Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Vrouwen krijgen bij bevalling vaak knip zonder toestemming: ‘Ik kwam er pas achter bij het hechten’

Zonder daar vooraf toestemming voor te vragen, wordt een aanzienlijk deel van de vrouwen tijdens de bevalling ingeknipt. Zelfs als zorgverleners wel om toestemming vragen, maar de vrouw weigert, gaat de ingreep soms toch door. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek.

Tessa Aldewereld is tijdens haar eerste bevalling zonder overleg ingeknipt.Beeld Linelle Deunk

Zorgverleners moeten volgens de wet toestemming vragen aan een patiënt voor ingrijpende medische handelingen. In de geboortezorg zijn dat bijvoorbeeld een vaginaal onderzoek, een keizersnede of het zetten van een knip om de bevalling sneller te laten verlopen, omdat het kindje in gevaar is. Deze toestemming mag zowel mondeling als schriftelijk zijn. Daaraan voorafgaand moeten zorgverleners voldoende informatie geven over de verschillende behandelmogelijkheden en de gevolgen daarvan. Een patiënt mag een behandeling altijd weigeren.

Die weigering wordt echter niet altijd gerespecteerd, blijkt uit onderzoek van gezondheidswetenschapper Marit van der Pijl van het Amsterdam UMC. Ruim 11 duizend vrouwen vulden een vragenlijst in, waarin zij konden aangeven of ze tijdens hun bevalling een of meer van tien veelvoorkomende medische handelingen hadden ondergaan. En zo ja, of hun zorgverlener daarvoor toestemming had gevraagd.

‘Vervelend’

Bijna alle vrouwen ondergingen tijdens hun bevalling vaginaal onderzoek en ruim 90 procent gaf aan dat een zorgverlener daarvoor ook toestemming had gevraagd. Van de 2.308 vrouwen die een knip kregen, zeiden 962 (41,7 procent) echter dat hun zorgverlener niet om hun toestemming had gevraagd. Van hen vond 26,5 procent, ofwel 255 vrouwen, dat ook vervelend.

Over de auteur
Erna van Balen is nieuwsredacteur bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en freelance wetenschapsjournalist. Ze is gepromoveerd in de klinische epidemiologie. 

Nog eens 43 vrouwen weigerden de knip, maar kregen die toch. Ook een injectie met het hormoon oxytocine, om de placenta geboren te laten worden en bloedverlies te voorkomen, kwam veel voor: 2.274 van de 4.788 vrouwen die zo’n prik kregen, zeiden dat hun niet vooraf was gevraagd of ze dat goed vonden. 41 van hen kregen de injectie ondanks protest.

‘Het lastige in de geboortezorg is dat zorgverleners zich verantwoordelijk voelen voor zowel de moeder als het kind’, licht Martine Hollander, gynaecoloog in het Radboud UMC in Nijmegen en medeonderzoeker, toe. ‘Maar als de moeder een behandeling niet wil, heeft dat ook gevolgen voor het kind. Dat is anders dan iemand met borstkanker die na voorlichting geen chemotherapie wil.’ Voor de zorgverlener gaat gevoelsmatig het belang van het kind voor.

Mondelinge toestemming

De laatste jaren is er meer aandacht voor toestemming voor medische handelingen, denkt Martijn Oudijk, hoogleraar verloskunde in het Amsterdam UMC en niet betrokken bij het onderzoek.

Omdat medische toestemming, ook in de geboortezorg, vaak mondeling plaatsvindt, is vaak niet meer te achterhalen of de toestemming daadwerkelijk niet is gevraagd of dat vrouwen de vraag in alle hectiek van de bevalling niet hebben meegekregen.

Overigens definieert de wet niet wat ‘ingrijpend’ is. Hollander vraagt voor de zekerheid ook toestemming voor minder ingrijpende handelingen, bijvoorbeeld als ze de buik van een zwangere wil voelen of haar bloeddruk wil meten. Oudijk vindt dat logisch voor ingrijpende handelingen als een keizersnede of een knip. ‘Maar we moeten niet te ver doorschieten. Als ik met buikpijn naar de huisarts ga, verwacht ik dat die aan mijn buik wil voelen en wil luisteren. Ik zou het merkwaardig vinden als de huisarts mij daarvoor toestemming vraagt. Sommige dingen horen er gewoon bij.’

Niet alle vrouwen die ongewild een ingreep ondergingen, vonden dat achteraf erg, maar de meeste wel. ‘De ene vrouw wil wel graag meebeslissen, de ander heeft daar minder behoefte aan. Maar toestemming vragen zou wettelijk en ethisch gezien wel moeten gebeuren’, aldus Van der Pijl.

‘IK SCHROK ME WEZENLOOS’
Tessa Aldewereld-Rietkerk (37) uit Nieuwegein beviel op 20 oktober 2016 van haar dochtertje Kensi (inmiddels 6 jaar oud). ‘Ik zag een bebloede handschoen met draad eraan naar boven komen en schrok me wezenloos.’ 

‘Mijn bevalling verliep in eerste instantie goed, maar na acht uur stagneerde het en moest ik zonder overleg naar het ziekenhuis. De klinisch verloskundige voelde en constateerde dat alleen mijn buitenste vliezen gebroken waren. Zij heeft toen, wel in overleg, de andere vliezen gebroken. Daarna ging het mis.

‘Ze wilde me meteen weeënopwekkers geven, maar ik wilde daar nog even mee wachten. Daar viel niet over te onderhandelen. Toen dat infuus er eenmaal in zat, kwam de bevalling flink op gang; ik kreeg geen pauze meer tussen de weeën. Ik kreeg persdrang, maar de verloskundige negeerde me. Ik riep om pijnstilling, want je persdrang ophouden doet enorm veel pijn. Ze zou pijnstilling gaan regelen, maar dat heeft ze uiteindelijk nooit gedaan, want toen kwam de nachtdienst.

‘De verloskundige van de nachtdienst zei dat ik kon gaan persen. Maar door die persweeën waar je een tijd niets mee doet, door de oxytocine en door de versnelling ging het ondertussen niet goed met mijn dochter. Haar hartslag daalde naar 80.

‘Toen stond opeens de kamer vol mensen. De gynaecoloog kwam binnen en zei: ‘Haal de vacuümpomp maar’. Ik riep hard dat ik dat niet wilde. Het enige wat ik op dat moment dacht, was: ‘Mijn kind gaat dood.’ Toen hebben ze me ingeknipt, zonder iets te zeggen of te vragen, en vervolgens de pomp erop gezet. Na drie keer kwam mijn dochter eruit; na de tweede keer had de gynaecoloog gezegd dat het anders een keizersnede werd.

‘Van het inknippen heb ik niets gemerkt, waarschijnlijk hebben ze het tijdens een wee gedaan. Ik kwam er pas achter toen ze me gingen hechten. Ik zag een bebloede handschoen met draad eraan naar boven komen en schrok me wezenloos.

‘Met mij en mijn dochter gaat het nu goed. Destijds had ik geen idee, maar inmiddels weet ik dat ze voor al deze handelingen toestemming moeten vragen en informatie moeten geven. Dat staat gewoon in de wet.’