De hoogleraren en hun bijbanen: dit gaat er mis

  • Siebe Sietsma

    verslaggever Nieuwsuur

  • Yoeri Vugts

    redacteur Nieuwsuur

  • Siebe Sietsma

    verslaggever Nieuwsuur

  • Yoeri Vugts

    redacteur Nieuwsuur

Een voormalig premier, universiteitsbestuurders en een raadsheer bij het gerechtshof: in het onderzoek van Nieuwsuur naar bijbanen en belangen van hoogleraren komen opvallende namen voorbij.

Uit onderzoek van Nieuwsuur blijkt de registratie door universiteiten en hoogleraren zelf vaak onvolledig en onjuist.

De samenleving heeft er baat bij dat hoogleraren hun kennis toepassen in de maatschappij. Nevenfuncties worden dan ook aangemoedigd. Maar het moet wel transparant zijn welke belangen hoogleraren hebben naast hun wetenschappelijke werk. Bovendien moet de universiteit er toestemming voor geven.

Hieronder lichten we een aantal voorbeelden uit, te beginnen bij Jan Peter Balkenende.

Dat Jan Peter Balkenende er na zijn premierschap allerlei bijbanen op nahoudt, zal niet verrassen. Hij is sinds 2010 als onbezoldigd hoogleraar verbonden aan de Erasmus Universiteit. Volgens het universiteitsregister heeft Balkenende één onbetaalde nevenfunctie bij advieskantoor Ernst & Young.

In werkelijkheid bekleedt hij nog zeker vijftien andere nevenfuncties. Zo is hij onder meer partner bij lobbykantoor Hague, adviseur voor groenteveredelingsbedrijf RijkZwaan en bestuurder bij investeringsfonds Noaber. In zijn openbare universiteitsprofiel is daar niets over terug te vinden.

Balkenende verklaart dit via een woordvoerder van de universiteit. "De heer Balkenende zelf hield zich niet met registers van de universiteit bezig, maar is uiteraard transparant over zijn andere activiteiten. Naar zijn indruk zijn de activiteiten van een oud-premier overigens genoegzaam bekend."

Ook de publieke profielen en registerinformatie van oud-politici Ronald Plasterk (Universiteit van Amsterdam), Jet Bussemaker (Universiteit Leiden) en Bert Koenders (Universiteit Leiden) zijn niet compleet.

Bussemaker laat in een reactie weten dat zij haar nevenfuncties wel correct heeft doorgegeven aan de universiteit. Plasterk zegt geen nevenfuncties te hebben, maar noemt er vervolgens toch enkele op. Koenders heeft de nevenfuncties alsnog laten toevoegen aan zijn profiel.

Coby van der Linde heeft na vragen van Nieuwsuur verschillende nevenfuncties neergelegd.

Ze is sinds 2004 deeltijd hoogleraar geopolitiek en energie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze is ook directeur van een denktank op het gebied van energie, de meeste sponsoren daarvan zijn actief in de fossiele industrie. Als deskundige spreekt ze in media en publieke optredens geregeld over het Russische staatsbedrijf Gazprom.

Van der Linde was tot voor kort ook werkzaam als commissaris voor de Nederlandse tak van Wintershall, een van oorsprong Duits olie- en gaswinningsbedrijf. Een dochteronderneming van Wintershall is deels in handen van Gazprom. Wintershall zelf is van BASF en de Russische oligarch Mikhail Fridman. Wintershall is één van de sponsoren (bron) van de denktank van Van der Linde.

Daarnaast is Van der Linde adviseur van de International Gas Union (IGU), een belangenvereniging van bedrijven in de gasindustrie. En ze werkt voor onderzoeksinstelling KAPSARC in Saudi-Arabië, gefinancierd door de Saoedische overheid. Ook schrijft ze als commissielid mee aan waterstofadvies voor de Nederlandse regering.

Uit navraag van Nieuwsuur blijkt dat Van der Linde van de Rijksuniversiteit Groningen geen toestemming had voor bijbanen. In het universiteitsregister komt haar naam niet voor. Ze meldt een deel, maar niet al haar werkzaamheden op haar profiel op de universiteitssite. Van der Linde zegt in een reactie dat ze haar cv aan de universiteit heeft overlegd en dacht dat het daarmee geregeld was. Een mail van de Rijksuniversiteit afgelopen juni, met het verzoek haar nevenfuncties op te geven, heeft ze naar eigen zeggen gemist.

Ook voor haar adviserende werk over waterstof voor de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) moet Van der Linde transparant zijn over haar bijbanen. De Rli adviseert de regering. Van der Linde dient een ondertekende verklaring in, waar de meeste van haar bijbanen niet worden vermeld (pdf-bestand). Ze meldt onder meer niet dat ze adviseur is van het H2Platform, een samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van waterstof.

