instagramView full post on Instagram

Spierwit was het dorp in het groene hart waar ik in de jaren zeventig opgroeide. De enige persoon met een donkere huidskleur die ik kende was mijn eigen broertje, geboren in Bangladesh, bij ons gekomen toen hij 3 en ik 8 jaar oud was. Bruine kikker, riepen ze wel eens naar hem. Dat voelde niet goed, maar omdat hij vaker belaagd werd door ongevraagde kusjes en knuffels, stapte iedereen zo snel mogelijk over dit soort ongemak heen. Absurd, denk ik bij nader inzien. Omdat mensen – jong en oud – hem zo schattig, lief en bijzonder vonden, was het ook blijkbaar ok om hem – al was het bij wijze van ‘grap’ – als een soort exotisch fruit te zien en te benoemen? Niemand die daar kritische vragen bij stelde.

Veertig jaar later groeien mijn kinderen op in Amsterdam, je zou zeggen, genoeg mogelijkheden om met diversiteit in aanraking te komen. Ja, divers is het straatbeeld, anders dan in mijn jeugd. Maar hoe gemengd is hun leven daadwerkelijk? Mijn kinderen, verspreid over drie verschillend middelbare scholen hebben iedere slechts één vriend of vriendin met een donkere huidskleur.

Alleen in de zomermaanden is het nabijgelegen park waar ze regelmatig chillen, rijk gekleurd. Dan wordt er gepicknickt, muziek gemaakt en gedanst door heel veel verschillende mensen, groepen die daar speciaal voor uit een ander stadsdeel komen. De rest van het jaar is het park net zo spierwit als het dorp waar ik honderd jaar geleden opgroeide. We leven in een bubbel, in een enclave van luxe en kansen. White privileged, mijn gezin is er het pijnlijke toonbeeld van.

Blijven praten met onze kinderen

Ik voel me keihard aangesproken en akelig schuldig als ik de discussie op social media over White Privilege voorbij zie komen. Wat kan ik zeggen, wat kan ik doen zonder dat het potsierlijk wordt? Zonder dat het over komt als mezelf op de borst slaan? Wie ben ik, heb ik eigenlijk wel een stem in deze discussie? Mijn afschuw uiten over wat er in Minneapolis is gebeurd, dat voelt obligaat en zonder betekenis. Maar wat kunnen we meer doen dan dat bespreekbaar maken? Ik heb geen beter antwoord dan dat we moeten blijven zoeken naar antwoorden. We moeten blijven lezen, nadenken en praten met onze kinderen. En luisteren, dat vooral. Ik kijk series met ze als When they see us, of films als The hate u give, of Wit is ook een kleur en heb gesprekken met ze over racisme. Ze zien aan mijn broer, die er in het openbaar vervoer altijd als eerste uitgepikt wordt voor een controle, wat discriminatie is. Het is een onderwerp, 'maar is dat genoeg?', die schuldige vraag zeurt altijd in mijn achterhoofd.

Wij gaan naar de demonstratie op de Dam, vanmiddag, mijn dochter ik. Met een mondkapje. En met een hele dikke dosis ongemak en plaatsvervangende schaamte. En dan praten we weer verder.

[Noot van de redactie]
Maandag 1 juni 2020 vindt het solidariteitsprotest plaats op de Dam in Amsterdam. Deze leeslijst – samengesteld door onze collega's van Elle US – tipt anti-racistische boeken zodat je jezelf kan inlezen en onderwijzen over black history. Lees voor meer tips ook het stuk van onze collega's van Cosmopolitan met boeken-, film-, series- en podcasttips. Ga het gesprek aan, ook met ons! Heb jij suggesties voor JAN, persoonlijke (levens)verhalen of dingen die je ons kwijt wilt, dingen die JAN beter kan doen als het gaat om diversiteit, anti-racisme, bondgenootschap? Mail ons dan op redactie@jan-magazine.nl.