We kijken altijd verder Wij maken complexe zaken begrijpelijk

17-11-2020: Samenvatting pensioenakkoord

De pensioenregeling

Voortaan is niet de pensioenuitkering maar de beschikbare pensioenpremie het uitgangspunt. Die vlakke beschikbare premie is voor alle leeftijden gelijk. De pensioenopbouw wordt daarmee per leeftijd ongelijk (degressieve pensioenopbouw). De maximale premie wordt nog definitief vastgesteld. Die zal ergens tussen de 30 en 33 % van de pensioengrondslag bedragen.

De pensioenuitvoering

In het nieuwe pensioencontract ligt het accent minder op zekerheid. In plaats van een pensioenuitkering is er sprake van een pensioenverwachting. Die pensioenverwachting wordt gebaseerd op het “persoonlijk pensioenvermogen” dat voortaan per deelnemer geadministreerd wordt.

Compensatieregeling

Uit berekeningen blijkt dat het nieuwe pensioenstelsel veel gevallen geen nadeel maar een voordeel oplevert. Er komt een budget neutrale compensatieregeling voor de gevallen met een nadeel. De fiscus helpt ook mee: gedurende 10 jaren wordt de maximale premie (zie hiervoor) verhoogd met 3 %- punt.

Uitzondering

Bestaande beschikbare premieregelingen met een leeftijdsafhankelijke premiestaffel mogen worden voortgezet voor de huidige werknemers. Op nieuwe werknemers wordt de vlakke beschikbare premie wel van toepassing.

Invaren

Het uitgangspunt is dat het opgebouwde pensioen wordt “ingevaren” in het nieuwe pensioenstelsel, tenzij dat tot onevenredige effecten leidt. Invaren speelt alleen bij pensioenfondsen.

Pensioenkortingen

De regels voor de korting van pensioen bij pensioenfondsen worden, net als voor 2020, ook voor het jaar 2021 versoepeld. Is de dekkingsgraad eind dit jaar minstens 90 %? Dan hoeft er in 2021 niet gekort te worden.

AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd stijgt minder snel. In 2024 staat die op het 67e jaar. En die blijft nu ook in 2025 het 67e jaar. Op 8 juli 2020 is het wetsvoorstel Verandering koppeling AOW-leeftijd bij de Tweede Kamer ingediend.

Vertrekregeling

Met de vertrekregeling kunnen werknemers eerder stoppen met werken zonder dat de werkgever wordt belast met een RVU-boete van 52%.  De regeling mag ingaan maximaal 3 jaar voor de AOW-ingang. De uitkering is maximaal ca. € 21.200 per jaar.

Opname ineens

Voortaan mag op de pensioendatum 10% van de waarde van het pensioen ineens opgenomen worden. De besteding daarvan is vrij.

Partnerpensioen

Het partnerpensioen wordt geüniformeerd. Voortaan wordt dat (deels) verzekerd volgens het risicosysteem. Het maximale partnerpensioen stijgt van 49% van de pensioengrondslag tot 50% van het salaris. Overwogen wordt om het nieuwe partnerpensioen al in te voeren per 01-01-2022 en daarmee niet te wachten tot 01-01-2026 (uiterste datum voor overstap naar nieuwe pensioenstelsel).

PLANNING PENSIOENAKKOORD

De planning ziet er nu als volgt uit:

01-01-2021: invoering van vertrekregeling  en uitbreiding verlofsparen. De opname ineens wordt (met een invoeringstermijn van 1 jaar) ook in wetgeving opgenomen. Vanaf 2022 is een opname ineens dus feitelijk mogelijk.

01-01-2022: pensioenakkoord is vertaald in wetgeving, start overstaperiode naar het nieuwe pensioenstelsel;

01-01-2026: uiterste datum voor overstap naar het nieuwe pensioenstelsel;

01-01-2036: einde compensatieperiode

De transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel ligt dus tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2026. In die periode moet worden overgestapt. Daarbij is 2026 de uiterste deadline.

De wetgeving m.b.t. het nieuwe pensioenstelsel krijgt in 2020 en 2021 vorm. Daar zit druk op. Daarom kwam de Tweede Kamer op 14 juli even terug van zomerreces. Er zijn ruim 200 vragen en antwoorden behandeld. De vaart blijft erin! Dat blijkt ook wel, want op 2 september 2020 is het wetsvoorstel “Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen” bij de Tweede Kamer ingediend. Wij hebben het wetsvoorstel in onze nieuwsbrieven voor werkgevers/HR, ondernemingsraden en adviespraktijk samengevat.

WERK PENSIOENAKKOORD

Het nieuwe pensioenstelsel vraagt ook de inzet van werkgevers en ondernemingsraden. Het pensioenakkoord betekent immers een wijziging van de pensioenregeling (de pensioenovereenkomst). Werkgevers moeten, samen met de pensioenuitvoerder, een transitieplan opstellen. Dat transitieplan (inclusief) compensatieregeling moet betrokken worden bij het verzoek aan de OR tot wijziging van de pensioenregeling. Daarnaast moet er voor de werknemers een persoonlijk overzicht worden opgesteld dat inzicht geeft in het pensioen vóór en ná de overstap.

Let op:

De rol van de werkgever, de OR en de werknemers moet per geval beoordeeld worden. Is er bijvoorbeeld sprake van een bedrijfstakpensioenfonds? Dan ligt die rol vaak bij de sociale partners. Maar niet altijd.

MEER WETEN

Wilt u weten wat het pensioenakkoord voor uw situatie betekent en wat er van u verwacht wordt? Neem dan met ons contact op. Wij helpen u graag.


Nieuwsgierig of vragen?

Bent u nieuwsgierig naar onze diensten of heeft u vragen?