einde

Publicatie : 2020-10-26

Beeld van de publicatie
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

26 OKTOBER 2020. - Besluit van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot uitvaardiging van een avondklok van 22u tot 6u op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest



De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
Gelet op artikel 166, § 2 van de Grondwet;
Gelet op artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de wet van 6 januari 2014;
Gelet op de wet van 6 maart 1818 betreffende de straffen uit te spreken tegen de overtreders van algemene verordeningen of te stellen bij provinciale of plaatselijke reglementen;
Gelet op artikel 128 van de provinciewet van 30 april 1836;
Gelet op artikel 11 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, gewijzigd door artikel 165 van de wet van 7 december 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op gemeentelijke en provinciale schaal en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van gebeurtenissen en crisissituaties die een coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen en in het bijzonder op artikel 28;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd door het ministerieel besluit van 23 oktober 2020, en meer bepaald op artikel 30,, § 1, tweede lid waarin bepaald is dat "wanneer de burgemeester of de gouverneur door het gezondheidsorganisme van de betrokken gefedereerde entiteit wordt ingelicht over een plaatselijke toename van de epidemie op diens grondgebied, of wanneer hij dit vaststelt, hij bijkomende maatregelen moet nemen vereist door de situatie";
Gelet op het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van een internationale gezondheidscrisis;
Gelet op de dringendheid en het gezondheidsrisico dat het nieuwe coronavirus inhoudt voor de Belgische bevolking in haar geheel en voor de bevolking van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het bijzonder;
Gelet op de beslissingen van het Overlegcomité van 23 oktober 2020;
Gelet op het overleg tussen de Brusselse Minister-President en de Minister van Binnenlandse Zaken;
Gelet op ons besluit van 6 oktober 2020 tot bepaling van bijkomende maatregelen naast degene die bepaald zijn door de minister van Binnenlandse Zaken om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het verslag van de RAG (Risk Assessment Group) van 22 oktober 2020 die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest handhaaft in dreigingsniveau 4, hetzij het hoogste dreigingsniveau, aangezien alle indicatoren blijven stijgen;
Gelet op de vergadering van de provinciale Crisiscel uitgebreid met de Burgemeesters en de diensten van het Verenigd College, die op 24 oktober 2020 plaatsvond;
Gelet op de waarschuwingen van de geneeskundig directeurs van de verschillende Brusselse ziekenhuizen dat de ziekenhuiscapaciteit op korte termijn verzadigd zal zijn indien de verspreiding van het virus niet zeer snel vertraagd wordt;
Overwegende dat het coronavirus COVID-19 een infectieziekte is die meestal de longen en luchtwegen aantast;
Overwegende dat de WGO heeft bevestigd dat het coronavirus COVID-19 zich via de lucht lijkt over te dragen van mens op mens; dat de overdracht van de ziekte lijkt te gebeuren via alle mogelijke emissies en voornamelijk via de mond en de neus; dat het ook overgedragen lijkt te kunnen worden door een besmet oppervlak aan te raken;
Overwegende de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op Europees grondgebied, en in België; dat na de afname van het aantal besmettingen die zich in mei inzette, het totale aantal besmettingen in het hele land sinds een aantal weken opnieuw stijgt;
Overwegende dat het dagelijks gemiddelde van nieuwe besmettingen met het coronavirus COVID-19 in België over de laatste zeven dagen is gestegen tot 10.675 bevestigde positieve gevallen op 23 oktober 2020;
Overwegende dat volgens het advies 2.3. van Celeval (82) de rode fase bereikt wordt vanaf meer dan 14 nieuwe ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners per week OF meer dan 400 gevallen op twee weken tijd per 100.000 inwoners EN een positiviteitsratio van meer dan 6 %;
Dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heden een incidentie kent van 1581 besmettingen per 100.000 inwoners op twee weken tijd, dat de prognose op 15 dagen uitkomt op cijfers van ruimschoots meer dan 1800 besmettingen per 100.000 inwoners;
