Onze-Lieve-Vrouwekerk

Page 1

ONZE LIEVE VROUWE KERK KORTRIJK een rijk verleden


O

N

Z Altaar

W 43" touch

KiST VAN OXFORD COURTRAI CHEST COFFRE D'OXFORD

8

NL FR DE EN

NL FR DE EN

9

32" touch

32" touch GRAVEN VAN VLAANDEREN COUNTS OF FLANDERS COMTES DE FLANDRE

EN DE FR NL NL

FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL

FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL

FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN NL

FR DE EN

NL FR DE EN

Tribune

NL FR DE EN NL

FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL

FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL FR DE EN

NL

FR DE EN

NL FR DE EN

10

12

15

11

13

6 NL FR DE EN

7

3

5 4

2 14 1

2 |

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

Deken Zegerplein - p. 4 Kapittel- en burchtkerk - p. 4 - 5 Glasramen - p. 6 Schilderij Philippe De Witte - p. 8 Beschilderd graf- p. 9 Gravenkapel - p. 12 - 13 Kooromgang Zuid - Askapel - p. 17 Gulden sporen - p. 18 Grafstenen - p. 19 Mariakapel - kraagstenen - p. 20 Hoogkoor - p. 21 Kruisoprichting van Antoon Van Dyck - p. 22 - 23 Middenschip - p. 24 Doopkapel - p. 25 Guido Gezelle - p. 26 1302 - p. 10 - 17


Onze-Lieve-Vrouwekerk Kortrijk In het hart van Kortrijk vinden we de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Dit is letterlijk de plek waar het verleden van de stad doorleeft. Het was de kern van het grafelijk domein, een plek van wereldlijke en geestelijke cultuur, van kunst, praal en macht, van bezinning en conflict. Een symbolische plek voor Vlaanderen, zoals duidelijk wordt in de museale presentatie 1302. De kerk is een ware schatkamer vol meesterwerken en een huis van wonderlijke verhalen.

| 3


Een beetje geschiedenis Wie voor het eerst de voorgevel van deze kerk onder ogen krijgt, zal zeker onder de indruk komen. We bevinden ons op het grafelijk domein in Kortrijk. Hier stond zeker al in 1195 een kapel. Het is graaf Boudewijn IX die beslist om naast de burcht een kerk op te richten. Hij doet dit kort voor hij op kruistocht vertrekt. Zijn echtgenote Maria van Champagne staat in voor het toezicht op de bouwwerken.

4 |

KAPITTELKERK De nieuwe kerk is geen parochiekerk, maar een kapittelkerk. Ze wordt bediend door twaalf kanunniken en een deken. De voornaamste taak en bestaansreden van kanunniken is het zingen van de zeven getijden of het koorgebed. Verder stond het kapittel in voor de zielzorg van de bewoners van het grafelijk kasteel en hield het toezicht over allerhande kerkelijke aangelegenheden in de stad. Het kapittel verkreeg allerlei rechten en inkomsten en stelde de priester van de Sint-Maartenskerk aan, lange tijd de enige parochiekerk van Kortrijk. De kanunniken woonden afzonderlijk in de omgeving van de kerk. Ze hielden een kapittelschool open en gaven muziekopleiding in functie van de erediensten. Het kapittel bezat heel wat huizen in Kortrijk en kreeg onder de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees het recht om het grafelijk domein te verkavelen en de Onze-LieveVrouwestraat aan te leggen.


VAN KORTRIJK NAAR CONSTANTINOPEL Boudewijn IX (1172-1205) was graaf van Vlaanderen én van Henegouwen. Hij slaagt er ook in om delen van Noord-Frankrijk in te palmen. In 1202 sluit hij zich aan bij de vierde kruistocht. Onderweg raken de kruisvaarders verwikkeld in de strijd om Constantinopel. Boudewijn behaalt er een klinkende overwinning en mag zich Keizer van Constantinopel noemen. Kort daarop krijgt hij het aan de stok met de Bulgaren, die hem gevangennemen en laten verdwijnen. Twintig jaar later duikt in Vlaanderen een man op die beweert dat hij de verdwenen graaf is. Hij wordt als bedrieger terechtgesteld. Wandschilderij in Schepenzaal Historisch Stadhuis

SCHELDEGOTIEK AAN DE LEIE

BURCHTKERK

Rond 1205 kan de kapittelkerk in gebruik genomen worden. Het bouwwerk bestaat dan enkel uit een koorgedeelte. Dit is opgetrokken in laat-romaanse stijl. Een halve eeuw later voegt men er een driebeukig schip en een kruisbeuk aan toe, gebouwd in zogenaamde Scheldegotiek. Op het einde van de dertiende eeuw vervolledigen twee westelijke torens het geheel. Kort nadien wordt het intussen al honderd jaar oude koor gesloopt en vervangen door een bredere ruimte met een kooromgang en straalkapellen.