Vragen van Nieuwsuur bleken voor de Rijksuniversiteit Groningen aanleiding om de functies en belangen van Van der Linde alsnog te beoordelen. Inmiddels heeft Van der Linde haar commissariaat bij Wintershall beëindigd, naar eigen zeggen om persoonlijke redenen. Op verzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft ze haar bijbanen bij de International Gas Union en het Saudische KAPSARC beëindigd.

Hier de volledige vragen en antwoorden aan en van Coby van der Linde en de Rijksuniversiteit Groningen.

Tim van der Hagen is hoogleraar kernreactorfysica en rector magnificus van de TU Delft. In het register van de universiteit vinden we nevenwerkzaamheden die niet staan vermeld op de website van de TU Delft. Volgens hem ligt de oorzaak daarvan bij een technische fout in het systeem.

Van der Hagen is ook eigenaar van een besloten vennootschap (bv), die niet is vermeld. Volgens hem is deze bv puur administratief om daarmee de inkomsten uit zijn nevenfuncties te ontvangen. Zo is hij onder meer commissaris bij Covra, een bedrijf dat radioactief afval verwerkt.

Van der Hagen licht niet toe waarom daarvoor een bv nodig zou zijn. Het bedrag in de bv, een kwart miljoen euro, kan niet alleen worden verklaard door zijn inkomsten. Daarvoor is het bedrag simpelweg te hoog.

Mogelijk spelen fiscale redenen een rol. Van der Hagen heeft namelijk privébezittingen van spaargeld en een erfenis in zijn bv gestopt. Die bezittingen worden in een bv veel minder belast dan wanneer ze op een particuliere spaarrekening zouden staan.

Het is een veel voorkomende constructie die volgens geraadpleegde deskundigen kan worden gezien als belastingontwijking. Van der Hagen wil niet reageren op vragen van Nieuwsuur hierover.

Frank Engelen is tot eind 2021 hoogleraar internationaal belastingrecht aan de Universiteit Leiden. Zijn commerciële nevenfuncties zijn dan al een tijd niet bijgewerkt. Zo blijft onvermeld dat hij bestuurder is van JAB Holdings. Dit bedrijf investeert in franchiseketens en bekende merken als broodjeszaak Pret a Manger, Coffee House en Jacob's Douwe Egberts.

In een reactie stelt Engelen dat hij dacht dat de meldingsplicht niet op hem van toepassing was vanwege zijn nulaanstelling bij de universiteit.

Engelen is ook raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof Den Haag. Daar hebben ze geen weet van deze commerciële nevenfuncties, hoewel rechters wettelijke verplicht zijn om hun nevenbetrekkingen te melden aan de werkgever.

Navraag bij het gerechtshof leert ook dat Engelen in 2019 is verzocht om ontslag te nemen. Aan die oproep heeft hij volgens het gerechtshof geen gehoor gegeven. Het Hof kan een rechter in zo'n geval niet zelf ontslaan. Engelen zegt dat hem telefonisch is gevraagd om ontslag te nemen en dat hij daarmee heeft ingestemd. "In mijn beleving was daarmee de kous af."

Het gerechtshof stelt naar aanleiding van deze zaak actie te zullen ondernemen.

Een opmerkelijke naam in ons onderzoek is die van Ineke Sluiter, de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Zij stelt te hechten aan transparantie over nevenfuncties, maar bij de Universiteit Leiden is haar eigen registratie van nevenfuncties incompleet. Een verklaring daarvoor geeft ze Nieuwsuur niet en ze gaan niet in op onze vraag hierover. Via een woordvoerder laat ze weten dat ze haar administratie inmiddels op orde heeft.

Opvallend is ook dat de registratie van nevenfuncties bij universiteitsbestuurders niet altijd in de haak is. Zo waren niet alle nevenfuncties van universiteitsbestuurder Wim van de Donk (Tilburg University) vermeld. Ook informatie over de nevenfuncties van universiteitsbestuurders Ed Brinksma (Erasmus), Annetje Ottow (Universiteit Leiden), Mirjam van Praag (VU) en Frank Baaijens (TU Eindhoven) bleek niet volledig.

In ons onderzoek zien we een hoogleraar bij het Amsterdam UMC wiens nevenactiviteiten niet te vinden zijn op de publieke pagina's. In het register staan ook niet alle nevenwerkzaamheden van het ziekenhuis vermeld.

De universiteit blijkt met de hoogleraar in kwestie te hebben afgesproken dat zij haar nevenwerkzaamheden niet hoeft te publiceren, zolang de coronapandemie voortduurt. De hoogleraar is actief in het maatschappelijke debat en vreest voor diens 'persoonlijke veiligheid' wanneer de nevenwerkzaamheden publiek zouden worden. De universiteit stelt dat dit voor de Raad van Bestuur reden is om die ontheffing te verlenen.

In een toelichting stelt de betreffende hoogleraar te vrezen dat diens deskundigheid en onafhankelijkheid in twijfel worden getrokken wanneer de nevenfuncties publiek worden.

Advertentie via Ster.nl