Dat de positiviteitsratio, d.i. het percentage positieve testen van alle uitgevoerde testen, momenteel bijna 25 % bedraagt;
Overwegende dat de ziekenhuisopnames blijven stijgen en dat er op 22 oktober 2020 in het Brussels Gewest 729 bevestigde Covid-patiënten en 89 vermoedelijke Covid-patiënten waren opgenomen en dat de ziekenhuizen onder grote druk staan;
Dat we, volgens de schattingen van de gezondheidsexperts die de overheden adviseren, in Brussel binnen ongeveer een week op het hoogste niveau van de eerste golf zullen zitten (namelijk ongeveer 52 nieuwe ziekenhuisopnames per 100.000 inwoners per week, ofwel 612 nieuwe ziekenhuisopnames per week);
Dat de prognoses op 14 dagen gewagen van 78 nieuwe ziekenhuisopnames per dag, ofwel 940 nieuwe ziekenhuisopnames per week voor Brussel, dus bijna 50% meer dan op de piek van de eerste golf;
Dat die cijfers aantonen dat het ziekenhuisnet nagenoeg verzadigd is; dat de exponentiële besmettingscurve van de voorbije dagen erop wijst dat het verzadigingspunt van de ziekenhuizen binnenkort bereikt zal zijn, waardoor niet-levensnoodzakelijke verzorging zal moeten worden uitgesteld;
Overwegende dat volgens de gezondheidsexperts die zowel het Overlegcomité als de provinciale crisiscel hebben geadviseerd, de meest essentiële maatregel om deze epidemie op korte termijn in te dijken erin bestaat het aantal interpersoonlijke contacten waarbij het virus kan worden overgedragen, aanzienlijk te beperken;
Dat hoewel de contacten (door de invoering van de mondmaskers, het afstand houden, de handhygiëne, ...) de voorbije maanden veiliger zijn geworden, deze methodes niet volledig afdoende zijn om overdracht te voorkomen, waardoor er in deze crisisperiode voor gekozen moet worden om de contacten tussen mensen daadwerkelijk te beperken;
Overwegende dat uit de analyses van het Wetenschappelijk Comité van de GGC blijkt dat gericht preventief ingrijpen op een specifiek gedeelte van het Gewest of op een specifieke socioprofessionele categorie niet mogelijk is;
Overwegende dat deze analyses wijzen op een sterke verspreiding van het aantal gevallen in heel het Gewest, op een aanhoudende aangroei van het aantal familiale clusters en op een aanhoudende aangroei in de scholen (op alle onderwijsniveaus) en in het hoger onderwijs;
Overwegende dat een maatregel die verplaatsingen en de aanwezigheid op de openbare weg op bepaalde uren verbiedt - behoudens uitzonderingen en situaties van overmacht zoals de daklozenproblematiek - ervoor kan zorgen dat er minder samenkomsten plaatsvinden om te feesten omdat daar het virus sterk wordt overgedragen;
Overwegende dat zulke feestelijke samenkomsten - door het grote aantal deelnemers en hun sterke onderlinge nabijheid - gehouden worden of plaatsvinden in strijd met de regels uitgevaardigd in het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en met de 6 gulden regels;
Dat deze nachtelijke samenkomsten op privélocaties waarvan de burgemeesters, de ordediensten en zelfs de pers melding maken, bijzonder moeilijk te controleren zijn, behalve door middel van toezicht op de verplaatsingen;
Overwegende dat de bijzonder kritieke toestand in het Brussels Gewest vereist dat bijkomende maatregelen worden genomen die gelden voor het hele gewestelijke grondgebied ingevolge de verslechtering van de toestand in heel het Gewest en om averechtse effecten te voorkomen waartoe maatregelen op kleinere schaal kunnen leiden zoals het verplaatsen van activiteiten of het ondermijnen van het begrip en het draagvlak bij de bevolking;
Overwegende dat het beperken van verplaatsingen in de openbare ruimte op bepaalde tijdstippen de mogelijkheden om contact te hebben en samen te komen, zoals deze worden verboden door het voormelde ministerieel besluit van 18 oktober 2020, vermindert;
Overwegende dat de nachtklok voorzien in artikel 16 van het voormelde ministerieel besluit van 18 oktober 2020 specifiek voor Brussel gelet op de virulentie van de epidemie te kort is om tegemoet te komen aan alle fundamentele doelstellingen om de contacten te beperken;
Overwegende dat een avondklok in de provincie Antwerpen efficiënt is gebleken tijdens een periode waarin de epidemie sterk toenam;
Overwegende dat wegens de extreem ernstige schade aan de gezondheid die een besmetting kan teweegbrengen, hetzij rechtstreeks voor de besmette personen zelf, hetzij onrechtstreeks door een verzadiging van de zorglijnen, waaronder de ziekenhuizen, de tijdelijke inperking van de vrijheid van verplaatsing voor een deel van de nacht een proportionele maatregel is;