In 1297 wordt Vlaanderen aangevallen door Frankrijk. De Franse koning beslist om strategische plaatsen extra te versterken om er garnizoenen onder te brengen. Tussen Rijsel en Brugge heeft het grafelijk domein van Kortrijk zo’n sleutelpositie. Het kasteel wordt omgebouwd tot versterkte dwangburcht. Rond het kasteeldomein wordt een weermuur opgetrokken. De kerk maakt op die manier deel uit van een tweeledig militair complex met burcht en voorburcht. Een deel van de weermuur is bij opgravingen in de jaren ‘90 blootgelegd en gereconstrueerd. Bij de heraanleg van de kerkomgeving zal men de muur en walgracht verder opgraven en nog beter tot zijn recht laten komen.

| 5


Glasramen VAN MICHIEL MARTENS Vanuit de zijbeuken heb je het mooiste zicht op de moderne glasramen. Na de Tweede Wereldoorlog moesten zowat alle brandglasramen vervangen worden. Glazenier Michiel Martens uit Brugge maakte de nieuwe ramen. De afgebeelde heiligen hebben allemaal een band met Vlaanderen. Ook andere glasramen die we verder tegenkomen accentueren het grafelijk karakter van de kerk. Michiel Martens begon zijn carrière met moderne ontwerpen die mooi aansloten bij naoorlogse modernistische architectuur. Zijn moderne figuratieve ontwerpen waren ook perfect te combineren met eeuwenoude historische monumenten. Dat wordt in deze kerk overduidelijk aangetoond.

VRIJGEVIGE HOLLANDER De glasramen van Joep Nicolas in de doopkapel en achteraan in het schip werden geplaatst in 1936. Aanvankelijk was er wat protest: ze zouden niet passen in deze kerk, te somber, te modern en dan nog van een Nederlander … Naast de doopkapel plaatste de kunstenaar een raampje met de pestheilige Sint Rochus. Hij deed dit op eigen verzoek én op eigen kosten. Joep Nicolas (1897 – 1972) was een vernieuwer in zijn tijd. Van 1939 tot 1958 woonde hij in de Verenigde Staten waar hij 22 kerken van glasramen voorzag. Hoe kwam hij in Kortrijk terecht? Mogelijk door toedoen van zijn echtgenote, de Kortrijkse beeldhouwster Suzanne Nijs (1902 – 1985). Van haar is er dan weer geen werk in deze kerk. 6 |


Verborgen schatten BROEDERSCHAPSVAANDELS De kerk bezit heel wat topstukken. Deze processievaandels werden gedragen door broederschappen en verenigingen gewijd aan het Heilig Haar, de Heilige Rochus, O.-L.-Vrouw van de Rozenkrans, enzovoort. Ze dateren uit de 19e en begin 20e eeuw. Het zijn prachtige stukken, op fluweel, zijde, geborduurd met goud- en zilverdraad. Er wordt telkens een vaandel tentoongesteld tijdens de Goede Week, Pinksteren en op O.L.Vrouw Hemelvaart.

HEILIG HAAR Diederik en Filips van de Elzas zijn twee graven die zich bijzonder inzetten voor de strijd om Jeruzalem. Ze behalen er veel internationaal prestige mee en brengen bij hun terugkeer nogal wat religieuze schatten mee uit het Heilig Land. Volgens de overlevering schonk Diederik van de Elzas het Heilig Bloed aan Brugge. Zijn zoon Filips van de Elzas bedacht Kortrijk met een haarlok van Christus. Wanneer Jeruzalem terug in handen valt van de moslims onder leiding van Saladin, trekt Filips opnieuw op kruistocht, maar in 1191 wordt hij zwaar ziek en overlijdt in Akko. Rond de relikwie ontstond een bloeiende devotie. De processie van het Heilig Haar trok jaarlijks op Hemelvaartsdag door de straten van Kortrijk. Dit was telkens een hoogdag voor de stad tot 1964.

| 7


PHOTOBOMB Dit schilderij ‘Christus temidden van kreupelen en zieken’ van Philippe De Witte is afkomstig uit de mannenzaal van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal. Patiënten uit het ziekenhuis zouden model hebben gestaan voor de 22 figuren van deze groep. Hospitaalvoogd Julien Vermandere wist er zich tussen te wringen.

