Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne

Geraadpleegd op 14-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 31 mei 2022, nr. 4022247, houdende een specifieke uitkering voor gemeenten in verband met de bekostiging van acute opvang en verstrekkingen vanwege de oorlogssituatie in Oekraïne (Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. staatssecretaris: de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid;

  • b. ontheemden: personen op wie het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG van de raad van 2001 van toepassing is, ingevolge artikel 2 van dat besluit;

  • c. opvangvoorziening: een accommodatie waarin opvang wordt geboden aan ontheemden;

  • d. leefgeld: financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven;

  • e. wooncomponent: financiële toelage ten behoeve van kosten voor het openbaar vervoer, voor activiteiten buitenshuis of een vrijwillige bijdrage in het particuliere huishouden;

  • f. verstrekkingen: de voorzieningen die een ontheemde uit Oekraïne ontvangt zoals opgenomen in de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

  • g. transitiekosten: de kosten die gemeenten maken voor het geschikt maken of realiseren van gebouwen voor de opvang van ontheemden;

  • h. uitvoeringskosten: de kosten die gemeenten maken voor alle processen rond het realiseren en de uitvoering van de opvang en het doen van verstrekkingen;

  • i. SiSa: het systeem van single information, single audit, zoals bepaald in de ministeriële regeling informatieverstrekking SiSa.

Artikel 2. Verstrekking van een specifieke uitkering

  • 2 De transitiekosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, worden op aanvraag verstrekt.

  • 3 De aanvraag, bedoeld in het tweede lid, bevat ten minste:

    • a. een omschrijving van de transitiekosten voor het realiseren of geschikt maken van de opvang waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd en de wijze waarop de locatie voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 5 van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

    • b. een omschrijving van de wijze waarop het project uitgevoerd wordt en welke partijen daarbij betrokken zijn;

    • c. het aantal te realiseren opvangplekken;

    • d. een financiële begroting waarin in ieder geval de totale kosten en de afschrijvingstermijn zijn opgenomen;

    • e. de periode die de transitie duurt, evenals de periode dat de opvanglocatie beschikbaar is.

Artikel 3. Hoogte van de specifieke uitkering

  • 1 Gemeenten ontvangen:

    • a. tot 15 oktober 2022, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, een normbedrag van € 100 per dag per gerealiseerde opvangplek;

    • b. met ingang van 15 oktober 2022, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, een normbedrag van € 83 per dag per gerealiseerde opvangplek;

    • c. met ingang van 1 januari 2024, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, een normbedrag van € 61 per dag per gerealiseerde opvangplek.

  • 2 Indien de totale werkelijke kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, per bestedingsjaar, een uitkering op basis van de normbedragen, bedoeld in het eerste lid, in betekenende mate zouden overschrijden dan kan de gemeente deze totale werkelijke kosten per opvangplek per dag declareren. De gemeente kan eveneens de totale werkelijke kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, per bestedingsjaar, declareren indien deze werkelijke kosten een uitkering op basis van normbedragen in betekenende mate zouden onderschrijden. Voor het jaar 2022 ligt de oorzaak van de kosten in alle gevallen in de periode 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022.

  • 4 Gemeenten ontvangen:

    • a. tot 1 januari 2024, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, een normbedrag van € 210 per geregistreerde persoon per maand waarin aan deze persoon een verstrekking is gedaan;

    • b. met ingang van 1 januari 2024, ter bekostiging van de kosten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d, een normbedrag van € 92 per geregistreerde persoon per maand waarin aan deze persoon een verstrekking is gedaan.

  • 6 Indien de kosten, bedoeld in het vijfde lid, het aangevraagde en door het Ministerie van Justitie goedgekeurde bedrag met meer dan 10% overschrijden, doet de gemeente een aanvullende aanvraag voor het gedeelte dat hoger is dan het aangevraagde en goedgekeurde bedrag.

Artikel 4. Voorwaarden

De gemeenten besteden de specifieke uitkering gedurende de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2023 of tot en met de dag waarop een binnen dat tijdvak bij de Staten-Generaal ingediend voorstel van wet waarop deze regeling komt te berusten is verworpen, danwel, indien dat voorstel tot wet is verheven en in werking is getreden, tot en met de dag waarop die wet vervalt.

Artikel 5. Voorschot

  • 1 Op aanvraag verstrekt en betaalt de staatssecretaris in 2022 aan gemeenten een voorschot van 100% van het aantal opvangplekken voor ontheemden dat een gemeente in een boekjaar verwacht te realiseren maal het normbedrag en de werkelijke transitiekosten.

  • 2 De aanvraag voor een voorschot, bedoeld in het eerste lid, kan de gemeente voor 1 oktober van het betreffende boekjaar indienen bij de staatssecretaris.

  • 3 In het geval, bedoeld in artikel 4, wordt in het eerste lid de zinsnede ‘in 2022’ gelezen als ‘in het jaar van besteding van de uitkering’.

  • 4 In afwijking van het tweede lid kan de Staatssecretaris een aanvraag voor een voorschot ingediend na 1 oktober van het betreffende boekjaar, maar vóór 1 mei van het daarop volgende boekjaar, in behandeling nemen, indien er sprake is van:

    • a. een onverwacht hoge toestroom van ontheemden na 1 oktober van het betreffende boekjaar;

    • b. een stagnatie of afname van het aantal opvangplekken ten opzichte van het aantal ontheemden dat een opvangplek nodig heeft; of

    • c. een andere aantoonbare reden waarom de kosten door de gemeente niet konden worden voorzien.

  • 5 De aanvraag, bedoeld in het vierde lid, wordt alleen in behandeling genomen indien:

    • a. de landelijke bezettingsgraad van het aantal gerealiseerde opvangplekken boven de 95% ligt, waardoor de urgentie om nieuwe opvangplekken te realiseren groot is;

    • b. de kosten zijn of worden gemaakt in het betreffende boekjaar.

Artikel 6. Verantwoording

  • 1 De gemeenten leggen uiterlijk 15 juli van het jaar dat volgt op het jaar van besteding verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering. Artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 De gemeenten nemen de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie in acht bij de besteding van de specifieke uitkering.

Artikel 7. Procedure tot vaststelling van de uitkering

  • 1 De Staatssecretaris stelt de uitkering uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar van besteding vast. De Staatssecretaris kan de uitkering lager vaststellen:

    • a. voor zover er geen volledige of onjuiste verantwoordingsinformatie is verstrekt;

    • b. indien de verantwoordingsinformatie na 15 juli van het jaar van vaststelling is ontvangen, tenzij SiSa tussen overheden van toepassing is;

    • c. voor zover de uitkering niet rechtmatig is besteed;

    • d. voor zover de rechtmatigheid van de besteding volgens de controlerende accountant onzeker is.

  • 2 Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt kan de staatssecretaris de uitkering op een lager bedrag vaststellen.

Artikel 8. Terugvordering

De uitkering kan worden teruggevorderd voor het deel dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet of niet rechtmatig is uitgegeven. Onverschuldigd betaalde uitkeringsbedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd, voor zover na de dag waarop de beschikking waarbij de uitkering wordt vastgesteld is bekendgemaakt, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2022.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 mei 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg

Naar boven