Overwegende dat een verbod op schaal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eveneens verantwoord is om de averechtse effecten te vermijden waartoe een verbod op gemeentelijke schaal had kunnen leiden als activiteiten waren verplaatst of reiswegen omgelegd;
Dat zij een grotere coherentie inhoudt voor de bevolking van het Gewest.
Dat de Burgemeesters van het Gewest erom verzoeken over een eenvormige maatregel te beschikken voor heel het grondgebied van het Brussens Hoofdstedelijk Gewest;
Dat het in het algemeen belang is dat de maatregelen ter handhaving van de openbare orde consequent worden genomen met het oog op een maximale doeltreffendheid hiervan;
Dat dit verbod op bovenlokale schaal ook als doel heeft een efficiënte en gecoördineerd controle mogelijk te maken die rekening houdt met de huidige capaciteit van de politiezones, die zelf zijn getroffen door de gevolgen van de epidemie;
Dat een verbod op niet verantwoorde verplaatsingen vanaf 22u00 daarmee als doel heeft te voorkomen dat feesten en nachtelijke samenkomsten plaatsvinden waarbij het aantal toegestane contacten overschreden wordt en te vermijden dat toegestane activiteiten langer duren dan 22u00 ;
Dat door de uitzonderingen zoals deze staan omschreven, voorkomen wordt dat verplaatsingen om beroeps- of medische redenen of die noodzakelijk zijn om bijstand te verlenen aan een naaste worden verhinderd zodat de maatregel gericht is ten opzichte van zijn doelstelling;
Overwegende dat de gezondheidstoestand permanent wordt geëvalueerd zodat deze maatregelen indien nodig gewijzigd of aangevuld kunnen worden, in welke richting ook,
Besluit :
Artikel 1. Het is verboden zich op de openbare weg of in openbare ruimten te bevinden tussen 22u00 en 06u00, behalve voor verplaatsingen:
• wegens dringende medische redenen (ook voor diergeneeskundige spoedgevallen);
• wegens een situatie van partner- of gezinsgeweld;
• bestemd om bijstand of dringende zorgen te verstrekken;
• voor beroepsredenen of naar aanleiding van een stage, met inbegrip van het woon-werktraject;
De grond van de aanwezigheid of de verplaatsing op de openbare weg of in de openbare ruimte wordt verantwoord bij het eerste verzoek vanwege de politiediensten.
Personen die zich in een geval van overmacht bevinden, zijn niet gebonden door de verbodsbepalingen van dit besluit.
Art. 2. De gemeentelijke overheden en de politiediensten zijn belast met de handhaving van dit besluit.
Art. 3. Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden bestraft met de straffen bepaald door artikel 1 van de wet van 6 maart 1818, zoals gewijzigd door de wet van 5 juni 1934 en de wet van 14 juni 1963 betreffende de overtredingen van administratieve reglementen.
Art. 4. De bevoegde bestuurlijke overheden op het grondgebied van de Brusselse agglomeratie worden belast met de uitvoering van dit besluit. De politiediensten zijn verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit, zo nodig met dwang en/of geweld.
Dit besluit zal worden meegedeeld aan het nationaal crisiscentrum en zal door de burgemeesters worden gepubliceerd door middel van affiches op de gebruikelijke plaatsen voor officiële bekendmakingen en door elk ander publicatiemiddel om een zo breed mogelijke verspreiding te waarborgen.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt om 22u00, tot en met 19 november.
Art. 6. Overeenkomstig artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan een beroep tot nietigverklaring van dit besluit worden ingediend bij de afdeling administratie van de Raad van State wegens schending van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht. Het verzoek tot nietigverklaring moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen de 60 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Het verzoekschrift wordt ofwel per post aangetekend verzonden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel wordt het ingediend volgens de elektronische procedure met behulp van de identiteitskaart op de beveiligde website van de Raad van State http://eproadmin.raadvst-consetat.be. Er kan tevens een vordering tot schorsing van het besluit worden ingediend, conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State.
Brussel, 26 oktober 2020.
De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
R. VERVOORT


begin

Publicatie : 2020-10-26