8 |


Beschilderd graf Tegenover de ingang van de Gravenkapel zie je een beschilderd graf uit het midden van de 15e eeuw. De wanden van het graf werden afzonderlijk opgegraven en weer samengevoegd, zonder het gewelf evenwel, zodat de beschilderde binnenwand nu zichtbaar is. Oorspronkelijk was het schilderwerk enkel bestemd voor de dode. Je ziet een kalvarie, een Christushoofd en knielende engelen met wierookvat.

| 9


10 | © CREATE.eu


1302 opstand, slag, keerpunt De museale opstelling start in de zuidelijke dwarsbeuk. Hier maakt het schilderij van De Deyster kort even plaats voor een projectie, waarbij je een duikvlucht in de tijd neemt naar de beginjaren van deze kerk. Wat verderop bemerk je in de zuidelijke kooromgang de belevingstafel. De maquettes, VR-brillen, collectiestukken en touchscreens diepen zowel de complexe situatie in Vlaanderen als de moeilijke verhouding met de Franse koning uit. Het loont evenwel zeer de moeite om eerst even binnen te kijken in de Gravenkapel. Telkens op het uur en het halfuur gaan daar de luiken dicht, en kan je achterover geleund in de koorbank genieten van het visuele spektakel dat zich rondom jou afspeelt. Hier word je letterlijk ondergedompeld in de geschiedenis van het graafschap Vlaanderen en het verhaal van de Guldensporenslag. Maar ook als de luiken weer open gaan, moet je echt eens de wandschilderijen en de zwikken van dichterbij bekijken. Aan de tafel met de schermen kan je hierover diepgaandere info opzoeken.

Op het centrale punt van de kerk, achter het koor en in de askapel, bevindt zich het topstuk van de opstelling: de kist van Oxford (zie ook p. 17). Dit is een van de oudste bekende bronnen over de Guldensporenslag en dateert van omstreeks 1305, vlak na de slag dus. Neem zeker de tijd om de zeven taferelen op het voorpaneel te bekijken; op het touchscreen links in de vitrine krijg je op detailniveau uitleg hierover. De wand in de noordelijke kooromgang verduidelijkt hoe de slag en de leeuw door diverse partijen geclaimd werden als symbolen van identiteit. Dit is tevens de plek waar je een aantal hardnekkige mythes ontkracht ziet, de rol van Conscience begrijpt en diverse feesten en vieringen meemaakt. Als sluitstuk van de opstelling wordt het streven naar identiteit in een breder kader geschetst, en kan je meehelpen om puzzelstukjes van dit complexe begrip in kaart te brengen.

| 11


12 |


Gravenkapel Tussen 1370 en 1374 laat graaf Lodewijk van Male de Gravenkapel bijbouwen aan de zuidkant van de kerk. Officieel is het de Sint-Katharinakapel. De graaf was namelijk geboren op 25 november, feestdag van de heilige Katharina. De architectuur is waarschijnlijk geïnspireerd op de dertiende-eeuwse Sainte Chapelle in Parijs. Het is de wens van Lodewijk van Male om in deze kapel begraven te worden. Daartoe bestelt hij in 1374 een praalgraf

bij André Beauneveu uit Valenciennes. Beauneveu is zowat de meest invloedrijke Europese beeldhouwer van zijn tijd. Hij werkt niet alleen voor de graaf van Vlaanderen, maar ook voor de Franse koning en de Hertog van Berry. Het prachtige Sint-Katharinabeeld is bewaard gebleven. Door de opstand in Vlaanderen en de verwoesting van Kortrijk in 1382 opteerde Lodewijk van Male uiteindelijk voor de Sint-Pieterskerk in Rijsel als laatste rustplaats.

