Wat heeft dat voor effect op de wetenschap?
‘Zo hypocriet dat olie- en gasbedrijven meer tijd willen voor een transitie die ze zelf doelbewust frustreren’
Economische Zaken huurde een vooringenomen hoogleraar in om aardbevingsrisico’s te bagatelliseren
Podcast | De invloed van de Zuidas op universiteiten
In opspraak geraakte directeur van Amsterdam Centre for Tax Law legt taken neer
‘Minister Dijkgraaf informeerde Kamer onjuist over sponsoring universiteiten door Zuidas’
Universiteit van Amsterdam beloofde EY 'wetenschappelijk' advies in ruil voor sponsordeal
Universiteit van Amsterdam geeft Netflix belastingadvies vermomd als wetenschappelijk onderzoek
Leidse universiteit stopt met omstreden, door Zuidas gesponsorde studierichting
Minister Dijkgraaf wil uitleg over invloed Zuidas op studie fiscaal recht
Zuidas beslist mee over docenten en inhoud van universitair onderwijs
De Zuidas in Amsterdam. © ANP, Kim van Dam
Zuidas beslist mee over docenten en inhoud van universitair onderwijs
Zes Zuidaskantoren en de Belastingdienst krijgen al jaren vrij spel van vier universiteiten bij de invulling van de afstudeerrichting ‘indirecte belastingen’. Uit documenten die Follow the Money kreeg van de Universiteit Maastricht blijkt dat geldschieters meebeslissen over de aanstelling van docenten en de inhoud van het onderwijs. ‘Het is – anders dan bij andere universitaire opleidingen – mogelijk bij het inrichten van het programma rekening te houden met de behoeften van de sponsoren.’
- Zes grote Zuidaskantoren en De Belastingdienst oefenen al sinds 2008 grote invloed uit op het onderwijs van het ‘Accent Indirecte Belastingen’, een afstudeerrichting bij fiscaal recht aan de universiteiten van Maastricht en Tilburg en de Vrije Universiteit Amsterdam. Sinds 2016 doet ook de Universiteit Leiden mee.
- De Leidse universiteit laat naar aanleiding van vragen van Follow the Money weten de relatie met het samenwerkingsverband te heroverwegen.
- Uit documenten die Follow the Money kreeg van de Universiteit Maastricht blijkt dat sponsoren meebeslissen over de aanstelling van hoogleraren en docenten, de inhoud van het onderwijs en zelfs de inhoud van een studieboek.
- Sponsoren sturen daarnaast aan op het monitoren van studenten en het organiseren van borrels door de universiteiten.
- Binnen de studierichting erkennen de medewerkers dat deze vergaande samenwerking ‘uniek in Europa’ is, wat ze zelf overigens als positief uitleggen.
- Kenners vragen zich af of een dergelijke ‘beroepsopleiding’ wel thuishoort op een universiteit. Die vraag wordt versterkt door het gegeven dat de sponsors het liefst zouden zien dat er geen geld gaat naar wetenschappelijk onderzoek.
Was dit kader nuttig?
Zijn we blij mee!
Balen!
Vertel ons wat beter kan:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en krijg een maand gratis Follow the Money.
‘Ik [kan] me niet aan de indruk onttrekken dat hoogleraren [belastingrecht] met een commercieel belang verdacht vaak een standpunt innemen dat in overeenstemming is met het klantbelang,’ oreerde de Leidse hoogleraar belastingrecht Jan Vleggeert op 30 oktober 2020. Hij stelde in zijn rede het fenomeen ‘dubbele petten’ bij hoogleraren belastingrecht aan de kaak; het gegeven dat de meerderheid van de hoogleraren fiscaal recht in deeltijd aan een universiteit werkt en daarnaast partner is van een Zuidaskantoor.
Drie weken later is de oratie onderwerp van gesprek tussen enkele hoogleraren en medewerkers van de universiteiten van Maastricht, Tilburg, Leiden en Amsterdam (VU), en vertegenwoordigers van de Belastingdienst en van de Zuidaskantoren Baker McKenzie, Deloitte, EY, KPMG Meijburg & Co, Loyens & Loeff en PwC. Samen vormen zij het ‘Accent Indirecte Belastingen’, een in 2008 opgericht verband dat een afstudeerrichting over btw, invoerrechten en accijnzen verzorgt binnen de studie fiscaal recht.
Hoofdschuddend concluderen ze in een digitale vergadering dat Vleggeert de plank misslaat. ‘Herman [van Kesteren van PwC, hoogleraar fiscaal recht aan de Tilburg University] deelt kort zijn gedachten dat [...] de kruisbestuiving goed is,’ melden de notulen. Daarop wist Follow the Money de hand te leggen na een beroep op de Wet open overheid (Woo). ‘Helaas is de ontstane beeldvorming negatief.’ Ad van Doesum van PwC, hoogleraar in Maastricht, stelt ‘dat de beweringen die worden gedaan niet gestaafd worden door bewijs’.
Jaap Bellingwout van KPMG Meijburg & Co, hoogleraar en afdelingshoofd van Notarieel en Fiscaal Recht aan de VU, stelt dat het juist Vleggeert is die zaken verstrengelt in zijn ‘wetenschappelijke motivering met politieke motieven’. Uitgerekend Bellingwout is door Tweede Kamerleden van D66, PvdA en SP uitgemaakt voor lobbyist van multinationals.
Van Doesum vreest dat de oratie leidt tot aandacht in de media en bij politici voor dubbele petten. ‘Goed om voorbereid te zijn op vragen en hopelijk naar een meer genuanceerde discussie toe te sturen.’ Dat bijsturen van de discussie is niet echt gelukt. Follow the Money, Nieuwsuur en Het Financieele Dagblad publiceerden kritisch over belangenverstrengelingen bij fiscaal recht.
Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat sponsoren zich met de inhoud van het programma bemoeien
De documenten die FTM verkreeg van de Universiteit Maastricht over het Accent Indirecte Belastingen laten voor het eerst zien hoe ver de invloed van sponsoren op een opleiding – zelfs op de inhoud van het onderwijs – kan gaan. ‘Vanuit de sponsoren wordt aangegeven dat meer behoefte is aan aandacht voor douaneaspecten binnen het accent,’ melden de notulen van 5 april 2017 bijvoorbeeld.
Het is zelfs uitdrukkelijk de bedoeling dat sponsoren zich bemoeien met de inhoud, schrijven de universiteiten in 2015 in een evaluatie aan PwC: ‘Doordat de sponsoren nauw bij het Accent betrokken zijn, is het – anders dan bij andere universitaire opleidingen – mogelijk bij het inrichten van het programma rekening te houden met de behoeften van de sponsoren.’ Ook ‘recruitment’ en het ‘in een vroegtijdig stadium’ identificeren van talenten noemen de universiteiten als pré voor de sponsoren.
Dat is in strijd met de regels, oordeelt Arnoud Boot, hoogleraar Corporate Finance and Financial Markets aan de Universiteit van Amsterdam: ‘Reguliere bachelor- en masteropleidingen en promotietrajecten vallen onder de verantwoordelijkheid van universiteiten, dus beïnvloeding op basis van geld van buiten mag niet.’
De oratie van Vleggeert in 2020 kwam op een slecht moment, omdat de vakgroepen fiscaal recht bij Maastricht, Tilburg en de VU juist aan het uitbreiden waren. In 2019 hebben deze drie universiteiten nóg een ‘unieke’ samenwerking bedacht: het ‘Accent Tax & Technology’. Daarin investeren de sponsoren jaarlijks 45.000 euro. En dat zijn bijna dezelfde sponsoren als bij het Accent Indirecte Belastingen, behalve dat in plaats van Loyens & Loeff het Register Belastingadviseurs meebetaalt.
Jachthaventje
Indirecte belastingen, vooral btw en douanerechten, zijn een zeer specialistisch onderwerp. Bij belastingadvieskantoren is er altijd behoefte aan dergelijke specialisten. Sinds 2008 bundelen medewerkers van de vakgroepen fiscaal recht van de VU Amsterdam, de Universiteit Maastricht (UM) en de Tilburg University hun aanbod op het gebied van indirecte belastingen in het ‘Accent’. De universiteiten richten hun roosters zo in dat studenten van de verschillende universiteiten de lessen kunnen volgen. De kosten die dat met zich meebrengt betalen de sponsors. Sinds 2016 doet de Universiteit Leiden mee.
De Belastingdienst en zes Zuidaskantoren sponsoren de opleiding, en leveren afgaande op de website 17 van de 23 lesgevende medewerkers. De hoogleraren van het Accent hebben op een na allemaal dubbele petten: drie zijn partner van PwC en een van KPMG Meijburg. Ook mogen de sponsoren een aantal medewerkers het universitaire onderwijs gratis laten volgen, als bijspijkercursus.
