‘Je weet dat je transparant moet zijn’

Dossier: Hoe blijf ik onafhankelijk?

Orthopeden werken van nature nauw samen met fabrikanten van hulpmiddelen. Dus weten ze ook al heel lang hoe je die relatie zakelijk en schoon houdt. Toch is de praktijk soms weerbarstig, ondervindt orthopeed en lid van de Beroepsbelangencommissie van de NOV Freerk Jonkers.

‘In België kijkt er standaard iemand van de leverancier mee in de ok bij elke kunstheup die wordt geplaatst’, vertelt Jonkers. ‘Dat is bij ons niet gebruikelijk, en terecht. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de arts die de operatie doet. Dan krijg je ook geen discussie over wiens idee dat schroefje extra was, als het niet goed uitpakt.’
Toch is nauwe samenwerking met de industrie ook voor Nederlandse orthopeden vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld in de fase waarin ze getraind worden in het plaatsen van een nieuw type prothese. ‘Een nieuwe kunstheup gebruiken zonder scholing kan niet’, legt Jonkers uit. ‘Je zit dus aan elkaar vast.’ Die training wordt immers verzorgd door de fabrikant.
Nauwe samenwerking is op zich dus zinvol en onomstreden. Om daarbij de grenzen aan te geven is er de Gedrags­code Medische Hulpmiddelen (GMH). Al in 2012 maakte de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) een boekje op basis van de GMH, met daarin een aantal aanscherpingen en aandachtspunten voor in de orthopedische praktijk. ‘Een algemene richtlijn zegt niet altijd voldoende over waar jouw vak mee te maken heeft. In ons geval zijn bijvoorbeeld de contracten voor implantaten, kunstknieën en dergelijke een belangrijk aandachtspunt. Daarbij gaat het al snel om miljoenen euro’s.’ Jonge orthopeden kregen het boekje bij hun aanstelling. ‘Dat werkt goed, je kunt elkaar erop aanspreken.’ Onlangs werd de informatie uit dit boekje geactualiseerd en online gepubliceerd op de site van de NOV (www.orthopeden.org/gedragsregels).

Magazine Medisch Specialist maart 2023 - Dossier Hoe blijf ik onafhankelijk

Reisgeld

De duidelijke regels over transparantie in de GMH helpen ook de ándere partij, wil Jonkers graag gezegd hebben. ‘De firma’s waarmee wij zaken doen – en dat is maar een handvol – houden zich aan die code, is mijn ervaring. Ik heb wel meegemaakt dat we voor een scholing naar Engeland moesten, en dat het bedrijf dat die scholing verzorgde en de reis vergoedde, aangaf het eten niet te kunnen betalen omdat ze dan boven het toegestane bedrag zouden uitkomen. Dus betaalden wij het diner zelf. Dat vindt iedereen dan logisch. Een beursgenoteerd bedrijf wil best iets sponsoren, maar wil ook de schijn van belangenverstrengeling vermijden. Misschien dat tien jaar geleden mensen nog wel vonden dat zo’n precies vastgesteld bedrag wat te betuttelend is, maar nu is daar geen enkele discussie over.’ Ook het idee dat je als arts soms overdreven in de watten wordt gelegd is niet meer van deze tijd, verzekert Jonkers.

Openheid

Of artsen wel altijd doorhebben wanneer ze voor een marketingkarretje dreigen te worden gespannen? ‘We zijn niet naïef’, reageert Jonkers. ‘Je weet dat je zo open en transparant mogelijk moet zijn. Als je ergens een verhaal gaat houden toon je daarom ook een disclosure-slide, zodat je open bent over de relatie en de vergoeding. Zo maak je bijvoorbeeld ook afspraken over wie onderhandelingen met leveranciers doet. In mijn ziekenhuis (Noordwest Ziekenhuisgroep, red.) hebben dokters een adviserende rol, maar de eindfase van onderhandelingen ligt volledig in handen van de afdeling inkoop.’

Risicoanalyse

De uitgebreide beschrijving van wat wel en niet de bedoeling is, waarvoor de NOV nu heeft gekozen, helpt vooral onduidelijkheid vooraf voorkomen. De vereniging verleent dus een dienst aan individuele orthopeden, maar heeft geen toezichthoudende rol. Uiteindelijk, zegt Freerk Jonkers, moet je het hebben van de persoonlijke professionaliteit, zowel aan de kant van artsen als bij bedrijven. ‘En dan nog blijft het weerbarstige materie, ook al spreekt het algemene beginsel voor zich: eigenbelang mag nooit een rol spelen bij de afweging over het gebruik van bepaalde hulpmiddelen of geneesmiddelen.’ Of Jonkers een boodschap voor zijn collega’s uit andere vakken heeft? ‘Je kunt heel goed per beroepsgroep een risicoanalyse maken, en kijken waar de afhankelijkheden en de kwetsbaarheden precies zitten. Dat helpt om er scherp op te zijn en waar nodig elkaar in de gaten te houden of aan te spreken.’

Freerk Jonkers
orthopeed/lid van de Beroepsbelangencommissie van de NOV


Download het dossier als pdf
Ga naar alle artikelen uit het magazine

Lees meer artikelen uit dit dossier