KATRIENEWIEL Het beeld van de heilige Katharina van beeldhouwer André Beauneveu is een meesterwerk van gotische beeldhouwkunst. Het is een van de topstukken van ons cultureel erfgoed. Lodewijk van Male huurde de beeldhouwer in om zijn grafmonument te maken. Dat monument werd nooit voltooid maar de beeldhouwer leverde wel dit prachtige beeld van zijn patroonheilige. Katharina wordt afgebeeld met zwaard en een wiel, waarmee ze gemarteld werd. Dat ‘katrienewiel’, een marteltuig, wordt in de volksverbeelding geassocieerd met een ziekte ook wel ringworm genoemd; dit is een schimmelinfectie van de huid. De wielvormige huiduitslag kan de indruk wekken dat er een worm onder de huid zit. (Het beeld is in bruikleen gegeven aan Museum M Leuven voor de tentoonstelling ‘Albast’, tot februari 2023)

| 13


Galerij der Graven Omstreeks 1374 schildert hofschilder Jean Van der Asselt de portretten van de graven van Vlaanderen tot en met Lodewijk van Male. De galerij wordt later aangevuld onder meer door Melchior Broederlam (1406) en Jean-Baptist van Moerkercke (1667, 1701). Het portret van Filips de Stoute en Margareta van Male door Melchior Broederlam moet

14 |

een fraai voorbeeld van oude Vlaamse schilderkunst vóór Van Eyck geweest zijn. Helaas verdween het portret bijna volledig. Rond 1790 lieten de kanunniken een laag lijmverf over de portretten aanbrengen uit schrik voor de komst van Franse revolutionairen, die ongetwijfeld aanstoot zouden nemen aan de stoet van nobele dames en heren.


Een zwak voor zwikken In de Gravenkapel kunnen we opmerkelijk en origineel beeldhouwwerk ontdekken, namelijk in de bovenhoeken van de spitsboognissen. De zogenaamde zwikvullingen - of kortweg zwikken dateren van bij de bouw van de kapel in 1372. Enkele reliëfs waren eerst beschilderd en vertonen nog sporen van rode en groene verf. Later werden ze verguld. De zwikken vertellen geen doorlopend verhaal, maar er zit wel enige structuur in. We zien uiteraard een aantal religieuze onderwerpen, maar ook profane afbeeldingen, vaak met humor. Verhalen en legendes van Sint-Niklaas, de kinderjaren van Jezus en de heilige Willibrord worden afgewisseld met taferelen uit het dagelijks leven, een steekspel, engelen, muzikanten, bloemmotieven, dieren en fabeldieren.

VERGETEN GRAAF In de reeks graven van Vlaanderen is één graaf niet opgenomen: Willem Clito. Wanneer Karel de Goede in 1127 vermoord wordt, heeft hij geen kinderen, dus geen opvolger. De koning van Frankrijk benoemt Willem Clito als nieuwe graaf. Dat is niet naar de zin van de Vlaamse steden. Willem Clito voert al jarenlang strijd tegen Engeland, maar Vlaanderen heeft Engeland nodig voor zijn wol. De steden steunen Diederik van de Elzas, die de titel naar zich toetrekt.

| 15


Oorlogsschade Tijdens de luchtbombardementen op Kortrijk op 21 juli 1944 wordt de kerk zwaar beschadigd. De muren van de Gravenkapel vertonen heel wat barsten en de beschilderingen zijn er slecht aan toe. Alle ramen zijn stuk. Een renovatie is onvermijdelijk. De donkere neogotische beschildering in de Gravenkapel wordt verwijderd in 1972. Daardoor komt de witgele Balegemse steen terug aan de oppervlakte en krijgt de ruimte een extra licht cachet. Als laatste fase in de restauratie zijn de 51 muurnissen in 1974 herschilderd.

U BENT TE GOED Graaf Karel De Goede had tot voor kort zijn beeld in de Gravenkapel, als enige Graaf van Vlaanderen. Hij is nog driemaal aanwezig in de kerk: in de galerij van de graven van Vlaanderen, op een glasraam in de Gravenkapel en op een ander glasraam in de zuidelijke dwarsbeuk. Karel De Goede was dan ook een vrome man die overal kerken, kloosters, scholen en hospitalen begunstigde. Niet iedereen was blij met zijn goedheid. Hij werd vermoord in Brugge in 1127 en in 1884 zalig verklaard als martelaar. Op het portret is dan ook een aureool te zien. 16 |


In het teken van Gulden Sporen In de kooromgang en de askapel (het meest oostelijke punt van de kerk) wordt de herinnering aan 1302 tot leven gewekt. Dat zie je in de glasramen, die ridderfiguren in grisaille uitbeelden. In de vitrines ontdek je unieke museale relicten die verband houden met de Guldensporenslag, met als absolute blikvanger de Kist van Oxford, de oudste fysische voorstelling van het verhaal.