‘Een raadsheer heeft daar niets te zoeken, die hoort afstand te houden’
Afgevaardigde medewerkers van de universiteiten vergaderen twee keer per jaar met de Raad van Toezicht, die bestaat uit vertegenwoordigers van de sponsoren. De vergaderingen verplaatsen zich, na wat omzwervingen rond de Zuidas, in 2013 naar jachthaventje en horeca-uitspanning Het Bosch, niet ver van de ‘glazen schoen’ bij metrostation Amstelveenseweg en de kantoren van Alpinvest en Van Doorne. De vergaderingen vinden doorgaans plaats aan het einde van de middag, rond etenstijd.
De Raad van Toezicht heeft de voormalige belastingspecialist van de Hoge Raad als voorzitter. ‘Dat vind ik echt niet kunnen, dat je als raadsheer in een duur restaurant in Amsterdam gezellig gaat eten en drinken met vertegenwoordigers van grote advieskantoren,’ zegt een btw-specialist die anoniem wil blijven. ‘Die kantoren varen vaak scherp aan de wind bij het ontwikkelen van belastingontwijkingsstructuren, die nog wel eens voor de Hoge Raad eindigen. Deze man heeft daar niets te zoeken, die hoort juist afstand te houden.’ De woordvoerder van de Hoge Raad gaat bij navraag niet inhoudelijk in op deze kritiek.
Het aanschuiven van de Belastingdienst vindt deze specialist ook twijfelachtig. ‘Daardoor krijgt het een soort stempel van goedkeuring, terwijl die advieskantoren juist de vijand zijn van de fiscus. Maar hier zitten ze dus samen te dineren. Het zit geraffineerd in elkaar.’
De Belastingdienst ziet het probleem van de ‘ons-kent-ons-sfeer’ niet, reageert een woordvoerder. ‘Het is gebruikelijk dat de leden van de Raad van Advies samenkomen. Daarbij komt dat het besprokene wordt genotuleerd, zodat er transparantie is over hetgeen aan de orde is gekomen.’
‘Om niet’
De samenwerking houdt meer in dan geld doneren en het aanstellen van dubbele petten. Uit notulen en andere documenten die Follow the Money kreeg van de Universiteit Maastricht blijkt dat de sponsorende Zuidaskantoren zich intensief bemoeien met vrijwel alles: vacatures, onderwijs, tentaminering, studieboeken, afstudeer- en promotiebegeleiding – tot de organisatie van borrels aan toe.
De medewerkers van de universiteiten delen evaluaties van vakken met de sponsors en monitoren de studenten tijdens en na hun studie om erop toe te zien dat ze vooral bij de sponsors in dienst treden. Dat gebeurt onder andere, zo melden de notulen, door bij te houden hoeveel studenten terechtkomen bij de kantoren en bij de fiscus, en middels een databank met gegevens over alumni. ‘De universiteiten hebben erover nagedacht hoe de waarde van het Accent vergroot kan worden voor de individuele sponsoren. Er is een databank met alle afgestudeerden beschikbaar die hiervoor kan worden gebruikt. Zo kan er een alumnidag georganiseerd worden.’
‘Het delen van evaluaties van vakken en docenten in die vergaderingen is volgens mij een privacyschending,’ zegt een hoogleraar die anoniem wil blijven. ‘Die databank ter beschikking stellen kan natuurlijk echt niet.’
De universiteiten ontkennen in hun reacties dat persoonlijke gegevens van studenten zijn gedeeld, en stellen dat het alleen gaat om percentages over waar studenten na hun studie terechtkomen. Ook partner Aart Nolten van sponsor Deloitte zegt deze databank niet te kennen. ‘Dat lijkt me ook sterk dat die zou bestaan. De enige data die wij krijgen zijn percentages over waar studenten terechtkomen; hoeveel bij de Belastingdienst, hoeveel bij de advieskantoren, en hoeveel studenten afhaken.’
Kruidenieren
Een andere, ‘echte’ opleiding voor btw-specialisten bieden universiteiten verder niet. ‘Het Accent sluit [...] aan bij de door de sponsoren en contribuant bestaande en almaar groeiende behoefte aan studenten die op deze wijze zijn geschoold,’ schrijven medewerkers van de universiteiten in een presentatie. ‘Zonder het Accent Indirecte Belastingen zouden de vier universiteiten niet in staat zijn om deze groep studenten op te leiden in de indirecte belastingen.’
Het Accent wordt gefinancierd door een fonds waarin de Zuidaskantoren 25.000 euro per jaar stoppen. Dat is een laag bedrag voor dergelijke kantoren, minder dan een maandsalaris van een partner van ‘de grote vier’. En ze krijgen er veel voor terug: elk jaar tientallen geheel naar hun wensen opgeleide btw-specialisten, én medewerkers op posities als hoogleraar en docent.
‘Die bedrijven zitten voor een dubbeltje op de eerste rang’
Toch kruidenieren de sponsors voortdurend over de in hun ogen hoge kosten. Een van de vertegenwoordigers van de sponsors (waarvan de namen zijn weggelakt) ‘merkt op dat de sponsorbijdrage intern uitgelegd moet worden, met name bij ‘bestuurswisselingen’.
‘De universiteiten vragen veel te weinig geld voor die bijklus-opleidingen,’ stelt Arnoud Boot. ‘Ze moeten zorgen dat die echt geld opleveren waarmee het wetenschapsbedrijf kan worden versterkt. Nu zitten bedrijven en kantoren voor een dubbeltje op de eerste rang.’
Dat bedrag van 25.000 euro ‘is eigenlijk een lachertje,’ zegt ook publicist en jurist Paul Zoontjes, voorheen hoogleraar onderwijsrecht in Tilburg. ‘Nauwelijk serieus te nemen als sponsoring voor het soort activiteiten dat hier wordt geschetst. Dan zou het zo kunnen zijn dat de universiteiten toch een wezenlijk deel bijbetalen, of dat er ook een verborgen geldstroom is van de zijde van de sponsors, of dat de bulk van de sponsoring in natura gebeurt.’
‘Men moet schatplichtig zijn aan de universiteit en haar wetenschappelijke missie en niet aan externe geldschieters’
Dat laatste is inderdaad het geval; de betrokken Zuidaskantoren leveren op detacheringsbasis docenten aan de universiteiten. Dat is pikant omdat de hoogleraar- en docentplekken die de sponsors in de schoot geworpen krijgen, de bedrijven heel veel opleveren. ‘Een opinie is meer waard als die van een professor komt dan van een doctorandus,’ verklaarde een hoogleraar fiscaal recht eerder tegenover Follow the Money. ‘Het verhoogt de marktwaarde.’ Alle op de website van het Accent genoemde medewerkers van Zuidaskantoren vermelden op hun LinkedIn-profiel dat ze docent of hoogleraar zijn aan een universiteit.
De vakken van het Accent zijn ook reguliere vakken binnen fiscaal recht, elke algemeen opgeleide fiscalist krijgt tijdens de studie een of twee trimesters een vak indirecte belastingen. Zo beïnvloeden de sponsors een hele vakgroep, en het onderwijs voor alle studenten fiscaal recht – ook zij die niet de afstudeerrichting indirecte belasting volgen.
Uit een mailwisseling blijkt hoe ver de inmenging bij het aanstellen van een docent gaat. Iemand van wie de naam is weggelakt kan helaas ‘niet langer als docent fungeren voor de UM’. Die persoon ‘werd vanuit PwC voor 1 dag in de week in natura (om niet) ter beschikking gesteld aan de UM’. Nu die persoon ‘niet langer als docent kan fungeren voor de UM, heb ik in samenspraak met PwC een hele geschikte opvolger geselecteerd. Het betreft [gelakte naam] (bijgevoegd CV). lk ben erg blij met deze toezegging van PwC.’
‘Waar de sponsoren of de contribuant contractueel menskracht in natura ter beschikking stellen, heeft voordracht door de sponsoren of de contribuant plaatsgevonden en heeft de universiteit op basis van geschiktheid geselecteerd en daarin ook het laatste woord gehad,’ reageert de woordvoerder van de Universiteit Maastricht.
Ondermijning
Hoogleraar Boot veroordeelt deze praktijk scherp. ‘Universitair-wetenschappelijke rangen zoals docent, hoofddocent en hoogleraar vallen volledig onder verantwoordelijkheid van de universiteit. Die rangen vereisen wetenschappelijke kwalificaties, te beoordelen door de universiteit en onafhankelijk van buitenstaanders. Men moet schatplichtig zijn aan de universiteit en haar wetenschappelijke missie en niet aan externe geldschieters.’