© New College Oxford / Bridgeman Images | 17


Dode dekens In de kooromgang kijken we de dood letterlijk in de ogen. Spectaculaire monumenten van Vader Tijd en de Dood, met hun attributen de zeis en de zandloper, herinneren ons aan de vergankelijkheid van het leven. Ze gedenken twee belangrijke kapitteldekens. Roger Braye (overleden in 1632) was een gulle schenker van kunstvoorwerpen. Hij bestelde ‘de Kruisoprichting’ bij Antoon Van Dyck (zie p. 22) en betaalde alles. Zijn monument vormt een tweeluik met dat van deken Pieter de Meulenaere (overleden in 1719). Deze deken bekostigde persoonlijk de verfraaiingswerken in het hoogkoor.

Kijk omhoog De traditie wil dat Vlaamse strijders na de Guldensporenslag in 1302 vijfhonderd gulden sporen van gedode Franse ridders in het koor van de kerk ophingen, als dank voor de zege. Het tentoonstellen van die trofeeën zou door de Fransen ervaren zijn als een schandelijke belediging. Na de slag bij Westrozebeke in 1382 gaf de Franse koning het bevel om Kortrijk in brand te steken. Bij de plundering zouden ook de gulden sporen verdwenen zijn. De sporen die je ziet aan het gewelf in de askapel (achter het koor) zijn replica’s. Ze kwamen er na restauratiewerken ergens rond 1960 op initiatief van Pastoor De Cuyper.

18 |


Ten grave Heel wat belangrijke personen werden in de kerk begraven. In de 18de eeuw kwam er een nieuwe marmeren vloer en dat betekende het einde van dit gebruik. Enkele opmerkelijke monumenten herinneren nog aan de rijke traditie. Bij werken aan de vloer vond men onder het marmer de grafzerk van Jean d’Esclaibes en zijn vrouw terug. Hij was gouverneur van Kortrijk in de 17e eeuw. Alleen zijn vrouw Jacqueline de Postella, die veel vroeger overleed, ligt hier begraven. Ze is afgebeeld met een hondje aan haar voeten. Niet dat ze met haar troeteldier begraven werd, het is een symbool van echtelijke trouw.

Ook bijzonder is de ronde grafsteen van Jean de Neufvillette (+1487), die kapitteldeken werd in 1461. Nog een imposante grafzerk, in de noordelijke dwarsbeuk, is dat van Jan Van Gistel, overleden in 1515. Hij was hoogbaljuw van Kortrijk, de hoogste vertegenwoordiger van de vorst. Dat was toen de Bourgondiër Filips de Schone van Castilië, de vader van keizer Karel V. Dit monument kwam bij opgravingen in 1992 aan de oppervlakte.

| 19


Beeldenstorm In deze zijkapel zie je ook een retabelfragment zonder hoofden. In 1578 namen Calvinistische opstandelingen Kortrijk in en voerden ze een antikatholiek schrikbewind. Een ware beeldenstorm was het gevolg: de Geuzen vernielden of verwijderden alles wat herinnerde aan het katholieke geloof: kunstwerken, beelden, altaren, grafzerken, glasvensters ... In 1580 werd de stad weer ingenomen door Spaanse troepen en kwam er terug een katholiek bestuur. De kerk kreeg later een nieuwe aankleding met veel barokke ornamenten, in de stijl van de contrareformatie.

Kapel met kraagstenen Tussen 1418 en 1421 liet de kapitteldeken aan de noordzijde van de kerk een bibliotheek bijbouwen. Die nam de vrije ruimte in tussen de eerste kapel van de kooromgang en de noordelijke zijbeuk. Dit is nu de Mariakapel. In deze kapel worden de ribben van het gewelf ondersteund door twaalf gebeeldhouwde kraagstenen, die relatief kleine polychrome figuurtjes voorstellen. Onderzoek wees uit dat het originele beeldhouwwerk uit de 15e eeuw de vele verbouwingen en vernielingen overleefd heeft. De polychromie is in de 19e eeuw herschilderd. Een wapenschild van een kapitteldeken is toen vervangen door het schild van burgemeester Felix Bethune. Als geldschieter voor de restauratie mocht hij zijn logo aanbrengen.