‘Al die aan buitenstaanders schatplichtige hoogleraren met dubbele petten die in dit stuk naar voren komen, zijn daarmee in strijd,’ vervolgt Boot. ‘En dat is het grootste probleem. Dit zijn geen wetenschappers. Dit ondermijnt de missie van de universiteit omdat wetenschappelijke rangen verkeerd worden ingevuld. Intern leidt dat tot ondermijning van de wetenschappelijke missie. Die “hoogleraren”, laten we ze in dit geval pseudo-hoogleraren noemen, hebben ten onrechte wetenschappelijke macht en aanzien, binnen en buiten de universiteit. Daarnaast zijn ze gecorrumpeerd: ze zijn schatplichtig aan een externe werkgever, en dat beïnvloedt wat ze doen en zeggen. Het eisen van transparantie is onvoldoende; ze horen gewoon geen wetenschappelijke rang te hebben. Tenzij ze wetenschapper zijn en dus ook onderzoek doen – en daarvoor gekwalificeerd zijn.’
‘Ik ben het eens met de term “pseudo-hooglereraren”, of “praktijkhoogleraren”, mede omdat de wetenschappelijke inbreng qua onderzoek en artikelen van de meeste van dit soort gesponsorde medewerkers zeer beperkt is,’ zegt Marcel Pheijffer, hoogleraar Accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit en hoogleraar Forensische Accountancy aan de Universiteit Leiden, en kritisch volger van dubbele petten.
‘De wetenschappelijke inbreng van de meeste van dit soort gesponsorde “pseudo-hoogleraren” is zeer beperkt’
Maar verder is Pheijffer genuanceerder. ‘De maatschappij heeft behoefte aan goede btw-specialisten, zowel aan de kant van het bedrijfsleven als aan die van de overheid. Dus er valt wel iets te zeggen voor sponsoring door belanghebbenden. Ik vind het belangrijk dat het initiatief ook wordt gedragen door de Belastingdienst. En ook vanuit de Hoge Raad wordt een bijdrage geleverd. Er is dus sprake van een samenspel publiek-privaat. Dat zorgt voor enig evenwicht en maakt niet dat de private sector alleen en ongeclausuleerd de regie voert.’
‘De groep sponsoren is daarnaast breed,’ en dat is een verzachtende omstandigheid, vindt Pheijffer. Ook partner Aart Nolten van Deloitte wijst erop dat ‘de sponsors een brede afspiegeling vormen van waar deze studenten sowieso terechtkomen’.
Maar helemaal correct vindt Pheijffer de gekozen constructie niet. ‘Dat docenten “om niet” door sponsoren ter beschikking worden gesteld, is wat mij betreft minder wenselijk, maar wel staande praktijk, ook bij andere opleidingen. Ik ben verder niet gecharmeerd van het feit dat de sponsoren gratis een aantal mensen aan het onderwijs kunnen laten deelnemen. Mij viel op dat het juist voor de Belastingdienst een must have is om vijf gratis studenten te mogen sturen. Zo ga je sponsoring mengen met regulier onderwijs. Dat moet niet.’
De sponsoren stellen voor om onderzoek en promoties zoveel mogelijk af te schaffen: te duur
Voor de fiscus is het juist de reden de opleiding te sponsoren, meldt de woordvoerder van het Ministerie van Financiën: ‘De Belastingdienst is als contribuant in het fonds gestapt vanwege de (bij)scholingsmogelijkheden voor medewerkers. Het is belangrijk dat de kennis van medewerkers actueel blijft en dat er wordt geïnvesteerd in dit kennisveld.’
Beroepsopleiding
Nederland kent een onderscheid tussen beroeps- en academisch onderwijs. Van mbo tot hbo leer je een vak in de praktijk. Universiteiten zijn er om academisch te leren denken en wetenschappelijk onderzoek te (leren) doen. Uit de documenten die FTM bezit blijkt echter dat het de sponsors van het Accent er niet om te doen is om vraagstukken rond btw en douanerechten naar een hoger wetenschappelijk plan te tillen. Op 12 april 2010 stellen ze voor om onderzoek en promoties uit kostenoverwegingen zoveel mogelijk af te schaffen. ‘De sponsoren zouden graag zien dat de kosten van onderzoek die drukken op het budget worden verlaagd.’
Dat is niet mogelijk, antwoorden de vertegenwoordigers van de universiteiten: zonder onderzoek mag een reguliere universitaire opleiding niet bestaan en de visitatiecommissie let daar streng op. In 2011 wordt blijkens de notulen naar een compromis gezocht. ‘Het probleem wordt wellicht grotendeels opgelost als de sponsoren de onderzoekers/docenten gratis ter beschikking stellen aan de universiteiten (bijvoorbeeld voor het onderwijsdeel). De huidige promovendi zijn alle drie in dienst van sponsoren (twee bij PWC en één bij KPMG Meijburg & co).’
Pheijffer is hiervan geen voorstander. ‘Dat promovendi ook vanuit de sponsoren komen, begrijp ik wel, gegeven de constellatie. Maar wat mij betreft zou het zo moeten zijn dat de beste kandidaten – ongeacht waar ze vandaan komen – een promotieplek krijgen.’
‘Laat die advieskantoren zelf een beroepsopleiding opzetten, dan hoeven ze ook geen wetenschappelijk onderzoek te financieren,’ zegt de anonieme hoogleraar. ‘Dit is heel raar, zo’n specifieke beroepsopleiding met academisch stempel. Waarom verzorgen universiteiten een voor de belastingadviespraktijk lucratief specialisme?’
‘Als we zo gaan beginnen kun je ook een Accent Toeslagen starten, alleen hebben slachtoffers niet de buying power van de Zuidas’
Een vakgroep fiscaal recht bij een universiteit heeft doorgaans één btw-vak, net zoals er meestal één vak vennootschapsbelasting is, legt deze hoogleraar uit. ‘De bedoeling van de opleiding fiscaal recht is alle belastingmiddelen op hoofdlijnen te leren kennen. Hoezo moeten universiteiten studenten allerhande btw-structuren leren of details over douanewetgeving? Die leer je in de praktijk wel, dit is zó niche. Als we zo gaan beginnen, dan zou je ook een Accent Toeslagen kunnen starten. Maar waarom is die er niet? Omdat de slachtoffers van de toeslagenaffaire niet de buying power hebben van de Zuidaskantoren.’
Die buying power is wel een noodzaak voor het Accent. ‘Hoewel de universiteiten het initiatief omarmen, zijn ze niet geneigd om de financiën over te nemen voor een in hun ogen “nice to have”,’ aldus Van Kesteren van PwC en de Tilburg University in notulen van november 2020. ‘Op het moment dat het fonds er mee zou stoppen, is de overlevingskans van het Accent daarmee vrij klein.’
De medewerkers van het Accent beseffen dus terdege dat deze constructie niet normaal is voor een universiteit. Maar in een evaluatie uit 2015 die ze sturen naar PwC leggen ze dat juist uit als positief: ‘In de bijna acht jaren van het bestaan is het Accent uitgegroeid tot een opleidings- en expertisecentrum dat uniek is in Europa. Bij het Accent zijn op dit moment 17 experts (waaronder vier hoogleraren) rechtstreeks betrokken. Vrijwel alle medewerkers zijn tevens verbonden aan één van de sponsoren. Bovendien maakt het Accent bij het onderwijs en het onderzoek geregeld gebruik van btw-experts die werkzaam zijn bij sponsoren van het Accent (thans zijn er vijf promovendi actief binnen het Accent die werkzaam zijn bij een sponsor).’
‘Worden er bij studenten kantoorstandpunten ingestampt of krijgen zij op academisch verantwoorde wijze college?’
Marcel Pheijffer van Nyenrode is hier kritisch over. ‘Bij dit soort trajecten waarin sponsors en sponsorgelden een rol spelen dient het klip en klaar te zijn dat de regie en academische verantwoordelijkheid volledig in de handen van de universiteit ligt. Daaraan mogen nimmer concessies worden gedaan. Sponsors mogen wensen inbrengen, voorkeuren uitspreken en advies geven. Maar het is de universiteit die beslist.’
‘Daar waar hoogleraren en docenten door sponsors ter beschikking worden gesteld, dienen extra waarborgen te worden ingebouwd om te voorkomen dat sponsors via hen ongewenste invloed uitoefenen,’ vervolgt Pheijffer. ‘De vraag is: oefenen sponsors en de door hen ter beschikking gestelde medewerkers inhoudelijk invloed uit op de vorming van studenten? Worden er bij hen kantoorstandpunten ingestampt of krijgen zij op een academisch verantwoorde wijze college waarbij alle standpunten – met hun voors en tegens – de revue passeren?'
Dossier
Wetenschap op bestelling
Monitoren
Uit de notulen van de vergaderingen van het Accent Indirecte Belastingen stijgt het beeld op dat niet de vakgroep maar de sponsoren achter het stuur zitten. Zo wordt de inhoud van een te ontwikkelen studieboek uitgebreid besproken met de vertegenwoordigers van de sponsoren. Het boek wordt mede geschreven door medewerkers van KPMG en PwC.