20 |


Gouden tijden HET HOOGKOOR

KUISE KOORLEZENAAR

De 18e eeuw was een voorspoedige tijd voor het kapittel. Het volledige hoogkoor kreeg een marmeren aankleding. De blikvanger was het hoogaltaar in Lodewijk XIV stijl, rijkelijk voorzien van marmer, zilver en koper. Het tabernakel met de heilige hosties troont op een monumentaal altaar, geflankeerd door twee engelen in verguld koper. Ook de marmeren dodenmonumenten en altaren in de kooromgang (zie p. 18) dateren uit deze tijd.

Een lezenaar waar je de bijbel op legt, mag er wel wat glorieus uitzien. Ignatius De Cock creëerde deze pupiter in messing in de vorm van een engel. Die houdt niet alleen het lezenaarsblad vast, maar draagt ook nog een kaars op het hoofd om de lezer bij te lichten. Het blad is versierd met een ornament waarin we twee dieren herkennen. De kraanvogel is een symbool van waakzaamheid en een vooruitziende blik. De olifant is een zinnebeeld van kuisheid. Gedurende de twee jaar dat het wijfje een jong in haar schoot draagt, ziet het mannetje af van geslachtsverkeer.

| 21


22 | © Dominique Provost


Vlaamse Meester in extase DE KRUISOPRICHTING VAN ANTOON VAN DYCK Op dit doek, een kanjer van 3,5 m hoog en 2,8 m breed, heeft Antoon van Dyck een tragisch hoogtepunt uit het Nieuwe Testament afgebeeld. Vijf mannen richten het kruis op waarop Christus genageld ligt. De bleke figuur van Christus trekt alle aandacht, zijn ogen smeken de hemel om hulp. In het schilderij uit 1631 is de invloed van de Italiaanse barok duidelijk te merken. Van Dyck speelde in op de veranderende religieuze opvattingen: de militante, triomfantelijke stijl van de Contrareformatie maakte stilaan plaats voor een meer sentimentele devotie. Het schilderij toont een uitgesproken affectieve benadering, met overslanke lichaamsvormen, weke gelaatstrekken en smachtende blikken. Deze impressie wordt versterkt door het tedere, soms pastelachtige coloriet. Onder Napoleon kwam het doek terecht in het Parijse Louvremuseum. Na 1815 leek het even voorbestemd voor een Brussels museum maar sinds 1817 siert het opnieuw deze kerk in Kortrijk.

Stoutmoedige diefte Op 6 december 1907, rond middernacht, verdween het schilderij van Van Dyck spoorloos uit de kerk. Dieven hadden het doek behendig uit zijn kader gesneden en ontvreemd. Het stadsbestuur loofde een premie uit voor de eerlijke vinder. Een anonieme afperser eiste een hoog bedrag voor de teruggave, maar de autoriteiten gaven niet toe. De internationale pers volgde de opsporingen op de voet. ‘Zieners’ boden hun diensten aan. Zeven weken later werd het opgerolde schilderij toevallig teruggevonden. Een zekere Carlier uit Harelbeke bracht met paard en kar een geheimzinnige houten kist naar Brugge. Daar had hij afgesproken met een onbekende. Onderweg kreeg hij pech. Door zijn verdachte gedragingen viel hij door de mand. Of Carlier in opdracht handelde, kon niet achterhaald worden.

FRANSE PLUNDERINGEN Vanaf 1794 heeft Vlaanderen te lijden onder een Franse bezetter die sans gêne graait in de rijkdom en kunstschatten van kerken en kloosters. Vijf schilderijen van de kerk verdwijnen richting Franse musea: De Kruisoprichting van Van Dyck en vier werken van Caspar De Crayer. Twee daarvan werden nooit teruggegeven. Een doek met ‘De Marteldood van de H. Catharina’ bevindt zich in het museum van Grenoble en was te zien op een overzichtstentoonstelling in Cassel in 2018, waar het veel succes had. Het doek ‘Mariaten-hemel-opgenomen’ hangt in het museum van Dijon, waar men zich perfect bewust is van de herkomst. We troosten ons met het overgebleven tweeluik van De Crayer: ‘De boodschap aan Maria’ en het ‘Bezoek van Maria aan Elisabeth’.