De behoefte van de sponsors aan ‘rendement’ leidt ertoe dat de universiteiten de studenten monitoren. ‘Waar zijn de afgestudeerde accentstudenten terecht gekomen,’ vraagt de vergadering zich af in 2011. ‘Hoeveel studenten kiezen niet voor het accent, maar schrijven hun scriptie wel over een btw-onderwerp? (liefst landelijk onderzoeken).’
Twee jaar later hebben de universiteiten iets gevonden. ‘De universiteiten hebben erover nagedacht hoe de waarde van het Accent vergroot kan worden voor de individuele sponsoren. Er is een databank met alle afgestudeerden beschikbaar die hiervoor kan worden gebruikt.’ Er wordt verder gebroed op een ‘alumni-platform’, zodat sponsoren ‘zicht hebben op waar de studenten hun carrière voortzetten’.
Er zouden ‘kantoorsessies’ moeten komen, waar de sponsoren zich inhoudelijk bemoeien met de scripties
Het is niet de bedoeling dat de Accentstudenten ‘weglekken’ naar bedrijven buiten de kring van sponsors. ‘Mede ingegeven door de zich verkrappende arbeidsmarkt bestaat het besef binnen het Accent dat méér dan voorheen gewerkt moet worden aan het bijeenbrengen van sponsoren/contribuant en studenten,’ melden de notulen van 4 november 2021.
Om ‘vroegtijdig’ contact te laten ontstaan tussen sponsoren en studenten komen er ‘scriptietrajecten’. Er wordt zelfs geopperd de scriptiebegeleiding deels te verplaatsen naar de kantoren van de sponsors. Er zouden ‘kantoorsessies’ moeten komen, waar de sponsoren zich inhoudelijk bemoeien met de scripties. Voor de academische kant zou dit de kwaliteit en de ‘diversiteit’ verbeteren, aldus de Accent-medewerkers. ‘Het lijkt mij dat dit eerder leidt tot een versmalling dan tot meer diversiteit,’ zegt de anonieme hoogleraar. ‘Een focus op praktijkonderwerpen waar de grote advieskantoren op zitten te wachten.’
De vertegenwoordigers van de kantoren vaardigen daarnaast regelmatig oekazes uit dat er meer ‘contactmomenten’ met de studenten georganiseerd moeten worden, met name borrels. De universiteiten gaan ermee aan de slag. De VU bijvoorbeeld organiseert meermaals een ‘eindactiviteit’. ‘Zo hebben er 50 speeddates plaatsgevonden tussen de kantoren en de studenten,’ vertelt ‘Redmar [Wolf van Baker McKenzie en bijzonder hoogleraar aan de VU] in 2015.
Transparantie
Over de sponsoring zijn de universiteiten deels transparant. De namen van de bedrijven staan op de website van het Accent. Advieskantoor Baker Tilly levert, in ieder geval in 2019 zo blijkt uit een brief aan de Universiteit Maastricht, ‘om niet’ een docent voor één dag per week. De website vermeldt bij twee docenten dat ze partner zijn van Baker Tilly, maar het kantoor staat niet vermeld als sponsor. Het schuift ook niet aan bij de halfjaarlijkse vergadering van het Accent.
De Universiteit Maastricht vermeldt op haar website dat de studie een financiële bijdrage kent van een fonds en linkt naar de website van het Accent. Dat doet de Tilburg University ook, met de vermelding dat sprake is van ‘samenwerking met het bedrijfsleven en de Belastingdienst’. De VU linkt eveneens naar de website van het Accent, maar is op de eigen website wat vaag en heeft het alleen over samenwerking met ‘Maastricht University, Tilburg University en Universiteit Leiden’. Die laatste linkt in de studiegids naar de website van het Accent, overigens zonder te benoemen dat het om extern gesponsord onderwijs gaat of de namen van sponsoren te vermelden.
In Leiden wordt inmiddels getwijfeld over of het bij het Accent wil blijven horen. ‘We zijn als Universiteit Leiden aan het onderzoeken hoe wij het Leidse btw-onderwijs in de toekomst vorm wensen te geven,’ meldt de woordvoerder. ‘Daarbij kijken we ook naar de relatie met de sponsors/contribuant.’
Bij de proefschriften die tot stand komen bij het Accent werden tot eind 2016 zowel het Accent als de sponsoring niet genoemd, blijkt uit de notulen. ‘De vraag wordt gesteld of het mogelijk is om op een proefschrift een vermelding van het accent te maken,’ melden de notulen van september 2016. ‘Er wordt positief op gereageerd, maar enkel als hier geen extra kosten aan zijn verbonden. Het voorstel is dat op de kaft: “mede mogelijk gemaakt door het accent” en het logo van het accent komt te staan. Wel wordt gesteld dat dan enkel het logo van het accent indirecte belastingen erop kan staan, niet samen met een ander kantoor.’
De universiteiten bevestigen in hun reacties dat alleen het Accent wordt vermeld, en niet de sponsoren. Dat laatste noemt de hoogleraar die anoniem wenst te blijven heel vreemd. ‘De sponsoring hoort juist heel duidelijk vermeld te worden.’ Dat vindt ook minister Robbert Dijkgraaf (D66) van Onderwijs. Hij zei recent in Het Financieele Dagblad: ‘als iemand meebetaalt aan de wetenschap, moet dat glashelder zijn.’
Vleggeert verwerpt de kritiek van de medewerkers van het Accent dat zijn stellingen over dubbele petten niet onderbouwd zouden zijn. ‘In de Nederlandse fiscale wetenschap lopen veel hoogleraren rond met een dubbele pet. Uit onderzoek dat in 2021 is verricht, blijkt dat maar liefst 63,5 procent van de fiscale hoogleraren tevens een baan heeft bij een commercieel bedrijf. Verder heeft 22.2 procent van de fiscale hoogleraren een andere nevenbetrekking, bijvoorbeeld bij de fiscus. Slechts 14,3 procent van de fiscale hoogleraren heeft naast een universitaire aanstelling geen andere baan.’
‘Waar in andere studies de enkele pet de norm is, is die in de fiscale wetenschap een zeldzaamheid’
‘Ter vergelijking: van alle hoogleraren (dus niet alleen bij fiscale maar alle studies) aan Nederlandse universiteiten heeft ongeveer 70 procent een voltijdse aanstelling. Waar in andere studies de enkele pet de norm is, is die in de fiscale wetenschap een zeldzaamheid. De gangbare opinie in de fiscale academische wereld is dat de onafhankelijkheid van dubbele petten voldoende geborgd is. In mijn oratie heb ik de vraag opgeworpen of dit wel juist is. Aan de hand van vooral anekdotisch bewijs heb ik de onafhankelijkheid van dubbele petten in twijfel getrokken.’
‘De verontwaardiging bij de gevestigde fiscale orde was groot. Ik ben op 10 juni 2022 in mijn feestrede op deze reacties ingegaan. Daarin heb ik aangegeven dat ik in de reacties op mijn oratie geen aanleiding zie om mijn opvatting te herzien dat de combinatie van verschillende petten een probleem is.’
Tilburg University
‘Dankzij het Fonds Indirecte Belastingen/Accent Indirecte Belastingen heeft Tilburg University al vele decennia aan haar studenten fiscaal recht en fiscale economie een verbreding en verdieping van het onderwijsaanbod op het terrein van de indirecte belastingen kunnen aanbieden,’ laat een woordvoerder van de Tilburgse universiteit weten. ‘Ook het wetenschappelijke onderzoek naar de indirecte belastingen is mede dankzij dit Fonds/Accent op een hoger niveau gebracht. Dit alles is steeds geschied binnen de voor de universiteit geldende strenge integriteits- en privacyregels.’
‘De universiteiten zijn verantwoordelijk voor het onderwijs en onderzoek. We zijn blij met de samenwerking met onze partners vanwege de grote kennis en kunde die zij meebrengen uit de praktijk. De vakken worden dan ook goed tot zeer goed gewaardeerd door studenten.’
Volgens Tilburg zitten niet al hun Accent-medewerkers bij de sponsors. Ook worden er geen vakken gefinancierd. ‘Het Fonds Indirecte Belastingen/Accent Indirecte Belastingen faciliteert de uitwisseling van studenten tussen universiteiten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot en verdiept.’
‘Er is enkel algemene informatie over de waardering van de vakken gedeeld. We houden ons aan de privacyregels wat betreft delen van informatie over individuele personen. Niet alles wordt besproken met de partners. Partners fungeren als klankbord voor de universiteiten. Zij hebben geen invloed op de invulling van de vacatures, het onderwijs of op de inhoud van studieboeken. Overigens hebben de partners ook geen gelijkgerichte belangen (belastingdienst versus advieskantoren en belastingadvieskantoren tegenover elkaar).’
‘Universiteiten selecteren docenten altijd op basis van geschiktheid. Mede gelet op de evaluaties van het onderwijs is altijd de beste kandidaat geselecteerd. Waar de partners contractueel docenten in natura ter beschikking stellen en voordragen, heeft de universiteit op basis van geschiktheid geselecteerd daar ook het laatste woord in gehad. In andere gevallen is sprake geweest van een open sollicitatieprocedure. Er is ook wel eens iemand aangenomen die niet bij een sponsor werkt.’
Over de borrels en andere contactmomenten zegt de Universiteit Tilburg: ‘Het organiseren van dit type contacten (careerevents) tussen diverse bedrijven en studenten, in samenwerking met studieverenigingen, is niet ongebruikelijk en voldoet aan de behoeften van de studenten in het kader van arbeidsmarktoriëntatie.’
Volgens de Tilburg University is in proefschriften de steun van ‘het Fonds Indirecte Belastingen/Accent Indirecte Belastingen’ vermeld.
Universiteit Leiden
‘Het Accent faciliteert de uitwisseling van studenten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot,’ meldt de woordvoerder van de Universiteit Leiden. ‘Hierdoor kunnen de studenten meer (en bij andere universiteiten) vakken volgen dan in het reguliere curriculum van de masteropleiding en zich specialiseren in de indirecte belastingen. We zijn als Universiteit Leiden aan het onderzoeken hoe wij het Leidse btw-onderwijs in de toekomst vorm wensen te geven. Daarbij kijken we ook naar de relatie met de sponsors/contribuant.’
‘In Leiden hebben we geen hoogleraar indirecte belastingen. De Leidse docenten die bij de sponsors/contribuant werken, hebben enkel een onderwijsverplichting en geen onderzoeksverplichting. Twee docenten die bij het accent zijn betrokken, werken op dit moment bij de sponsors/contribuant (een bij een advieskantoor en een bij de Belastingdienst). De andere drie docenten zijn op dit moment bij derden werkzaam (een bij het ministerie en twee bij advieskantoren). Bij de Leidse universiteit zijn geen proefschriften met behulp van het accent tot stand gekomen.’
‘De Universiteit Leiden heeft op basis van geschiktheid geselecteerd, altijd is de beste kandidaat geselecteerd. Waar de sponsoren contractueel menskracht in natura ter beschikking stellen, heeft voordracht door de sponsoren plaatsgevonden en heeft de universiteit de geschiktheid beoordeeld. De universiteit heeft altijd de beslissende stem. In andere gevallen is sprake geweest van een sollicitatieprocedure.'
‘Voor zover wij hebben kunnen nagaan, zijn nooit gegevens over individuele personen gedeeld. De vak-evaluaties en slagingspercentages zijn in beperkte mate en in hoofdlijnen jaarlijks gedeeld met sponsors/contribuant.’
‘Sponsoren fungeren als klankbord. De sponsoren hebben geen invloed op de invulling van het Leidse onderwijs of op de inhoud dan wel keuze van studieboeken die we in Leiden gebruiken. De sponsors/contribuant (advieskantoren en Belastingdienst) en de onderwijsinstellingen ontmoeten elkaar twee keer per jaar tijdens een vergadering.’
Over de organisatie van borrels en andere ‘contactmomenten’ laat de woordvoerder van Leiden weten: ‘In de afgelopen drie jaar heeft de Leidse Universiteit dergelijke contactmomenten niet georganiseerd. Dergelijke contactmomenten kunnen wel door de Leidse fiscale studievereniging (studenten) worden georganiseerd.’
Universiteit Maastricht
'Nee, niet alle medewerkers zijn verbonden aan de sponsoren,’ laat de woordvoerder van de Universiteit Maastricht (UM) weten. ‘Aan de Universiteit Maastricht zijn twee medewerkers actief in het Accent Indirecte belastingen die niet aan een van de sponsoren of de contribuant zijn verbonden.’
Het is niet zo dat de vakken zelf direct gesponsord worden, aldus de UM, op de vraag of het wel wenselijk is dat sponsoren invloed uitoefenen op ‘gewone’ vakken. ‘Het Accent faciliteert de uitwisseling van studenten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot. Er worden geen vakken gesponsord.’
‘We houden ons aan de privacyregels,’ reageert de woordvoerder op de vraag of het delen van evaluaties en informatie over studenten wel toegestaan is. ‘Het gaat bij evaluaties en slagingspercentages alleen om gegevens op geaggregeerd niveau, hetgeen conform het bepaalde in de sponsorcontributie-overeenkomst alsmede het convenant is. Ook scripties worden niet gedeeld vanuit/door de universiteit. In onderlinge overleggen zijn scripties genoemd die openbaar bekendgemaakte prijzen hebben gewonnen. Er wordt geen informatie gedeeld over de werkplekken van individuele afgestudeerden. Ten aanzien van promoties wordt opgemerkt dat deze in de regel openbaar zijn.’
‘De sponsoren en de contribuant fungeren als klankbord voor de universiteiten. Zij hebben geen invloed op de invulling van de vacatures, het onderwijs of op de inhoud van studieboeken. Wat betreft vacatures: waar de sponsoren of de contribuant contractueel menskracht in natura ter beschikking stellen, heeft voordracht door de sponsoren of de contribuant plaatsgevonden en heeft de universiteit op basis van geschiktheid geselecteerd en daarin ook het laatste woord gehad. De universiteiten hebben op basis van geschiktheid geselecteerd en daarbij is de beste kandidaat geselecteerd. In één geval is een promovendus benoemd tot docent in het kader van het vasthouden van talent. In andere gevallen is sprake geweest van een open sollicitatieprocedure. Er is ook wel eens iemand aangenomen die niet bij een sponsor werkte.’
Over de recruitmentborrels stelt de UM: ‘De studenten waren ervan op de hoogte dat de mogelijkheid bestond om met bedrijven te spreken; niet alle studenten namen deel. Deelname was niet verplicht en er is ook geen druk uitgeoefend. Het organiseren van dit type contacten tussen diverse potentiële werkgevers en studenten is heel gebruikelijk in het kader van de arbeidsmarktoriëntatie.’
Over het ontbreken van de vermelding van de sponsors bij proefschriften: ‘Aan de Universiteit Maastricht zijn twee proefschriften tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van het Fonds Indirect Tax. Daarvan is in die proefschriften op de voorgeschreven wijze melding gemaakt.’
Vrije Universiteit Amsterdam
‘Nu en in het verleden zijn en waren er hoogleraren verbonden aan Indirect Tax die geen band hebben met een van de contribuanten,’ antwoordt de woordvoerder van de VU. En dat geldt ook voor andere medewerkers en promovendi.
Volgens de VU worden er ‘geen vakken gesponsord’. ‘Het “Accent Indirecte Belastingen” faciliteert de uitwisseling van studenten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot.’
Het verhaal van de database herkent de VU niet. ‘Er zijn nooit gegevens over individuele personen gedeeld, enkel algemene informatie ten behoeve van de evaluatie van het onderwijs.’
‘Contribuanten fungeren als klankbord voor de universiteiten. Zij hebben geen invloed op de invulling van de vacatures, het onderwijs of op de inhoud van studieboeken. De contribuanten hebben ook geen gelijkgerichte belangen (in het fonds zijn zowel de belastingdienst en advieskantoren vertegenwoordigd).’
‘De universiteiten hebben op basis van geschiktheid docenten geselecteerd. Altijd is de beste kandidaat geselecteerd. Waar de contribuanten contractueel docenten in natura ter beschikking stellen, heeft voordracht door de contribuanten plaatsgevonden en heeft de universiteit op basis van geschiktheid geselecteerd. In andere gevallen is sprake geweest van een open sollicitatieprocedure.
Het bijwonen van de ‘eindactiviteit’ met ‘speeddates’ ‘is vrijwillig voor studenten’. ‘Ook is er op geen enkele wijze druk uitgeoefend om hierbij aanwezig te zijn.’ Dat gold volgens de VU ook voor borrels elders. ‘Deze activiteit is niet verplicht en er is geen druk uitgeoefend. Veel studenten namen geen deel. Het organiseren van dit type contacten -careerevents- tussen bedrijven en studenten is niet ongebruikelijk aan een universiteit. Zo worden dergelijke events geregeld ook door faculteitsverenigingen en het career office van faculteiten georganiseerd.’
De VU stelde in oktober 2014 een tijdelijke leerstoel in. ‘Een tijdelijke om jonge promovendi te stimuleren’. Die hebben zodoende uitzicht op een hoogleraarfunctie. Gezien de gekozen constructies, komen alleen medewerkers van de sponsors in aanmerking voor deze leerstoel. Maar dat is schijn, aldus de VU. ‘De invulling van een hoogleraarspositie is een open procedure en is ook niet altijd ingevuld door een persoon die werkzaam was bij een van de contribuanten. Overigens is het een vereiste dat een kandidaat voor een leerstoel gepromoveerd is. In de proefschriften die zijn verschenen met steun van het ‘Accent’ is deze steun vermeld.’