| 23


Meerstemmige muziekjes Vlei je neer en geniet van de sfeervolle muziek. De muziekschool of ‘cantorie’ van het kapittel speelde in op het succes van de befaamde Vlaamse Polyfonie. De koorknapen, musici en componisten hadden een goede reputatie en sommigen vonden hun weg naar het internationale circuit. Pierre de la Rue was de leidende componist aan het prestigieuze HabsburgBourgondische Hof in Mechelen, alvorens in 1516 kanunnik te worden in Kortrijk. Jacobus Vaet, geboren in Kortrijk in 1529, schopte het tot hofkapelmeester van keizer Maximiliaan II van Oostenrijk, het hoogste muziekambt in die tijd. Andreas Pevernage was een tijd zangmeester in de kapittelkerk, maar met de komst van de calvinisten in 1578 was zijn liedje uitgezongen.

GEEN KOORKNAAP De Kortrijkse Gillis Joye (°1424) was allesbehalve een koorknaap. Als musicus met sterallures maakte hij carrière in Brugge en aan het Bourgondische hof. Hij liet zijn portret schilderen door Hans Memling. Hij blonk hij uit in provocaties en wangedrag en had het voortdurend aan de stok met zijn kerkelijke oversten. Zijn exuberante levensstijl leidde hem naar de financiële afgrond. Hoewel hij priester was, bezocht hij bordelen en hield hij er een concubine op na. Hij componeerde enkele missen met als titel ‘O Rosa Bella’. Insiders wisten wel wie Rosabella was ...

24 |


Doopkapel BABY’S GEWENST Zolang de kerk een kapittelkerk was, mocht er niet gedoopt worden. Dat veranderde in 1803. De parochie keek snel uit naar een doopvont. Zowat honderd jaar later maakte die eerste vont plaats voor dit rijkversierde bronzen pronkstuk. Op de voet zitten vier figuren met een kruik: ze stellen de vier paradijsstromen voor. Op de wand van de voet staan de apostelen. Naar boven toe zien we doopscènes en profeten. Het koepelvormige deksel wordt door engelen gesierd. De vier kerkleraren Hieronymus, Gregorius, Augustinus en Ambrosius zien toe. Bovenaan staat de heilige Franciscus Xaverius, de patroon van de gulle schenker pastoor De Coninck. Het deksel lijkt loodzwaar, maar je kan het optillen dankzij de smeedijzeren arm, waarin een voorstelling van de annunciatie is verwerkt. De boodschap is duidelijk.

| 25


Biechte waarheid GUIDO GEZELLE 27 jaar lang, van 1872 tot 1899, was priester-dichter Guido Gezelle onderpastoor in deze kerk. Je kan er nog steeds zijn biechtstoel zien. Gezelle was populair als biechtvader, misschien omdat hij niet al te streng kon zijn … Gezelle maakte gebruik van de ellenlange biechtbeurten om zijn collectie Vlaamse woorden en uitdrukkingen uit te breiden. Hij noteerde alle pekelzonden in het West-Vlaams en schreef de officiële Latijnse benaming ernaast. Dit zou heel wat pikante uitdrukkingen opgeleverd hebben, maar Gezellekenners betwisten dit ...

26 |

BEAT IT Onderpastoor Guido Gezelle gaf in 1899 de fakkel door. Zijn opvolger luisterde naar de naam Michael Jackson. Gezelle schreef bij die gelegenheid het gedicht ‘Michaël, wie is als God’, opgedragen aan de geestelijke die nog naam zou maken.


Voor gidsbeurten of andere toeristische info: www.toerismekortrijk.be

Colofon Tekst: Team musea Kortrijk - Toerisme Kortrijk Foto’s: Bas Bogaerts - Kattoo Hillewaere - beeldbank Stad Kortrijk CREATE Studio - Dominique Provost - David Samyn Vormgeving: Stadsmarketing & Communicatie Met dank aan: Onthaal & Info van de Onze Lieve Vrouwekerk en KGOKK Uitgave: 2022 Verantwoordelijke uitgever: Ruth Vandenberghe, Grote Markt 54, 8500 Kortrijk



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.