‘Met deelname aan het Accent Indirect Tax wisselt de Belastingdienst kennis uit met universiteiten op het gebied van belastingen,’ mailt de woordvoerder van het Ministerie van Financiën, waar de Belastingdienst onder valt. ‘Er zijn afspraken gemaakt over de verwachtingen en verplichtingen van de Belastingdienst als contribuant van het fonds en
deze zijn vastgelegd in een overeenkomst.’
‘Sinds 2008 bestaat het Fonds Accent Indirect Tax. De Belastingdienst draagt volgens de afspraken bij als contribuant aan het fonds door een financiële bijdrage (25.000 euro per jaar) en door twee medewerkers (0,2 f te) in natura beschikbaar te stellen voor de leergang. Deze bijdrage is mede op verzoek van de universiteiten zelf en maakt het mogelijk dat zij gespecialiseerd onderwijs op het gebied van indirecte belastingen aan kunnen bieden. Verder kan de Belastingdienst twee medewerkers kosteloos laten deelnemen aan de mastervakken van het Accent Indirect Tax en tegen een vastgestelde vergoeding additionele contractstudenten aanmelden.’
‘De Belastingdienst is contribuant van Accent Indirect Tax, omdat wisselwerking tussen theoretische inzichten (universiteit) en praktische ervaring (BD) onmisbaar is voor het specialisme van indirecte belastingen. Daarbij is er een behoefte om medewerkers op te leiden in dit specialisme. Het Accent Indirect Tax verrijkt het vakgebied en verhoogt het kennisniveau vanuit een wetenschappelijke, onafhankelijke insteek. Er is geen sprake van bemoeienis of inmenging maar van een samenwerking (de BD deelt kennis) die het niveau van de opleiding ten goede komt. Ook neemt de Belastingdienst als potentiële werkgever deel aan de netwerkactiviteiten in het kader van het Accent Indirect Tax. De Belastingdienst heeft de wetenschappelijke onafhankelijkheid van universiteiten,
hoogleraren en docenten hoog in het vaandel.’
‘De Belastingdienst is als contribuant in het fonds gestapt vanwege de (bij)scholingsmogelijkheden voor medewerkers. Het is belangrijk dat de kennis van medewerkers actueel blijft en dat er wordt geïnvesteerd in dit kennisveld. Ook vanuit het oogpunt van aantrekkelijk werkgeverschap, want leren en ontwikkelen is een belangrijke pijler van ons vakmanschap. De Belastingdienst is alleen zelf geen opleidings - of onderwijsinstituut. Omdat veel waarde wordt gehecht aan het vakgebied en de ontwikkeling daarvan, zoekt de Belastingdienst de samenwerking met onderwijsinstellingen. Door het Accent Indirect Tax wordt het specialisme verder ontwikkeld. Daarnaast is het belangrijk dat de Belastingdienst en studenten over en weer kennis met elkaar maken.’
‘De Belastingdienst werkt mee aan hoogleraarschappen en docentplekken, enerzijds vanwege de personele kant (kansen voor medewerkers, goed werkgeverschap), anderzijds om kennisuitwisseling tussen theorie en praktijk te stimuleren én bij te dragen aan kennisontwikkeling. Aan Accent Indirect Tax zijn op dit moment drie medewerkers van de Belastingdienst verbonden als docent. Bij de Belastingdienst werken medewerkers met specifieke kennis op wetenschappelijk niveau. Een deel van de medewerkers wil deze kennis ook inzetten binnen de wetenschap. De Belastingdienst werkt hieraan mee binnen heldere kaders en met transparante afspraken. Zo blijft de Belastingdienst een aantrekkelijke werkgever die helpt vakbekwaamheid te ontwikkelen.’
‘Bij de oprichting van het fonds Accent Indirect Tax is overeengekomen dat het fonds wordt bestuurd door een Raad van Toezicht en dat daarnaast een Raad van Advies toezicht houdt op de doelstelling van het fonds. Als contribuant heeft de Belastingdienst ook een vertegenwoordiger in de Raad van Advies. Het is gebruikelijk dat de leden van de Raad van Advies samenkomen en vergaderen over hun adviestaak. Daarbij komt dat het besprokene wordt genotuleerd, zodat er transparantie is over hetgeen aan de orde is gekomen.’
‘De sponsoren en contribuant leveren medewerkers die bijdragen aan het Accent Indirect Tax vanwege hun specifieke kennisniveau. Met deze bijdrage kunnen de universiteiten gezamenlijk, op efficiënte, onafhankelijke en transparante wijze onderwijs op zeer hoog niveau en gespecialiseerd op het gebied van indirecte belastingen aanbieden. De universiteiten hebben, gelet op de omvang van de doelgroep, veelal niet de mogelijkheid om enkel op eigen kracht voldoende verdiepende vakken aan te bieden op het gebied van indirecte belastingen. Zonder de samenwerking via het fonds Accent Indirect Tax zou de opleiding slechts bestaan uit het algemene elementaire vak omzetbelasting.
Als waarborg voor onafhankelijkheid behouden de universiteiten zich het recht voor om kandidaten te weigeren of tussentijds een overeenkomst op te zeggen.’
‘De Belastingdienst heeft een belangrijke maatschappelijke taak als het gaat om heffen en innen van belastingen. Vakmanschap en een hoog niveau van kennis op fiscaal gebied is daarbij van groot belang. De Belastingdienst is geen onderwijsinstelling en heeft voor kennisontwikkeling samenwerking nodig met organisaties die gespecialiseerd
zijn in onderwijs, zoals universiteiten. Zij zijn hiervoor de aangewezen partners.’
Baker McKenzie
‘Het Accent steunt contractueel mankracht in natura, faciliteert de uitwisseling van studenten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot,’ mailt de woordvoerder van Baker McKenzie. ‘We steunen financieel de opleiding van de universiteit in een triple helix- samenwerkingsverband. Er worden geen vakken gefinancierd.’
‘Baker McKenzie stelde een oud-collega – werkzaam bij Baker McKenzie tot 2022 – van maart 2013 tot maart 2017 in de gelegenheid om de werkzaamheden als hoogleraar te verrichten in de vorm van een wisselleerstoel. Baker McKenzie vindt het belangrijk dat al haar mensen continu blijven leren en zich blijven ontwikkelen.’
‘De brede samenwerking van Accent faciliteert de uitwisseling van studenten en maakt het mogelijk dat het onderwijsaanbod wordt vergroot. We hebben geen invloed op de inhoud van de lessen. Door het Accent is het voor de universiteiten mogelijk om naar eigen inzicht extra wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van de indirecte belastingen aan te trekken. De universiteiten hebben op basis van geschiktheid geselecteerd. Sponsoren fungeren als klankbord voor de universiteiten. Zij hebben geen invloed op de invulling van de vacatures, het onderwijs of op de inhoud van studieboeken.’
‘We hebben een jaarlijks vastgesteld budget. Daarnaast heeft Baker McKenzie de kennis en tijd van een oud-collega in natura ter beschikking gesteld aan een universiteit om het onderwijsaanbod voor, en de ontwikkeling van, studenten te vergroten.’
Deloitte
‘De aanleiding om deze studierichting te sponsoren rond 2007 was dat Leiden stopte met de opleiding kostprijsverhogende belastingen, een leertraject waarbij een student ook in de praktijk kon werken,’ verklaart Aart Nolten, partner van Deloitte en verantwoordelijk voor ‘knowledge management’ bij Deloitte Tax & Legal. ‘We zijn als advieskantoren en Belastingdienst gaan sponsoren zodat het op de agenda van de universiteiten blijft, en dat die opleiding niet verdwijnt. De maatschappij heeft dit soort specialisten nodig, daarom is het belangrijk dat er voldoende opleidingsplekken blijven voor indirecte belastingen. Er is een grote vraag en maar weinig studenten.’
‘Het klopt dat in het verleden de algemene fiscale opleiding niet universitair georganiseerd was, wellicht omdat het vak meer als uitvoering van beleid werd gezien. In de jaren zestig had de Belastingdienst een soort beroepsopleiding. Waarom het onderwerp in de universitaire sfeer is gekomen is door de toegenomen complexiteit van het recht. En vooral ook door de Europese component is het heel ingewikkeld geworden.’
‘Ik ben het ermee eens dat een universitaire opleiding onafhankelijk hoort te zijn, en dat een universiteit de inhoud van het onderwijs hoort te bepalen. Als hier al door derden een grens is overschreden, dan kan ik daar niets over zeggen. Onze sponsoring is generieke sponsoring. De enige reden waarom wij sponsoren is om ervoor te zorgen dat die opleiding niet verdwijnt, want mensen, die deze opleiding succesvol afronden, hebben wij als werkgevers nodig. Naast geld leveren we docenten, we stellen doorgewinterde mensen op het gebied van vaktechniek ter beschikking die ook in de praktijk werken. Die wisselwerking is ook ten bate van de studenten. Ik snap niet wat daar onethisch aan zou zijn.’
‘Of we dergelijk onderwijs anders zouden moeten inrichten is een interessante vraag, maar daar heb ik niet over nagedacht. Het gaat om tientallen studenten in Nederland, dus enkelen voor onze organisatie, daar een compleet curriculum voor optuigen is een behoorlijke investering. Maar het kan. We doen zelf al heel veel aan interne opleidingen, dat organiseren is mijn rol bij Deloitte.
‘Over het dirigeren van studenten richting de sponsors, dat zie ik niet als een probleem omdat de sponsors een brede afspiegeling vormen van waar deze studenten sowieso terechtkomen. Van een databank ter beschikking van de sponsors met studenten en oud-studenten is mij niets bekend. Dat lijkt me ook sterk dat die zou bestaan. De enige data die wij krijgen zijn percentages van de studenten die bijvoorbeeld bij de Belastingdienst terecht komen, bij de advieskantoren en hoeveel studenten afhaken.’
EY
‘Het doel was en is om wetenschappelijk onderwijs in een relatief klein maar zeer belangrijk vakgebied overeind te houden en de belangstelling onder studenten voor dit vakgebied te vergroten,’ laat de woordvoerder van EY per email weten. ‘Daar zijn we in geslaagd door juist met alle betrokkenen deze unieke samenwerking aan te gaan. Deze unieke samenwerking tussen universiteiten, belastingdienst en bedrijfsleven toont juist aan dat door een gezamenlijke inspanning kleine, maar zeer belangrijke vakgebieden, aantrekkelijk kunnen worden gehouden voor studenten.’
‘Universiteiten selecteren altijd op basis van geschiktheid en hebben altijd het laatste woord bij de aanstelling van hoogleraren en promovendi. EY heeft geen invloed op de inhoud van lessen. Wat betreft het sponsorbedrag, bij elke besteding wordt bekeken of deze nuttig is en of dat het juiste bedrag is. Het is een deugd dat de besteding daarvan weloverwogen gebeurt. De hoogte van een besteding is hierbij verder niet relevant.’
PwC
‘Het Fonds Indirecte Belastingen is opgericht met als doel om een masterspecialisatie aan te bieden omdat dit niet mogelijk bleek op individuele universiteiten,’ mailt de woordvoerder van PwC. ‘Vanuit de studenten was er een grote vraag naar dit specialisme. Dit sloot tevens aan op de vraag vanuit de arbeidsmarkt. Er is geen inhoudelijke betrokkenheid vanuit de sponsoren bij het onderwijsprogramma, het studieboek, de scripties en promoties. Netwerkborrels en contactmomenten zijn gebruikelijk in de universitaire wereld en geenszins verplicht. Sommige studenten namen dan ook geen deel aan deze bijeenkomsten en anderen stelden het contact met bedrijfsleven juist op prijs om de (geleerde) theorie beter te kunnen plaatsen en om hun eigen netwerk te verbreden.
Er worden geen individuele gegevens gedeeld met betrekking tot cursisten. De algemene informatie die werd gedeeld, diende om de effectiviteit van de sponsorbijdrage in hun eigen organisatie te kunnen verantwoorden.
PwC is van mening dat samenwerkingen tussen bedrijfsleven en universiteiten (publiek private samenwerkingen) belangrijk zijn om de innovatieve kracht en de kwaliteit van de Nederlandse opleidingen te borgen, verbeteren en stimuleren. De kruisbestuiving tussen wetenschappelijk onderwijs en de beroepspraktijk, maakt beide disciplines beter. In tijden waar publieke middelen voor universiteiten schaarser worden, is het onverminderd van belang dat samenwerkingen als waar de vragen over zijn gesteld, blijven bestaan, uiteraard met inachtneming van wetenschappelijke integriteit, onafhankelijkheid etc. Daarom staat PwC achter deelname aan dit (en soortgelijke) project(en) en wij hebben geen informatie of ervaringen dat de wetenschappelijke integriteit en onafhankelijkheid in het onderhavige initiatief in het gedrang is gekomen.
Naschrift: In een eerdere versie van dit artikel stond dat de Universiteit Leiden nergens melding maakt van samenwerking met het Accent. De Universiteit Leiden liet ons weten dat die verwijzing er wel is, daarom is de tekst op dit punt gecorrigeerd.
Gerelateerde artikelen
Nu te bestellen: Wie let er op Brussel?
Van koffers met tonnen aan smeergeld tot verwijderde sms’jes over miljardendeals. Europese politici en ambtenaren komen met verbijsterend gemak weg met blunders, machtsmisbruik en zelfs corruptie. Hoe kan dat?
25 Bijdragen
Roland Horvath 7
Het geld vergiftigt nu ook de onafhankelijkheid van de universiteiten. Dat betekent het einde van een enigszins onafhankelijke kijk op het hele wereldgebeuren.
De zeggenschap in de maatschappij van universiteiten en ander onderwijs worden zo bepaald door het grootkapitaal. Het is zeker niet verwonderlijk in een neoliberale wereld en een neoliberale staatstructuur in NL en de EU.
Opmerkelijk, Maastricht en Tilburg liggen in het gedeelte van NL dat in hoofdzaak katholiek is. De Vrije Universiteit heeft een calvinistische oorsprong.
De Europese christenen zijn altijd prominent aanwezig geweest in de verloedering van een groot deel van wereld. En van vernielingen van de bestaande orde in die regio 's.
Is het wel nodig dat er de universiteiten gesponsord worden door ondernemingen. Is dat sponsoren / financieren niet de taak van de overheid?
Vincent Huijbers 10
Een relevant achtergrond artikel waar o.a. de 'netwerksamenleving' aan de orde komt:
Oorzaken bestuurscrisis gaan dieper dan we beseffen
https://www.ewmagazine.nl/ewpodium/opinie/2021/05/oorzaken-bestuurscrisis-gaan-dieper-dan-we-beseffen-826278/
Roland Horvath 7
Vincent HuijbersDe burger komt niet aan bod, hij heeft -bijna?- geen macht meer.
Een andere ordening zou kunnen zijn, in de volgorde van hun macht en zeggenschap:
Geld, media, partij, bestuur, expert.
1/ De media moeten de burgers infomeren over de echte oorzaken, de kern, van de gebeurtenissen. Wat ze nu niet doen als dat tegen de belangen van het grootkapitaal is, hun broodheren.
2/ De burgers moeten zoals in CH op gezette tijden hun mening kunnen geven, wetgeving en regelgeving kunnen beoordelen en afschaffen, en voorstellen doen.
3/ Het is niet verkeerd dat de bestuurders bekwaam zijn in de bevoegdheid waarvoor ze worden aangesteld. Dat geldt vooral voor zaken als financiën, infrastructuur en waterstaat, landbouw, milieu, klimaat, energietransitie.
En het is niet meer nodig om een neoliberale doctrine / indoctrinatie / verloedering aan te hangen. Want in het neoliberalisme moeten bestuurders bereid zijn collectieve goederen en diensten te privatiseen voor een appel en een ei.
De vergiftiging van de maatschapppij door het grote geld zal leiden naar toestanden zoals in de tweede helft van de 19e eeuw. Zoals gisteren heel deskundig voorgesteld in de 9e uitzending van 'Het verhaal van Nederland', getiteld 'Pioniers en paupers', NPO1.
De dominantie van het grote geld in de maatschappij wordt straks nog verergerd door de dictatuur van de digitalisering.
Ben Franken 2
Die weinig met de inhoud te maken hadden .
Op het vroegere Lembaga Kesehatan Nasional te Surabaya liet de directeur mij zien
hoeveel rapporten er lagen ,allemaal geschreven door deskundigen [ WHO short term consultants !,Unicef ,mensen uit NL van BZ ...etc.] .
Stapels ,waar niets mee gebeurde .
Beide partijen werden betaald voor het “ niets”.
Kortom uw stuk doet me denken aan een kruideniers winkel [ Sperwer] die op de etalage had staan :PROFITEREN DAT IS HET EINDE .
Pieter Jongejan 7
Monopolies worden niet meer zoals bij Adam Smith als ongewenst gezien, maar als gewenste winnaars in de concurrentiestrijd om het behoud van macht. Internationale instituties zijn opgericht om oorlog te voorkomen, maar worden nu gebruikt als instrumenten om macht te behouden. China gaat nu de USA voorbij, zoals de USA in 1918 de UK en Duitsland voorbijging en zoals Duitsland in 1870 Frankrijk voorbij ging. Hopelijk deze keer zonder oorlog, maar het rapport van de Rand Stichting Extending Russia (destabiliseer Rusland) uit 2019 (dus voor de Russiche inval) laat zien dat de USA niet anders reageert dan Frankrijk in 1870 met de Emscher Depeche.
De beheersing van de media en van de universiteiten door middel van kartelvorming en uiteindelijk monopolievorming maakt deel uit van deze globale machtsstrijd. Dit gebeurt in het Westen (en Noorden) en in het Oosten (en Zuiden). De open society van Popper bestaat niet meer en heeft wellicht nooit bestaan. Helaas, maar het is niet anders.
Roland Horvath 7
Pieter JongejanOost en West willen op elkaar gelijken, ze willen niets missen.
Censuur bijvoorbeeld het weren van RT Russia Today in de EU en in de VS is een ernstige anti democratische beslissing. Tijdens WO2 werden in de VS geen buitenlandse media geweerd.
Niet alleen censuur, ook de vrije meningsuiting is in het gedrang.
Volgens berichten was de Trump Administratie op het einde van de periode van Trump als VS president een wetontwerp aan het uitwerken waarbij uitsluitend de meningen van regerende / uitvoerende overheid, dus Trump zelf, nog zouden toegestaan worden. Die wet is niet door Trump getekend want die wet hij was nog niet volledig uitgewerkt.
Pieter Jongejan 7
Roland Horvath1 De Emscher Depeche waarbij het ging om de troonopvolging in Spanje door een familielid van de Duitse keizer en dit door Frankrijk werd gedwarsboomd, waarna Bismarck de publieke opinie in Frankrijk zou wist te bespelen dat er een oorlog werd uitgelokt. (te vergelijken met wat de USA in de Oekraïne hebben gedaan door Rusland te provoceren met een cordon van de NAVO rond Rusland)
2 Het telegram van Prinz von Lichnovski (de Duitse ambassadeur in Londen in 1914) aan de Duitse keizer om geen onvoorwaardelijke steun te geven aan Oostenrijk/Hongarije voor het geval deze een oorlog met Rusland zouden beginnen. prinz von Lichnovsky stond na het accoord met de UK over de Berlijn-bagdad spoorlijn als alternatief voor het Suezkanaal in mei 1914 in groot aanzien in de UK omdat hij een oorlog had weten te voorkomen. Zijn telegram is echter tegengehouden door het Duitse leger en heeft de keizer nooit bereikt. (vergelijk het niet publiceren vandaag van de onderzoeken naar het opblazen van Northstream 1 en 2 door de omliggende landen)
3 De heksenjacht op communisten direct na de tweede wereldoorlog (Mc Carthy) te vergekijken met de hedendaagse heksenjacht op anderdenkenden zoals anti-vaccers, wappies encomplotdenkers.
De monopolievorming in met name de financiële sector is beangstigend en die is wel nieuw. WEat dreigt is de afschaffinbg van anoniem chartaal geld en de invoering van te traceren CBDC. Gates heeft al aangegven dat hij dmv AI in staat is om complotdenkers (lees andersdenkenden) te ontmaskeren en te weren van de sociale media. De grondlegger van AI J. von Neumann heeft toegegeven dat dit een ongewenste ontwikkeling is. AI kan en mag de individuele beoordeling niet vervangen. Dat is dictatuur
Berend Pijlman 15
Dit wordt door de Nyenrode leraar uitgelegd als positief. Terwijl dat nu juist is wat er mis is met de inmenging van de bedrijven en de universiteiten. Dat er dan ook nog overheidsdiensten (Belastingdienst, Hoge Raad) aansluiten bij deze vermenging maakt het alleen maar erger. Dan leert de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht ook nog eens hoe het belastingrecht geïnterpreteerd moet worden zodat grote bedrijven zo goed mogelijk worden gediend. En we weten allemaal dat de genoemde grote kantoren lobbyen voor (en meeschrijven aan) wetgeving die vriendelijk is voor het grootbedrijf. Alle drie peilers van onze 'democratie' staan dus onder grote invloed van het bedrijfsleven.
Het samenwerken van private bedrijven en de overheid tegen de werknemers, hoe wordt dat ook alweer vaak genoemd?
Willem de Vroomen 4
Berend Pijlman 15
Willem de VroomenHet is triest dat dit de algemene gedachte lijkt te worden in Nederland. Want natuurlijk is onderwijs voornamelijk bedoeld voor algemene ontwikkeling. Je doet er (sociale) vaardigheden op zodat je kunt functioneren in de maatschappij. Zodat niet alleen bedrijven iets aan je hebben maar ook in het dagelijkse omgang met iedereen je fatsoenlijk kan gedragen. Ik weet niet wat jij flauwekul-opeidingen vindt maar als dat bijvoorbeeld filosofie of talen zijn dan ben ik het daar niet mee eens. Maar als je geen flauwekul-opleidingen wilt, zou het dan niet juist een idee zijn om breed op te leiden? Zodat je nooit studenten krijgt die alleen maar 'flauwekul' doen?
Ik denk dat we er wat meer vanaf moeten dat mensen producten zijn. Ik ben in ieder geval meer dan alleen een machine die productief moet zijn voor de baas. En een school mag meer zijn dan een menselijke machinebouwer zodat bedrijven verzekerd worden van goed personeel. Dat terwijl de bedrijven steeds minder bijdragen aan de staatskas waaruit de opleidingen voornamelijk worden betaald.
Willem de Vroomen 4
Berend PijlmanFlauwekul: europese studies, applied arts and sciences, algemene communicatie, vrijetijdkunde.
In die opleidingen leer je geen wetenschap en ook geen beroep.
Anke Brons 1
Henk Willem Smits 3
Anke BronsPieter Jongejan 7
Henk Willem SmitsDeze briljante financieringsconstructie via een O&O fonds betaald door de opdrachtgevers (en dus niet door de bouwbedrijven) ontbreekt volgens mij in vrijwel alle andere bedrijfstakken.
Ben Franken 2
Henk Willem SmitsTussen het werk door een paar vragen en je kon weer gaan .
En anderen schnabbelden er ook lustig bij .
Of ga eens langs bij de ILO en de effectiviteit van signaleren .
Tony Judt :” When the facts change “...
Anke Brons 1
Henk Willem SmitsPetrus Harts 3
Nufsaid, zeggen ze dan op Twitter.
Ik ben toch heel blij dat ik ben opgeleid door 'studeerkamergeleerden' die in elk geval onafhankelijk waren. Hoewel er in mijn tijd ook al veel derde-geldstroom onderzoek was.
En off topic; wat is het toch triest dat we zoveel knappe koppen met zoveel nutteloos werk en studie opzadelen omdat niemand ooit in het woud van regels heeft gekapt. En nu is het te laat, want teveel mensen hebben (in)direct een belang bij het verergeren van de regelbrij.
John de Vries
Yope Up
Reinier Bongaerts
Daarnaast zie ik het juist als positief dat mensen met praktijkervaring ook lesgeven. Tijdens mijn studie Accountancy vond ik dit juist waardevol. Doorgaans volg je een bepaalde studie, omdat je een bepaalde baan ambieert. Overigens zie je bij alle financiële opleidingen parttime docenten/hoogleraren die daarnaast werkzaam zijn bij een accountants- of advieskantoor. Fiscaal recht zit blijkbaar, geheel onterecht mijns inziens, in het verdomhoekje.
Nederland streeft ernaar een kenniseconomie te zijn, laat het onderwijs en het bedrijfsleven dan ook nauw samenwerken om dit vast te houden. Als hierdoor ook lerarentekorten worden beperkt en universiteiten minder docenten op de loonlijst hoeven te hebben, slaan we drie vliegen in één klap.
marcel 8
Reinier BongaertsMaar noem het geen wetenschappelijke opleiding als er geen academisch onderwijs wordt gegeven maar praktijkonderwijs.
marcel 8
Reinier BongaertsIk heb Philip Wallage bijvoorbeeld als zeer integer ervaren maar zijn partnerschap heeft mogelijk bewust of onbewust zijn academische vrijheid beknot.
Bij accountants zie je overigens wel vaker dat ze na hun pensionering ineens publiekelijk kritisch worden op het beroep.
Reinier Bongaerts
marcelBij overtreding hebben zij hier een eigen Accountantskamer voor die berispingen en schorsingen uit kan delen.
Ik zie mede daardoor ook geen risico's omtrent wetenschappelijke onafhankelijkheid bij een accountant die een college geeft.
Bij fiscalisten zou je eventueel een risico kunnen zien in de tone of voice van de docent(e) waardoor het fiscaal moreel kompas van studenten beïnvloed wordt.
marcel 8
Reinier BongaertsHoe zie jij dat?
marcel 8
De master opleiding betreft vermoedelijk wettelijk onderwijs wat vrijgesteld is van btw. Dat heeft tot gevolg dat de universiteit de aankoop btw niet mag terugvragen voor deze opleiding.
Ben benieuwd of alle knappe koppen bij het samenwerkingsverband daaraan gedacht hebben 😉